Zelfstandige les

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

§3.1 stofeigenschappen

Lesplanning:

1. Uitleg stofeigenschappen en dichtheid
2. Aan de slag: opgave 1, 3, 4, 6 en 7 maken
   
3. Uitleg rekenen aan dichtheid
4. Rangschikken
5. Aan de slag:
   - toetsinzage
   - maken opgave 8, 11 en 14
6. Afsluiting: huiswerkopdracht 

Lesdoelen

Aan het einde van de les ...

• ken je de verschillende stofeigenschappen;
• weet je wat het verschil is tussen een zuivere stof en een mengsel;
• heb je kennis gemaakt met de stofeigenschap dichtheid.

Proevencarousel H3

les	Inhoud
1	Bespreken toets H2 Licht Theorie stofeigenschappen en dichtheid Huiswerkopdracht: foto dichtheid
2	Proef 1 stoffen herkennen Theorie gevaarlijke stoffen + dichtheid
3	Proef 2 dichtheid Theorie faseovergangen en mengsels
4	Proef 3 thermometer ijken Theorie mengen en scheiden
5	Proef 4 mengen en scheiden

• Practica vormen het eindcijfer voor dit hoofdstuk.
• Practica maak jen in een vast tweetal (je buurman/buurvrouw)
•  Je maakt dat practica in de les zonder hulpmiddelen (boek/chromebook).

Stofeigenschappen

geen

stofeigenschappen

kleur

massa

brandbaarheid

geur

vorm

smaak

kookpunt

Aan de slag

Maken en nakijken

§3.1 opgave 1, 3 en 4

Is piepschuim zwaarder dan ijzer?

1. Ja, piepschuim is zwaarder.
2. Onvoldoende informatie om de vraag te beantwoorden.
3. Nee, ijzer is zwaarder.

De eenheid van massa is...

1. Liter
2. Centimeter
3. Gram

De massa van 1 kubieke cm van een stof noem je

1. de oppervlakte
2. de omtrek
3. de dichtheid
4. de inhoud

De massa = 10 g.
Het volume = 5 cm³.
Wat is de dichtheid?

1. 5 : 10 = 0,5 g/cm³
2. 10 : 5 = 2 g/cm³
3. 5 x 10 = 50 g/cm³

Een gouden ketting heeft een massa van 35 g. De dichtheid van goud is
19,3 g/cm³. Bereken het volume.

1. 35 : 19,3 = 1,8 cm³
2. 19,3 : 35 = 0,55 cm³
3. 35 x 19,3 = 675,5 cm³

De dichtheid = 2,5 g/cm³.
Het volume = 4 cm³.
Bereken de massa.

1. 4 : 2,5 = 1,6 g
2. 2,5 : 4 = 0,625 g
3. 2,5 x 4 = 10 g

De massa = 15 g.
De dichtheid = 3 g/cm³
Bereken het volume.

1. 15 : 3 = 5 cm³
2. 3 : 15 = 0,2 cm³
3. 15 x 3 = 45 cm³

De dichtheid van ijzer is lager dan die van lood, dus als je van ieder een blokje met gelijk volume hebt dan:

1. Is die van lood zwaarder
2. Zijn ze even zwaar
3. Is die van ijzer zwaarder
4. Kan je niks zeggen over de massa.

Je hebt een blokje met een massa van 0,2 kg. De dichtheid is 1,0 g/cm³. Het volume van het blokje is...

1. 0,2 cm³
2. 200 cm³
3. 5 cm³
4. 0,005 cm³

Aan de slag

• Maken en nakijken
  §3.1 opgave 1, 3, 4, 6 en 7
                             8, 11 en 14