Hh grammar unit 1 part 1

Welcome
Put your phone in the phonebag.
Sit down.


Thursday the 3rd of November
- Present Simple
- Possessive 's / ' / of
- Possessive pronouns
- One/ones
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welcome
Put your phone in the phonebag.
Sit down.


Thursday the 3rd of November
- Present Simple
- Possessive 's / ' / of
- Possessive pronouns
- One/ones

Slide 1 - Tekstslide

Prepare for the test
Study the vocabulary of Unit 1 + grammar unit 1
In silence
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

How today's class will go
I will revise the grammar items of unit 1, one by one.
You get to decide whether you want to join my explanation or practice it by yourself.

I do not want to be bother by anyone that is working independently! 

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog over de present simple?

Slide 4 - Woordweb

Present Simple
Wordt gebruikt om te praten over facts (=feiten), habits (=gewoontes) & things that happen regularly (=dingen die met regelmaat gebeuren).
 
Ex.
I like my friends
We often arrive early
They look great

Slide 5 - Tekstslide

Present Simple
Gebruik de stam + (s)

I walk
you walk
he/she/it walks
we walk
they walk
you walk

Slide 6 - Tekstslide

Your turn!
Fill in the gap.

Johnny _____ (like) playing football. 
They _____ (look) great.


Slide 7 - Tekstslide

Present Simple
Soms moet je bij he/she/it -es achter het werkwoord plakken in plaats van -s.

Dit doe je bij do/go en werkwoorden die eindigen met een s-geluid
 (-s, -sh, -x, -ch)
VB:
do - does
watch - watches
box - boxes

Slide 8 - Tekstslide

Present Simple
Eindigt een werkwoord met -y? Maak hier -ies van ipv -s.
Staat er een klinker (a, e, i, o, u) voor de y? Dan plak je er alleen een -s achter. 

VB. 
try - tries
buy - buys

Slide 9 - Tekstslide

Stappenplan
1. Gaat het om een he/she/it?
nee = gebruik de stam
2. Ja? eindigt het werkwoord met een -y of een s geluid? 
nee = plak er een -s achter
s- geluid = plak er een -es achter. 
y = plak er een -s achter tenzij de letter voor de y een a, i, o, e of u is. Dan maak je er -ies van. 

Slide 10 - Tekstslide

En ontkenningen en vragen dan?
Bij een ontkenning gebruik je don't/doesn't + stam.
I don't like spinach.
He doesn't like spinach.

Bij een vraag gebruik je do/does + onderwerp + stam
Do you like spinach?
Does he like spinach?



Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Possessive 's / s / of
Wat weet je nog?

Slide 13 - Tekstslide

Possessive (bezit)
's
namen, mensen en dieren enkelvoud


meervouden die niet op een s eindigen


Als een naam eindigt met een  dan gebruik je OOK de regel 'enkelvoud'

I like Tara's hair.
Who took Anthony's pen?
The cat's whiskers.

Men's clothing.


Lucas's iPad.
This is Charles's chair.

Slide 14 - Tekstslide

Possessive (bezit)


meervouden die op s eindigen

My parents' car. (mum and dad = parents)
His siblings' hobby. (siblings =                           )
'

Slide 15 - Tekstslide

Possessive (bezit)


dingen, plaatsen of landen

The  roof  of  the  house.
The  capital  of  England.
Please  open  the  door  of  this  room.
 The name of the school
The top floor of the building.
of

Slide 16 - Tekstslide

Examples

 the car of John = John's car
the room of the girls = the girls' room
     clothes for men  = men's clothes
the boat of the sailors = the sailors' boat

Slide 17 - Tekstslide

Isn't this ______ book?
timer
0:20
A
Peter
B
Peter's
C
Peters'
D
Peters

Slide 18 - Quizvraag

They are painting the ____ room this week.
timer
0:20
A
Children's
B
Childrens
C
Childrens'
D
Children

Slide 19 - Quizvraag

_____ trousers can be found on the top floor.
timer
0:20
A
Men
B
Mens
C
Men's
D
Mens'

Slide 20 - Quizvraag

6. All the _____ books were in their lockers.
timer
0:20
A
boys's
B
boyss
C
boys'
D
boys

Slide 21 - Quizvraag

7. My ________ house is pretty far away.
timer
0:20
A
grandparents's
B
grandparentss
C
grandparents'
D
grandparents

Slide 22 - Quizvraag

Which is correct?
timer
0:20
A
England's capital
B
The capital of England

Slide 23 - Quizvraag

Which is correct?
timer
0:20
A
The name of the ship
B
The ship's name

Slide 24 - Quizvraag

Possessive pronouns
Wat weten jullie nog?

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

En dat laatste rijtje dan?
Die geeft aan dat iets er één van is. 

VB
He is a friend of mine.
Hij heeft dus meerdere vrienden
Of mine
Of yours
Of his
Of hers
Of ours
Of theirs

Slide 27 - Tekstslide

Welke zin klopt?
A
This is my Ipad.
B
This is mine Ipad

Slide 28 - Quizvraag

Someone gave Sally a book. That book ... is very exciting.
A
hers
B
of hers

Slide 29 - Quizvraag

He loves ... new mountainbike.

Slide 30 - Open vraag

When they were driving home, suddenly ....... car broke down

Slide 31 - Open vraag

We took those pens. Those pens are ...

Slide 32 - Open vraag

Wat weet je nog over one/ones

Slide 33 - Woordweb

One/Ones
Zelfstandig naamwoorden kan je vervangen door one als je het herhaalt of als je antwoord geeft op een vraag.

VB.
Which skirt are you going to buy? The white one.
This new bag is black, my old one was green.

We gebruiken ones bij meervoud
I'm going to buy new trainers because my old ones have holes in them. 

Slide 34 - Tekstslide


I would like to have my pizza. – Which ___ is yours?

Slide 35 - Open vraag

You like trainers, don't you?
Yes! I really want those.......!

Slide 36 - Open vraag



Nice job! You did this exercise much better than _______ (de vorige)

Slide 37 - Open vraag

She was wearing sunglasses. Really stylish ______.

Slide 38 - Open vraag

12 Are these your shoes Cindy? __________ under the bed? (degenen)

Slide 39 - Open vraag

It’s easier to stick to old habits than to form ______ (nieuwe)

Slide 40 - Open vraag

Next classes HA2E
Tuesday the 8th of November
Read the Berlin Express chapter 16 & 17

Thursday the 10th of November
SO Unit 1
Study all vocabulary & all grammar of Unit 1

Slide 41 - Tekstslide