Examenvragen 2016 - In Beweging deel 2

OEFENTOETS - EXAMENVRAGEN -

IN BEWEGING deel 2

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
TekenenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

OEFENTOETS - EXAMENVRAGEN -

IN BEWEGING deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 19
Bekijk afbeelding 9, 10 en 11.
Dit werk kreeg als titel Het Zwembad.
Noem twee aspecten van de voorstelling die naar de titel verwijzen.

Zwemmen

Slide 2 - Open vraag

Vraag 20
Bekijk figuur 3.
In deze schets doet Matisse onderzoek naar manieren waarop hij duiken zou kunnen verbeelden. Noem drie kenmerken van de figuren waaraan je kunt zien dat Matisse het duiken onderzoekt.

Slide 3 - Open vraag

Vraag 21
Vergelijk figuur 3 met afbeelding 9, 10 en 11.
Benoem het verschil in vormgeving tussen de schets op figuur 3 en Het Zwembad op afbeelding 9, 10 en 11.
Betrek zowel de schets als Het Zwembad in je antwoord.

Slide 4 - Open vraag

Vraag 22
Bekijk afbeelding 9, 10 en 11.
Het op deze manier ophangen van de
knipsels heeft voordelen.
Noem drie voordelen.

Tijdens het maken van Het Zwembad liet Matisse zijn knipsels door
assistentes ophangen met kleine spijkertjes

Slide 5 - Open vraag

Vraag 23
Bekijk afbeelding 9, 10 en 11.
Het werk is een


A
affiche.
B
assemblage.
C
collage.

Slide 6 - Quizvraag

Vraag 24
Bekijk afbeelding 9, 10 en 11.
In dit werk wordt beweging gesuggereerd.
Noem twee aspecten van de vormgeving waardoor beweging gesuggereerd wordt.
Leg beide antwoorden uit.


Slide 7 - Open vraag

Vraag 25
Bekijk afbeelding 9, 10 en 11.
Wanneer je in de ruimte staat en het werk bekijkt, krijg je, door de manier waarop het is opgehangen, het gevoel grotendeels onder water te zijn.
Geef een argument voor deze bewering.



Slide 8 - Open vraag

Op afbeelding 12 zie je Gregory Swimming.
Het is een werk uit 1982 van de Engelse kunstenaar David Hockney. Het werk bestaat uit 120 foto's en is ongeveer 107 cm x 58 cm.
Vraag 26
Bekijk afbeelding 12. Noem een aspect van de voorstelling waarmee beweging wordt gesuggereerd.




Slide 9 - Open vraag

Vraag 27
Bekijk afbeelding 12.
De ordening versterkt de beweging in dit werk.
Leg uit op welke manier de ordening hier de beweging versterkt.




Slide 10 - Open vraag

Vraag 28
Bekijk figuur 4 en afbeelding 12.

Noem het effect van de lijnen die Hockney
aanbrengt op de bodem van het zwembad.

Op figuur 4 zie je Hockney die lijnen aanbrengt op de bodem van het zwembad dat op de foto's van afbeelding 12 voorkomt.

Slide 11 - Open vraag

Vraag 29
Vergelijk afbeelding 9 met afbeelding 12.
De werken van Matisse en Hockney verbeelden beweging. Bij welk van de werken vind je de
suggestie van beweging het meest geslaagd?
Motiveer je antwoord.


Slide 12 - Open vraag


Vraag 30
Vergelijk afbeelding 13 t/m 16.
Er zijn overeenkomsten tussen de Jeugdfabriek
en de Chinese drakendans. Noem drie kenmerken van de Jeugdfabriek die je ook ziet bij de Chinese drakendans.



De Jeugdfabriek
In de Spaanse stad Merida staat de Jeugdfabriek, ontworpen door het architectenduo SelgasCano.
Op afbeelding 13 zie je een Chinese drakendans, de inspiratie voor het ontwerp. Op afbeelding 14 zie je een maquette en op afbeelding 15 t/m 21 meerdere foto's van de Jeugdfabriek

Slide 13 - Open vraag

Vraag 31

Bekijk afbeelding 17 t/m 20.
Noem twee manieren waarop je in en rondom de Jeugdfabriek kan bewegen.




Slide 14 - Open vraag

Vraag 32
Bekijk afbeelding 15 t/m 20.
Om het bouwwerk aantrekkelijk te maken voor jongeren kreeg het een speels karakter.
Noem twee aspecten van de vormgeving die bijdragen aan dit speelse karakter. Leg beide antwoorden uit.




Slide 15 - Open vraag

Vraag 33
Bekijk figuur 5.
De ontwerper gebruikte een skelet
dat opgebouwd is uit elementen.
Dit heeft een aantal voordelen.
Noem een voordeel voor de ontwerper.





Figuur 5
Het bouwwerk bestaat uit een
metalen skelet dat bedekt is
met plastic golfplaten.
Op figuur 5 zie je
twee foto's van delen
van het skelet.

Slide 16 - Open vraag

Afb 15 en 16

Slide 17 - Tekstslide

Vraag 34
Bekijk afbeelding 15 en 16.
Het gebouw valt op in zijn omgeving.
Noem twee aspecten van de vormgeving waardoor De Jeugdfabriek opvalt in zijn omgeving.
Leg beide antwoorden uit.





Slide 18 - Open vraag



Vraag 35
Vergelijk afbeelding 17, 18 en 19 met 20.
De klimwand wijkt af van de skatebaan.
Noem twee aspecten van de vormgeving waarin de klimwand afwijkt van de skatebaan. Leg beide antwoorden uit.




Slide 19 - Open vraag

Vraag 36
Bekijk afbeelding 19 en 20.
Sommige vlakken op de klimwand zijn gekleurd.
Dit heeft een . . .



A
educatieve functie.
B
decoratieve functie.
C
praktische functie.

Slide 20 - Quizvraag

Vraag 37
Bekijk afbeelding 21.
Ook dit lokaal heeft een beweeglijk karakter.
Noem twee kenmerken van dit lokaal waardoor het beweeglijk is.





Op afbeelding 21 zie je een van de lokalen die in de pilaren van de Jeugdfabriek zijn gemaakt. In deze lokalen worden computer-, muziek- en danslessen gegeven

Slide 21 - Open vraag

Vraag 38

Bekijk afbeeldingen 14 t/m 21.
Geef een argument om dit gebouw de Jeugdfabriek te noemen.




Slide 22 - Open vraag