Werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde - Oefenen

WG en NG
Extra oefenen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

WG en NG
Extra oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Ruben uit klas 4 schijnt een veelbelovende gamer te zijn.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 3 - Quizvraag

Ruben uit klas 4 schijnt een veelbelovende gamer te zijn.

Slide 4 - Open vraag

De nieuwe leraar is erg streng.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 5 - Quizvraag

De nieuwe leraar is erg streng.

Slide 6 - Open vraag

Het spatbord was snel gerepareerd.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 7 - Quizvraag

Het spatbord was snel gerepareerd.

Slide 8 - Open vraag

Dat groene drankje met bubbels lijkt me erg lekker.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 9 - Quizvraag

Dat groene drankje met bubbels lijkt me erg lekker.

Slide 10 - Open vraag

De schoenen met een te hoge hak kunnen morgen worden geruild.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 11 - Quizvraag

De schoenen met een te hoge hak kunnen morgen worden geruild.

Slide 12 - Open vraag

De auto van mijn baas moet nodig worden schoongemaakt.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 13 - Quizvraag

De auto van mijn baas moet nodig worden schoongemaakt.

Slide 14 - Open vraag

De fans blijven enthousiast.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 15 - Quizvraag

De fans blijven enthousiast.

Slide 16 - Open vraag

Hij loopt zijn vriendin te plagen.
A
Werkwoordelijk gezegde
B
Naamwoordelijk gezegde

Slide 17 - Quizvraag

Hij loopt zijn vriendin te plagen.

Slide 18 - Open vraag

HUISWERK

Maak opdracht 14, 15 en 17
(blz. 160/161)


Slide 19 - Tekstslide