Les 8_KERN 4.2_huiswerk nakijken + uitleg KERN 4.3

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Welkom!

Startklaar maken: pennen, map/schrift, laptop.

Log in bij NUMO, werk aan taak (Herhalingstaak PTO 1 en 2)

Wat gaan we doen vandaag?

1. Huiswerk nakijken. (LessonUp)

2. Startopdracht KERN 4.3 + opdrachten maken

3. Video's kijken + tekst lezen (gedichten)

Hoofdstuk 3. Geschiedenis van het Nederlands                            

Les 1            De wortels van onze taal   + woordjes

Les 2           Hoofdzaak en bijzaak + woordjes

Les 5            Leesontwikkeling  + woordjes

Hoofdstuk 4. Dichterlijke taal

Les 2.   De structuur van een tekst.

les 3.    De verbanden in een tekst. 

stap 1b. Welke lesstof wordt deze periode behandeld?

Spelling en grammatica                                    

Les  13          Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Les  14          Persoonsvorm verleden tijd

Les  15          Voltooid deelwoord

 

1. Huiswerk nakijken

• Log in bij LessonUp
• Leg je schrift open en kijk na. 

1b. Welke tekst leest prettiger: tekst A of B? Leg uit waarom.

3a. Wat is een alinea?

3b. Welke tekst bij opdracht 1 is opgedeeld in alinea's?

3c. Wat is het voordeel van alinea's? Gebruik de teksten bij opdracht 1 in je antwoord. (T2)

4a. Met de eerste zin trekt de schrijver de aandacht van de lezer.
Hoe doet hij dat?

4b. Wat is een taalleemte?

> Een taalleemte is ...........

4c. Uit hoeveel alinea's bestaat het middenstuk?

5. Waarom is een vaste tekstructuur belangrijk, denk je? (T2)

Onderwerp van de tekst wordt beschreven. Je wordt nieuwsgierig gemaakt

Conclusie trekken, samenvatting van de tekst geven

Je krijgt in verschillende alinea's meer informatie over het onderwerp.

Inleiding

Kern

Slot

1b. Antwoorden woordenschat

3a. Woordenschat opdracht (KERN 4.2)

Wat?	Maak de woordenschat opdracht.
Hoe?	Gebruik moeilijke woorden.
Tijd?	7 minuten. Daarna nakijken.
Klaar?	Werk aan NUMO.

Iedere toetsweek woordenschat leren!

2. Startopdracht KERN 4.3

- Spullen; lege pagina in map of schrift (horizontaal)

- Markeerstiften, 2 kleuren pen.

Lesdoel

Ik kan signaalwoorden en tekstverbanden in een tekst herkennen. (T1)

2a. Samenvatting hoofdstuk 4.3

Tekstverband	Signaalwoorden (min 4)	Voorbeeldzin
1. Opsomming
2. Tijd
3. Tegenstelling
4. Doel-middel
5. Voorwaarde
6. Reden, oorzaak, gevolg
7. Conclusie	3 signaalwoorden
8. Voorbeeld
9. Samenvatting	2 signaalwoorden!

• Werk in tweetallen.
• Je mag laptop gebruiken, geen KERN boek!
• Welk team vult het schema het meest volledig in? :-)

2b. Schema aanvullen

>> Andere kleur pen voor schema aanvullen.

Klaar? 

Maak vraag 4, 5 en 15 op bladzij 80 & 81.

2c. Antwoorden nakijken

Klaar?

Lees de tekst op bladzij 82.

3a. Voorkennis tekst bladzij 82

• Schrijf  antwoorden op in je map.
• Nakijken na de video's.

1. Wat is een gedicht?
2. Wat is een rap?
3. Heb jij wel eens een Sinterklaasgedicht geschreven?
4. Hoe kun je een goed (sinterklaas) gedicht schrijven?

3b. Vragen - aanvullen in map.

Klassikaal bespreken.

• Wat is een gedicht?
  
• Wat is een rap?
  
• Heb jij wel eens een Sinterklaasgedicht geschreven?
  
• Hoe kun je een goed (sinterklaas) gedicht schrijven?

Samen lezen - bladzij 82

3c. Aan de slag!

Wat?	Maak vraag 7 tot en met 14 op bladzij 83 = huiswerk volgende les.
Tijd?	Tot einde les.