NaSk1 jaar 3 - Les 26: Elektriciteit (3.4)

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- Etui
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek

Pak je huiswerk 




Startopdracht:
Je strijkt je was met een strijkijzer met een vermogen van 2600W. Dit duurt anderhalf uur. Bereken het enrgiegebruik.


1 kWh kost €0,22. Hoe duur is deze strijksessie?


1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij NaSk1

Pak voor je:
- Boeken en schrift
- Etui
- BINAS
- Rekenmachine
- Geodriehoek

Pak je huiswerk 




Startopdracht:
Je strijkt je was met een strijkijzer met een vermogen van 2600W. Dit duurt anderhalf uur. Bereken het enrgiegebruik.


1 kWh kost €0,22. Hoe duur is deze strijksessie?


Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tijdens de les wil ik dat je:
1. Luistert als ik praat
2. Naar elkaar luistert
3. Je spullen voor je hebt
4. Je zo gedraagt dat je de lesstof meekrijgt
5. Respectvol bent naar je klasgenoten en mij


Slide 2 - Tekstslide

Nu absenties
Planning
  • Lesdoelen
  • Huiswerk nakijken
  • Hoofdstuk 3: Elektriciteit in huis
  • Uitleg
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting


Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
  • Wat is de huisinstallatie?
  • Waartegen beveiligt een zekering?
  • Hoe bereken je of er overbelasting is?

































Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3 Elektriciteit in huis - 3.3 Elektriciteit gebruiken  (Les 1)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watt is vermogen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen berekenen
Vermogen hangt af van spanning en stroomsterkte. vermogen kun je berekenen met:





P = vermogen in Watt (W)
U = spanning in Volt (V)
I = stroomsterkte in ampere (A)
P=UI

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Energiegebruik
Hoe meet je energiegebruik?

  • Energiegebruik > omzetting van energie in apparaten
    - afhankelijk van het vermogen van apparaat
    - hoelang het apparaat gebruikt wordt


  • kilowattuurmeter > meet hoeveelheid elektrische energie een apparaat gebruikt en ook het totale energiegebruik in huis
    - geeft het energiegebruik aan in kilowattuur (kWh) > eenheid van energiegebruik

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energiegebruik
300W
100W
1400W
2200W
850W
1200W
  • Vermogen van een apparaat geeft aan hoeveel energie een apparaat per seconde nodig heeft. 

  • Hoe langer een apparaat aanstaat hoe meer energie deze verbruikt

  • Het energiegebruik(E) meet je in kilowattuur (kWh)









  • Hoeveel kilowatt verbruiken deze apparaten als je ze een uur gebruikt?
  • 6,05 kWh

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Energiegebruik bereken
Het energiegebruik hangt af van het vermogen en de tijd. Het energiegebruik bereken je met de volgende formule: 
E=Pt
E = energiegebruik in kilowattuur (kWh)
P = vermogen in kilowatt (kW)
t = tijd in uren (h)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Grootheid
Symbool
Eenheid
afkorting
Spanning
U
Volt
V
Stroomsterkte
I
Ampere
A
Capaciteit
C
ampere-uur
Ah
Weerstand
R
ohm
Ω
Vermogen
P
Watt
W
Energie
E
Kilowattuur
kWh
Rendement
n
procent
%
Vul tabel aan:  

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kost energie?
  • kWh
  • kWh prijs momenteel €0,22

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rendement
  •  in elektrische apparaten vindt energieomzetting plaats. 

  • Elektrische energie wordt omgezet in een andere vorm van energie: licht, beweging warmte 

  • Rendement geeft aan hoeveel procent van de opgenomen energie nuttig wordt gebruikt -> nuttig betekend waarvoor je het wilt gebruiken. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreken huiswerk
opdracht 15 t/m 23
 Pagina 114

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3 Elektriciteit in huis - 3.4 Een veilige stroomkring (Les 1)

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het begint in de meterkast

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stroom komt vanuit elektriciteitscentrale de hoofdzekering binnen
Hoofdzekering controleert of er niet te veel stroom binnenkomt

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Daarna stroom door elektriciteitsmeter
Meet hoeveel elektrische energie je huis gebruikt (kWh meter)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Daarna stroom door aardlekschakelaar
Controleert de hele tijd of er evenveel stroom in als uit gaat. Lekt er wat?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aardlekschakelaar
De aardlekschakelaar zorgt ervoor dat de installaties en apparaten die hierop  zijn aangesloten, spanningsloos gemaakt kunnen worden.

  • Controleert hoeveelheid stroom in = hoeveelheid stroom uit.
  • Verandering van hoeveelheid zorgt ervoor dat hij direct de stroomkring doorbreekt.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stroom door naar groepenkast
Stroom wordt verdeeld over groepen. Groep verzorgt elektriciteit in deel van een huis. 
Waarom groepen?

Slide 21 - Tekstslide

Als er teveel apparaten worden ingeschakeld, wordt de stroomsterkte te groot en worden de draden te warm.
Groepen
  • Verdeling van stroom altijd over verschillende groepen in huis. Hoe groter het huis, hoe meer groepen.
  • Groepen zorgen ervoor dat wasmachine, magnetron, computer en aquarium tegelijk aan kunnen staan.
  • Als de stroom in één groep uitvalt, blijven de andere groepen werken.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zekeringen
Beschermt elektrische installatie tegen kortsluiting en overbelasting. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zekering
De beveiliging die in elke groep zit.
Zodra er teveel stroom door een groep heengaat, zorgt dit onderdeel voor een onderbreking van de stroom. Dit is vaak op 16A.
De zekering zorgt er dus voor dat de groep uitgeschakeld wordt als er overbelasting ontstaat.


Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overbelasting

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vermogen berekenen
Vermogen hangt af van spanning en stroomsterkte. Vermogen kun je berekenen met:





P = vermogen in Watt (W)
U = spanning in Volt (V)
I = stroomsterkte in ampere (A)
P=UI

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overbelasting berekenen
Een wasmachine heeft een vermogen van 3400 W. Spanning op stopcontact is 230 V. Zekering kan 16 A aan. Is er overbelasting?
Gegeven         
Gevraagd        
Formule
Berekening
Antwoord

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overbelasting berekenen
Een wasmachine heeft een vermogen van 3400 W. Spanning op stopcontact is 230 V. Zekering kan 16 A aan. Is er overbelasting?
Gegeven         R = 3400 en U = 230 V (I = max 16 A)
Gevraagd        I (stroomsterkte)
Formule           I = P : U 
Berekening     I = 3400 : 230 = 14,8 
Antwoord        14,8 A, kleiner dan 16 A dus NEE 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kortsluiting?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortsluiting

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kortsluiting
Als er geen weerstand meer is in een schakeling, is er een kortsluiting.

Bij beschadiging van een elektrische snoer kunnen de koperdraden elkaar raken. De stroom gaat niet meer door het apparaat maar direct terug naa de meterkast. Er ontstaat overbelasting, de draden worden heet en er kan vuur ontstaan of 
er komen vonken van een draad af.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beveiliging van apparaten
  • het is gevaarlijk als apparaten aan de buitenkant onder stroom komen te staan, hierdoor kan jij de stroom krijgen
  • hiervoor is er "randaarde"
  • Staat in verbinding met aarde, kan stroom zo afgevoerd worden

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Randaarde
In de wasmachine hiernaast is een lek ontstaan. De elektrische snoeren maken via het water contact met de buitenkant van de wasmachine. Een persoon die hem aanraakt verbindt de wasmachine met de aarde en er gaat een stroom door de man lopen.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Randaarde
Bij de wasmachine in het plaatje hiernaast is er een stopcontact gebruikt met randaarde. Een stopcontact met randaarde heeft extra contactpunten. Deze contactpunten zijn via snoeren aangesloten aan een stalen pin, de aardingsstaaf. Deze pin zit, meestal onder het huis, in de aarde gestoken. De man in de afbeelding hierboven kan de wasmachine rustig aanraken. De elektrische stroom kiest de makkelijkste weg en zal via de randaarde naar de grond weg lekken.

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geaarde stekker / stopcontact

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Blauw = stroomafvoer -
Bruin = stroomaanvoer +
Groen = aardedraad
Randaarde

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kleuren draden huisinstallatie
kleuren van draden

  • Bruin: stroom naar apparaat

  • Blauw: stroom terug naar stopcontact

  • Geel/groen: aardedraad

  • Zwart: schakeldraad

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 38 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig werken ZS
- Maak opdracht 1, 2, 4, 6, 9, 10, 12, 14, 16, 18, 21
- Pagina 119

- 10 minuten ZS
- Niet klaar? Huiswerk





timer
10:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

  • Wat is de huisinstallatie? ✔
  • Waartegen beveiligt een zekering? ✔
  • Hoe bereken je of er overbelasting is? ✔

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies