M&G MH1a H2.1 Botten

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les:

proefwerk hoofdstuk 1

Hoe ging het?

Slide 2 - Tekstslide

Deze les:

Start hoofdstuk 2: Bewegen

paragraaf 1: Botten


Uitleg

Aan het werk

Uitleg - vervolg

Verder werken

Slide 3 - Tekstslide

Hoe zit je skelet in elkaar?

Lichaam – 206 botten/beenderen > skelet of beenderstelsel


Schedel

wervelkolom (wervels)

borstkast (borstbeen, ribben en de wervels waar de ribben aanvast zitten)

heupbeenderen horen bij je bekken

dijbeenderen, scheenbeen & kuitbeen

schouderblad

opperarmbeen, ellepijp & spaakbeen

 

Ledematen = armen en benen

Slide 4 - Tekstslide

Waarvoor dient het skelet?

1. Stevigheid

2. Vormgeven

3. Bescherming geven

4. Beweging mogelijk maken

Slide 5 - Tekstslide

Aan het werk!

tot en met opdracht 10

("Hoe zit je skelet in elkaar?" en "Waarvoor dient je skelet?")

timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

Waarom zijn botten soms buigzaam?


Meeste botten zijn hard - bot/been

= veel kalk (hard en stevig) een beetje lijmstof (beetje buigzaam)


Kraakbeen = veel lijmstof n weinig kalk


Slide 7 - Tekstslide

Hoe zijn je botten gebouwd?

Grootste deel = been, bestaat uit beencellen, die in ringen groeien.

Dat maakt het bot stevig.


Kraakbeen (bestaat uit groepjes kraakbeencellen) aan het uiteinden van de botten.


Bloedvaatjes – krijgen de beencellen voedingsstoffen en zuurstof.


Beenmerg – zit in het middenstuk van het bot, in de holle ruimte.

Bij langwerpige, dunne botten bestaat dat uit vet en heet geel beenmerg.


Slide 8 - Tekstslide

Waardoor zijn kinderen zo soepel?


Het skelet van een pasgeboren baby bestaat bij helemaal uit kraakbeen.

Door alle lijmstof is het babyskelet zo buigzaam, maar niet stevig.


Als je ouder wordt dan verandert kraakbeen langzaam in been. Er komt dan meer kalk in de botten en minder lijmstof.


Bij ouderen hebben botten veel kalk en weinig lijmstof. Hierdoor zijn de botten niet buigzaam en breken ze makkelijker.

Slide 9 - Tekstslide

Hoe vangt je wervelkolom schokken op?


Dubbele-S-vorm : hierdoor kan de wervelkolom een beetje in elkaar geduwd worden

en weer terugveren.

* Kraakbeenschijven : tussen de wervels zitten kraakbeenschijven, deze kunnen ook een beetje ingedrukt worden, waardoor het een beetje kan veren.


Opbouw van wervels=

wervellichaam (geeft stevigheid),

wervelgat (ligt het ruggenmerg, dat bestaat uit zenuwcellen en zenuwen) en

uitsteeksels (zit een rib aanvast).

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig aan het werk

Kom je er niet uit? Vraag eerst zachtjes je klasgenoot naast je.


Vragen? Kom bij mij!




timer
15:00
timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
paragraaf 1, botten van hoofdstuk 2, bewegen.

Slide 12 - Tekstslide