Paragraaf 2.4 Nederland: delfstoffen in Nederland

Hoofdstuk 2: Schatkist Aarde

Paragraaf 2.4 Wereld: Delfstoffen in Nederland

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: Schatkist Aarde

Paragraaf 2.4 Wereld: Delfstoffen in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet welke delfstoffen in Nederland gewonnen worden

Je begrijpt waarom Nederland delfstoffen heeft

Je kunt met bodemdoorsneden aangeven war aardolie, aardgas en aardolie in de Nederlandse ondergrond voorkomen

Slide 2 - Tekstslide

Precambrium
De eerste periode is het Precambrium:
  • De continenten verschijnen
  • De aarde bevroor meerdere malen
  • Er was allleen leven onder water
  • Aan het einde ontstonden de eerste levensvormen op het aardoppervlak

Paleozoïcum
De tweede periode is het Paleozoïcum.
  • continenten bewegen naar elkaar toe
  • supercontinent Pangea is gevormd
  • Tijdperk van de trilobieten: Trilobieten worden gekenmerkt door een lichaam dat zowel in de lengte- als in de breedte in drie stukken is gedeeld
Mesozoïcum
De derde periode is het Mesozoïcum:
  • planten en dieren veranderen
  • tijdperk van de dinosauriërs en ammonieten: Ammonieten behoren met hun opgerolde schelp tot de fraaiste fossielen. Het zijn de resten van een uitgestorven groep inktvissen
  • Pangea valt uit elkaar en huidige continenten ontstaan

Kenozoïcum
  • Tijdperk van de zoogdieren - langzoom ontstonden het leven zoals we dat nu kennen, met aan het einde de mens: 300.000 jaar geleden
  • uitsterven van dinosauriërs - 65 miljoen jaar geleden
  • leven zoals wij dat nu kennen ontstaat (met aan het einde de mens)

Slide 3 - Tekstslide

Noem een
energiebron

Slide 4 - Woordweb

Pure woordanalyse:
Wat is het verschil tussen fossiele energiebronnen en hernieuwbare energiebronnen

Slide 5 - Open vraag

Aantekening: 
- Fossiele energiebron:
Energiebron die ontstaan is uit resten van planten of dieren na verloop van miljoenen jaren. Deze kan uiteindelijk opraken. 

- Hernieuwbare energiebron: 
Energiebron die niet kan opraken. Voorbeelden: zon, water en wind. 

Slide 6 - Tekstslide

Fossiele energiebronnen
(bijv. aardolie / aardgas )
Hernieuwbare energiebronnen
(bijv. windenergie)

Slide 7 - Tekstslide

En hoe zit het met Nederland?
> Gebruikt voornamelijk aardgas (fossiel)
> Slechts een klein deel is door hernieuwbare bronnen. (6,6%)
> Vroeger steenkool
(mijnen Zuid-Limburg)

Slide 8 - Tekstslide

Waarom zijn de mijnen in Limburg gesloten?

Slide 9 - Woordweb

Sluiting mijnen in Limburg
- winning is te duur
- te vervuilend
- aardgas in Groningen 

Slide 10 - Tekstslide

Hoe kan in Groningen dan toch aardgas in de bodem zitten?

Slide 11 - Tekstslide

0

Slide 12 - Video

Moedergesteente: steenkool; het gesteente waarin aardgas ontstaat.

Reservoirgesteente: poreuze gesteente waarin aardgas zit opgeslagen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet welke delfstoffen in Nederland gewonnen worden

Je begrijpt waarom Nederland delfstoffen heeft

Je kunt met bodemdoorsneden aangeven war aardolie, aardgas en aardolie in de Nederlandse ondergrond voorkomen

Slide 23 - Tekstslide

Noem 3 punten die je deze les hebt geleerd

Slide 24 - Open vraag

Noem 1 onderdeel die je nog moeilijk vindt van paragraaf 2.4

Slide 25 - Open vraag

Aan de slag met par 2.4
Maak de verkorte leerroute van paragraaf 2.4
Klaar? vul het leerdoelen formulier in

Slide 26 - Tekstslide