Thema 6 les 4 + werkwoorden

• Spelling
• Basisschool
• Groep 8

Thema 6 les 4 + werkwoorden

Doel

- woorden met ch/cht 

- voltooid deelwoord van scheidbare en onscheidbare werkwoorden schrijven

Er was veel ...aos in de klas

Hij is zenuwa....tig voor het verkeersexamen.

Juf Anne is in verwa..ting van een kindje.

1. De zon geeft veel licht/ligt.
2. De maan licht/ligt tussen de aarde en de zon.

1. licht, licht
2. ligt, ligt
3. licht, ligt
4. ligt, licht

Scheidbaar

Voorstellen

Stel voor --> Heb voorgesteld

Onscheidbaar

Glimlachen/onderstrepen

Glimlach --> Heb geglimlacht

Onderstreep --> Heb onderstreept

Schrijf het voltooid deelwoord op:
Overleven

Schrijf het voltooid deelwoord op:
plaatsvinden

Schrijf het voltooid deelwoord op:
Voorspellen

Allerlei werkwoorden

Kijk goed naar de tijd van de zin!

Tegenwoordige tijd: 'denk aan lopen' (hij vorm = stam + t) 

Verleden tijd: Zelfde klank? Stam +de(n)/te(n)

Voltooid deelwoord: T sexy fokschaap

Breien
Omdat ik ziek was, heeft oma voor mij een sjaal .............. (v.d.)

Landen
Het vliegtuig ............. (v.t.) netjes op de baan.

Vertellen
Papa ........... (pv, tt) morgenavond de rest van het verhaal.

Worden
Je ............ (pv, tt) misselijk van alle frisdrank en taart.

Leven
Die zangeres heeft helaas niet lang .................. (vd).

Antwoorden
Hij ................ (pv. t.t.) nooit als ik iets vraag.

Misleiden
Ik ............. (v.t.) iedereen met die vermomming.

Gelden
.......... (pv tt) die afspraak voor iedereen?

Afkeuren
De spelers zijn boos over het ............ (bijv. gebr. vd) doelpunt.

Beleven
De zusjes hebben samen veel avonturen ...................... (vd).

Hoe ging het dictee?

😒🙁😐🙂😃