Straattaal - brugklas

Straattaal
"Bro...je takki over mij, maar je geeft me wel boks"

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Straattaal
"Bro...je takki over mij, maar je geeft me wel boks"

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...

...weet je het verschil tussen straattaal en Standaardnederlands.

...weet je wat straattaal is en welke plek het in jullie/ons dagelijks leven inneemt.

...heb je van straattaal Standaardnederlandse zinnen gemaakt.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Fa waka? 

  • Straattaal is een mengtaal die jongeren van verschillende culturele en sociale achtergronden in het dagelijks leven spreken op school en op straat. Het zorgt voor samenhang onder jongeren.

  • In Nederland is de straattaal vaak een mengsel van Nederlandse, Surinaamse, Antilliaanse, Turkse en Marokkaanse woorden, gemengd met Amerikaanse "slang". 



Slide 4 - Tekstslide

Fa waka?
  • Straattaal is in de jaren '90 populair  geworden in de grotere Nederlandse steden. Het was de tijd waarin rap, hiphop, graffiti en andere vormen van straatcultuur uit Noord Amerika hier ook populair waren.

  • Straattaal heeft vaak te maken met seks, relaties, geld en geweld. Dit komt doordat straattaal hoort bij een machocultuur. Mannen zijn/denken hierin de baas te zijn.

  • Straattaal ontwikkelt zich snel en jongeren nemen het steeds meer en makkelijker van elkaar over. Jongeren spreken in straattaal omdat het populair is. 
 

Slide 5 - Tekstslide

Fa waka? 
  • Toen straattaal eind jaren '90 opkwam, werd het door de Nederlandse journalisten ook wel spottend 'smurfentaal' genoemd.


Slide 6 - Tekstslide

Fa waka? 

Slide 7 - Tekstslide

Wie van jullie gebruikt
er weleens straattaal?

Slide 8 - Woordweb

Straattaal en muziek
  • Muziek heeft straattaal populair gemaakt. Veel Nederlandse rappers maken hier gebruik van. Luister maar mee!

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Lingo
Stel je voor dat jij mee gaat doen aan straattaal Lingo. Dan moet je goed oefenen en in korte tijd veel woorden kunnen bedenken. Bedenk straks in 3,5  minuut zoveel mogelijk straatwoorden. Schrijf ook op wat de woorden betekenen.

Bijvoorbeeld:
Ballie patta's - voetbalschoenen
Tellie - Telefoon
Niffauw - neef/vriend



Slide 11 - Tekstslide

Schrijf nu zelf zoveel mogelijk straattaal op.
Bijvoorbeeld:
Ballie patta's - voetbalschoenen
Tellie - Telefoon
Niffauw - neef/vriend
timer
3:30

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht

Opdracht in tweetallen: Schrijf zoveel mogelijk plekken op die je samen kunt bedenken waar het vreemd zou zijn om straattaal te gebruiken. Schrijf ook op waarom dat zo is.



timer
5:00

Slide 14 - Tekstslide

Netnix
Dit is mijn neef Thomas. Hij woont in Lelystad. Hij is heeft zijn school niet afgemaakt, doet de hele dag niks, werkt niet en laat zijn ouders alles betalen. Ook hosselt hij bij zijn vrienden als hij geld nodig heeft.

Een aantal van zijn vrienden doet precies hetzelfde. En toen kregen ze ineens de volgende brief van de gemeente Lelystad...

Slide 15 - Tekstslide

Yo Tjappie, alles chill?
Je hebt (nog) geen diploma op minimaal MBO+2, havo of vwo niveau. De meesten van jouw leeftijdsgenoten met een diploma in the pocket volgen een opleiding of hebben een baan. En daarmee hebben ze money at the bank voor een telly, een scoetoe of een waggie. Kijk, dat is pas chill, dat wil jij toch ook?

Vertel ons wat je doet:
Heb je een baantje?
Ga je naar school?
Wil je hulp om naar school te gaan of om een (bij)baan te vinden?

App het ons op 06-123456789,
Team Jeugd
Gemeente Lelystad

Slide 16 - Tekstslide

Vind jij deze brief goed aansluiten bij de doelgroep? Leg uit waarom wel / waarom niet.

Slide 17 - Open vraag

Wat zou je zelf vinden als je zo'n brief van de gemeente zou krijgen?

Leuk/niet leuk. Licht je antwoord toe

Slide 18 - Open vraag

Herschrijf de tekst van de gemeente Lelystad nu als nette brief voor 40-plussers die geen straattaal begrijpen.

Doe dit samen met je buurman of buurvrouw.

Slide 19 - Open vraag

Wat hebben jullie al gedaan?
Jullie hebben nu voorbeelden gezien van waar en hoe straattaal wordt gebruikt.

Jullie hebben nagedacht over welke straattaalwoorden je kent, en wat ze betekenen in Standaardnederlands.

Maar... Soms past straattaal gewoon niet zo goed bij de situatie.

 

Slide 20 - Tekstslide

Ronde 1
Om te kijken of informatie is blijven hangen hebben we een quiz gemaakt. 

In de eerste ronde moet je de betekenis van een aantal woorden uit songteksten raden.

Slide 21 - Tekstslide

Die fissa was tantoe hard, door al die dope pokoes!
A
Dat feest duurde tot zo laat, door al die dure drankjes!
B
Dat feest was heel leuk, door al die gave nummers!
C
Dat festival liep zo uit de hand, door al die drugs!

Slide 22 - Quizvraag

''Zie ik wil peng tings 'pon road, nu heb ik peng tings on hold'' - Ronnie Flex
A
Ik wil knappe vrouwen onderweg, nu zet ik knappe vrouwen in de wacht.
B
Ik wil een geweer mee op reis, nu heb ik een geweer bij me.
C
Ik wil lekker eten onderweg, het lekkere eten wacht op me.

Slide 23 - Quizvraag

No span, er zit nog gas in die whip.
A
Geen stress, er zit nog benzine in de auto.
B
Geen zorgen, ik heb nog genoeg energie.
C
Ze is niet knap, maar heel bijdehand

Slide 24 - Quizvraag

''Ik beef met je peki''- Sevn Alias
A
Ik rooster je kip
B
Ik maak ruzie met je vriend
C
Ik maak ruzie met je vrouw

Slide 25 - Quizvraag

Ronde 2
Vragen over de straattaal zelf. Welke kennis heb jij opgedaan tijdens de les?

Slide 26 - Tekstslide

Wanneer is straattaal ontstaan?
A
eind 20e eeuw
B
eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000

Slide 27 - Quizvraag

Hoe komt het dat veel jongeren straattaal overnemen?
A
Het wordt gebruikt in songteksten
B
Jongeren zijn gevoelig voor populariteit en nemen dit van elkaar over.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.

Slide 28 - Quizvraag

Straattaal heeft vaak te maken met seks, relaties, geld en geweld. Hoe komt dit?
A
Straattaal hoort bij een machocultuur. Mannen zijn hier de baas.
B
De mensen die straattaal hebben bedacht vonden dat belangrijke onderwerpen.
C
De nummers die worden gemaakt gaan over dit soort onderwerpen.
D
Meer mannen dan vrouwen spreken straattaal.

Slide 29 - Quizvraag

Hoe werd straattaal ook wel genoemd?
A
Smurfentaal
B
Jip en Janneke-taal
C
Papiamentu

Slide 30 - Quizvraag

Waarom straattaal?
A
Een taal die niet iedereen begrijpt, kan handig zijn
B
Soms zijn Nederlandse woorden moeilijk te vinden
C
Het is een vorm van sociale identiteit onder jongeren.

Slide 31 - Quizvraag

Wat vond je van deze les?
Geef een cijfer tussen 1 en 10

Slide 32 - Open vraag