bs 5 + 6

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Bs 5: Sociaal gedrag

Gedrag van soortgenoten ten opzichte van elkaar

Communicatie

geluid,zichtbare signalen,geuren,kleuren,

aanrakingen.

ook door gezichtsuitdrukkingen.

Voortplantingsgedrag

bij vogels en vissen noem je dit balts

bij zoogdieren noem je dit bronst

vergroot de bereidheid tot paring en vermindert agressie.

Territoriumgedrag

Dieren kunnen een eigen gebied hebben waar ze in leven. Dit noem je een territorium. De grenzen van dit gebied markeren ze door urine of geurstoffen.

dreiggedrag/imponeergedrag

Overspronggedrag/ conflictgedrag

Als de motivatie voor twee gedragssystemen even sterk is, dan kan een dier overspronggedrag vertonen.

Overspronggedrag is gedrag dat helemaal niks te maken heeft met de situatie.

Bijvoorbeeld als een dier ''twijfelt'' tussen vechten en vluchten, dan opeens gaat krabben. 

Rangorde

Groepen

dominante mannetjes/ondergeschikte mannetjes

Dreiggedrag/imponeergedrag

verzoeningsgedrag: maakt zich klein, verbergt tanden, laat kwetsbare delen van lijf zien

rangorde in groepen bv. pikorde

insecten:staten

maken:

57-59 + 63-67

Mensen:

*Vertonen ook territoriumgedrag

schutting

plekje markeren voor koningsdag

*Vertonen ook groepsgedrag

imponeergedrag

overspronggedrag (bij zenuwen aan haar zitten bv)

Leerprocessen

Zijn hetzelfde als bij dieren.

Maar wij kunnen ervoor kiezen om ons gedrag niet te laten beïnvloeden door een bepaalde beloning.

Hoewel dat wel lastig is->verslaving

Rolgedrag

=Gedrag wat je verwacht van iemand in een bepaalde rol.

Jij hebt ook verschillende rollen: kind/leerling/werknemer

Normen en waarden

Waarde: iets wat je belangrijk vindt, bv: eerlijkheid

Norm: een gedragregel die volgt vanuit een bepaalde waarde.

Bepaald door cultuur.

Maak

72-74