Rijks Museum Quiz

Quiz:
Gouden 
Eeuw
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BVMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

Onderdelen in deze les

Quiz:
Gouden 
Eeuw

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke eeuw maakt Nederland wereldberoemd?
A
Zilveren Eeuw
B
Gouden Eeuw
C
Bronzen Eeuw
D
Diamanten Eeuw

Slide 3 - Quizvraag

De Gouden Eeuw is de:
A
15e Eeuw
B
16e Eeuw
C
17e Eeuw
D
18e Eeuw

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel schilders zijn er in de Gouden Eeuw?
A
zo'n 5000
B
zo'n 3000
C
zo'n 2000
D
zo'n 1000

Slide 5 - Quizvraag

De schilders van de Gouden Eeuw maakten samen ....... schilderijen
A
7 duizend
B
80 duizend
C
5 miljoen
D
9 miljoen

Slide 6 - Quizvraag

Wie is de belangrijkste schilder uit de Gouden Eeuw?
A
Rembrandt
B
Vincent van Gogh
C
Picasso
D
Mondriaan

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het beroemdste schilderij van Rembrandt?
A
Sterrennacht
B
Het meisje met de parel
C
De Nachtwacht
D
Zelfportret

Slide 8 - Quizvraag

(2 antwoorden) Wat is de omschrijving van de Nachtwacht?
A
Zelfportret
B
Groepsportret
C
Soldaten schilderij
D
Schuttersstuk

Slide 9 - Quizvraag

Een portret op de nachtwacht op de voorgrond koste: ....... goud guldens of florijnen
A
100,-
B
5000,-
C
500,-
D
250,-

Slide 10 - Quizvraag

De functies van de 2 heren op de voorgrond van de Nachtwacht zijn:
A
Kapitein en Luitenant
B
Chef en voorman
C
Soldaat en Matroos
D
Handelaar en koopman

Slide 11 - Quizvraag

Wat was het totaal bedrag wat Rembrandt verdiende aan de Nachtwacht?
A
26,-
B
2600,-
C
260,-
D
26000,-

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de officiële titel van de Nachtwacht?
A
Het leger van Frits Banken en Wim de Ruyter
B
Schietvereniging Cocq en Banning
C
Groepsportret van eigenaren en gasten van café de Compagnie
D
De compagnie van Frans Banning Cocq & Luitenant Willem van Ruijtenburgh

Slide 13 - Quizvraag

Waar komt veel handelswaar vandaan in de Gouden Eeuw?
A
Koloniën in Azië
B
Handelspartners in Rusland
C
Uit het grensgebied rondom Nederland
D
van kooplieden uit Scandinavië

Slide 14 - Quizvraag

Dit waren bekende handelswaren in de Gouden Eeuw:
A
Chips, koek en snoep
B
Kaneel, Peper en Porselein
C
Olie, rubber en houtskool
D
Verf, kwasten en schildersdoeken

Slide 15 - Quizvraag

Waar staan de letters VOC voor?
A
Vereniging over concurrentie
B
Verenigde Oost-Indische Compagnie
C
Voor Oostelijke Corruptie

Slide 16 - Quizvraag

Hoeveel werknemers heeft de VOC rond 1700?
A
250
B
5250
C
2500
D
25000

Slide 17 - Quizvraag

Wat brengt in de 17e eeuw ook veel geld op?
A
Walvisjacht en visserij
B
Landbouw en veehouderij
C
Manden vlechten en potten bakken
D
Bierbrouwen en het uitbaten van een café

Slide 18 - Quizvraag

Michiel de Ruyter is een:
A
17e eeuwse schilder
B
Landheer
C
De koning in de 17e eeuw
D
Zeeheld

Slide 19 - Quizvraag

Hoe heet de zakelijkleider van Michiel de Ruyter?
A
Anne van Limburg
B
Anna van Gelder
C
Anneke van Groningen
D
Ans van Utrecht

Slide 20 - Quizvraag

Welke taak heeft Anna van Gelder niet:
A
Verkoop van handelswaar
B
Extra geld en verse groenten sturen wanneer nodig
C
Uitbetaling van het loon van de matrozen
D
De onderbroeken van Michiel de Ruyter strijken

Slide 21 - Quizvraag

Hoeveel procent van de vrouwen kan lezen in de Gouden Eeuw?
A
99%
B
81%
C
51%
D
31%

Slide 22 - Quizvraag

Wat kopen Nederlanders in Ghana vanaf 1621?
A
Suiker
B
Slaven
C
Katoen
D
Olie

Slide 23 - Quizvraag

Hoe lang duurt de reis tussen Afrika en Suriname per schip in de Gouden Eeuw ongeveer?
A
6 weken
B
6 maanden
C
60 dagen
D
Een kwartaal

Slide 24 - Quizvraag

Hoeveel slaven komen er op de reis tussen Afrika en Suriname gemiddeld om het leven?
A
20
B
80
C
100
D
40

Slide 25 - Quizvraag

Waar gaan de slaven uit Ghana werken:
A
Olie raffinaderij
B
Suikerplantages
C
Zeevaart en visserij
D
Landbouw en veehouderij

Slide 26 - Quizvraag

Is iedereen rijk in de Gouden Eeuw?
A
Ja
B
Nee

Slide 27 - Quizvraag

Adel
Handelaar
Zeeheld
Matroos
Kleermaker
Soldaat
Prostituee
Admiraal
ARM
RIJK

Slide 28 - Sleepvraag

Wat doet de VOC om de handel in Azië veilig te stellen?
A
Lonen voor een normaal levensonderhoud
B
Eerlijke handel
C
Belasting afdragen aan de koning
D
Moorden en plunderen

Slide 29 - Quizvraag