In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
IPC Natuur
Les 2 en 3
Slide 1 - Tekstslide
Dit leer je vandaag:
Je leert dat er dag- en nachtdieren zijn.
Je leert hoe nachtdieren hun eten vinden in het donker.
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je over dit dier?
Typ hier jouw antwoord
Slide 3 - Woordweb
Dagdieren
Veel dieren eten en drinken overdag.
's Nachts slapen ze.
We noemen deze dieren dagdieren.
Nachtdieren
Er zijn ook dieren die pas in het donker op zoek gaan naar eten. Die noem je nachtdieren, bijvoorbeeld vleermuizen of egels.
Nachtdieren voelen zich in het donker veiliger. Maar ze moeten toch goed oppassen omdat er 's nachts ook roofdieren op pad zijn!
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Is het een nachtdier of een dagdier?
Dagdier
Nachtdier
Slide 6 - Sleepvraag
Hoe kunnen nachtdieren hun eten vinden in het donker? Typ hier jouw antwoord.
Slide 7 - Woordweb
Kijken en horen
Uilen jagen op konijnen, muizen en ratten.
Ze kunnen heel goed zien in het donker met hun grote ogen. Net als katten.
Katten en uilen hebben ook heel goede oren.
Slide 8 - Tekstslide
Ruiken en horen
Egels zoeken 's nachts naar wormen, torren en slakken.
Ze kunnen niet goed zien, maar hebben een heel goed neus.
Ze kunnen ook heel goed horen.
Slide 9 - Tekstslide
Horen
Vleermuizen jagen op nachtvlinders en muggen.
Ze kunnen heel goed horen. Dat kun je ook wel zien aan hun enorme oren.
Slide 10 - Tekstslide
Voelen en horen
Ratten zijn alleseters. Ze hebben, net als katten en muizen, lange haren op hun snuit. Hiermee kunnen ze goed voelen.
Ze hebben ook goede oren en een goede neus.
Slide 11 - Tekstslide
Ruiken
Nachtvlinders hebben een soort veertjes op hun kop. Hiermee kunnen ze goed ruiken. Ze kunnen zo in het donker toch bloemen vinden.
Slide 12 - Tekstslide
Filmpje: Waarom is een uil een nachtdier?
Uilen kunnen niet alleen goed zien in het donker, ze hebben ook een uitstekend gehoor. En als ze vliegen, hoor je hun vleugels niet. Wel zo handig voor een nachtdier dat in het donker jaagt!
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Hoe vindt dit nachtdier zijn eten in het donker?
A
kijken en horen
B
ruiken en horen
C
ruiken
D
voelen en horen
Slide 15 - Quizvraag
Hoe vindt dit nachtdier zijn eten in het donker?
A
kijken en horen
B
ruiken en horen
C
ruiken
D
voelen en horen
Slide 16 - Quizvraag
Hoe vindt dit nachtdier zijn eten in het donker?
A
kijken en horen
B
ruiken en horen
C
horen
D
voelen en horen
Slide 17 - Quizvraag
Hoe vindt dit nachtdier zijn eten in het donker?
A
kijken en horen
B
ruiken en horen
C
horen
D
voelen en horen
Slide 18 - Quizvraag
Hoe vindt dit nachtdier zijn eten in het donker?
A
kijken en horen
B
ruiken en horen
C
horen
D
voelen en horen
Slide 19 - Quizvraag
Roofdieren en prooidieren
Roofdieren jagen op andere dieren. Die dieren noem je prooidieren.
Maak de sleepvraag in de volgende dia over roofdieren en prooidieren.
Slide 20 - Tekstslide
Is het een roofdier of een prooidier?
Roofdier
Prooidier
muis
slak
vleermuis
nachtvlinder
kat
egel
uil
Slide 21 - Sleepvraag
De diepzee
Vervolg groep 5
Slide 22 - Tekstslide
Altijd nacht: in de diepste zeeën
Het is nooit helemaal donker 's nachts. Er is altijd wel wat licht, bijvoorbeeld van de sterren of de maan.
Alleen in de diepzee is het altijd echt pikdonker.
's Nachts, maar ook overdag. De diepzee is soms wel kilometers diep. Zelfs het licht van de zon kan daar niet komen. Op de bodem van de diepzee groeien dus geen planten. Maar er zijn daar wel dieren. Waar leven zij van?
Slide 23 - Tekstslide
Doe het licht eens aan
In de diepzee leven veel dieren van restjes planten en beestjes die langzaam naar de bodem zakken. Dat heet 'zeesneeuw'.
Zij vinden hun voedsel door zelf licht te geven.
Slide 24 - Tekstslide
Vissen in het donker
De hengelvis wacht tot het eten naar hem toe komt. Deze vis heeft op zijn kop een een lichtgevend staafje. Er komt altijd wel een vis op het licht af. Deze vissen zwemmen dan zo de bek van de hengelvis binnen.
Slide 25 - Tekstslide
Reuzen van de diepzee
In de diepzee is het ijskoud en er is weinig voedsel. Sommige dieren groeien daarom heel langzaam. Toch kunnen ze wel heel oud worden. Soms wel 150 jaar. Ze groeien al die jaren gewoon door. Sommige inktvissen worden wel meer dan 10 meter lang!
Een reuzenpissebed uit de diepzee kan wel 30 centimeter lang worden.
Een gewone pissebed op land is maar 1,5 centimeter lang.
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Op deze foto hebben de vissen mooie, opvallende kleuren. Waarom hebben vissen in de diepzee niet zulke mooie kleuren?
A
Je hebt in het donker niets aan al die mooie kleuren
B
Daar is het te koud voor
C
Ze hebben wel mooie kleuren, maar die zie je niet in het donker
D
Anders worden ze meteen opgegeten door de hengelvis
Slide 28 - Quizvraag
Filmpje
Engste diepzee dieren
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Video
Wat weet je over dit dier?
Typ hier jouw antwoord
Slide 31 - Woordweb
Een mol kan heel goed graven met zijn grote graafpoten.
5
Een mol heeft een heel goede neus.
4
Een mol heeft heel goede oren. Ze zitten onder zijn vacht. Er zit een klepje over de oren. Daardoor kan er geen grond inkomen.
2
Een mol heeft een zachte, korte vacht. Er blijft geen grond in zitten.
1
Met zijn snorharen kan een mol heel goed voelen.
6
Je hebt onder de grond niets aan goede ogen. Daarom zijn de ogen van de mol maar heel klein. Ze zitten onder zijn vacht.
3
Slide 32 - Tekstslide
Waarom wijzen de poten van een mol naar de zijkant?