Formuleren nieuw

Formuleren
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Formuleren

Slide 1 - Tekstslide

Verbeter deze zin: Jerry zei dat hij het liefst een weekend naar Parijs wilde, maar Barcelona leek hem ook wel leuk.

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Tekstslide

Formuleerfouten
1. Fouten met verwijswoorden
2. Incongruentie
3. Foutieve samentrekking
4. Foutieve beknopte bijzin
5. Zinnen onjuist begrenzen

Slide 4 - Tekstslide

1. Fouten met verwijswoorden
- Hij, zij, het; hem of haar; zijn of haar?
- Deze of die; dit of dat?
- Hen of hun?
- Dat of wat?
- VZ + wie of waar + VZ?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de juiste zin?
A
De vrouw waarmee ik date, is te studentikoos.
B
De vrouw met wie ik date, is te studentikoos.

Slide 10 - Quizvraag


A
Je ouders zijn lief, dus ik zou hen een cadeau geven.
B
Je ouders zijn lief, dus ik zou aan hen een cadeau geven.
C
Je ouders zijn lief, dus ik zou hun een cadeau geven.
D
Je ouders zijn lief, dus ik zou aan hun een cadeau geven.

Slide 11 - Quizvraag

2. Incongruentie
- Meervoudig onderwerp wordt voor enkelvoudig onderwerp aangezien
- Onderwerp met enkelvoudige kern wordt gevolgd door meervoudige bijvoeglijke bepaling
- Het meewerkend voorwerp wordt ten onrechte voor het onderwerp aangezien

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat is de juiste zin?
A
Ik denk dat Ajacieden de toegang ontzegd moeten worden.
B
Ik denk dat Ajacieden de toegang ontzegd moet worden.

Slide 14 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Alle reizigers worden gevraagd weg te gaan.
B
Alle reizigers wordt gevraagd weg te gaan.

Slide 15 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Ik heb een paar laarzen die erg mooi zijn.
B
Ik heb een paar laarzen dat erg mooi is.

Slide 16 - Quizvraag

Welke zin is juist?
A
Een aantal werknemers hebben geklaagd over de geluidsoverlast.
B
Een aantal werknemers heeft geklaagd over de geluidsoverlast.

Slide 17 - Quizvraag

3. Foutieve samentrekking
- Verschil in betekenis
- Verschil in vorm
- Verschil in grammaticale functie

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Trix is moe en ziek gemeld door haar moeder.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie (pv, ow, lv)
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal (mv, ev)

Slide 22 - Quizvraag

Veel sporters vonden het benauwd in de sporthal en wilden enkele deuren openzetten.
























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 23 - Quizvraag

Deze film kreeg een internationale prijs en heb ik vandaag in de bioscoop gezien.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal

Slide 24 - Quizvraag

De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.

























De juf wordt toegezongen door alle leerlingen en de lokalen versierd.



A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie (pv, ow, lv)
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal (mv, ev)

Slide 25 - Quizvraag

De conciërge zet de kratten frisdrank in het magazijn en daarna de vaatwasser uit.
A
de samentrekking is goed
B
het is niet dezelfde functie (pv, ow, lv)
C
het is niet dezelfde betekenis
D
het is niet hetzelfde getal (mv, ev)

Slide 26 - Quizvraag

Symmetrie
Bij nevenschikkingen in een zin moeten delen van de zin die je opsomt dezelfde grammaticale vorm hebben.

De delen moeten bijvoorbeeld allemaal in het enkelvoud zijn, in dezelfde tijd staan, beknopte bijzin zijn, gewone bijzin zijn, enz.

Slide 27 - Tekstslide

Asymmetrie
- Men hoort vaak dat kaas ongezond is, je kunt nog beter friet eten! 

- De Duitser eet veel vlees, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van.

- Ellen heeft haar bijbaantje voor de gezelligheid en om geld te verdienen

- Mijn mentor zei dat ik voor de toetsen langer moet leren en ik moet mijn huiswerk beter maken.

Slide 28 - Tekstslide

Symmetrie
Je hoort vaak dat kaas ongezond is, je kunt nog beter friet eten!
Of:
Men hoort vaak dat kaas ongezond is, men kan nog beter friet eten!

De Duitsers eten veel vlees, maar de Amerikanen kunnen er ook wat van.
of:
 De Duitser eet veel vlees, maar de Amerikaan kan er ook wat van. 


Slide 29 - Tekstslide

Symmetrie
Ellen heeft haar bijbaantje om het gezellig te hebben en om geld te verdienen.
of:
Ellen heeft haar bijbaantje voor (vz) de gezelligheid en vanwege (vz) de verdiensten.

Mijn mentor zei dat ik voor toetsen langer moet leren en dat ik mijn huiswerk beter moet maken. 

Slide 30 - Tekstslide

Als je topsporter wilt worden, zijn doorzetten, talent, goede begeleiding en dat je ouders je steunen belangrijk.
A
Symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 31 - Quizvraag

De conciërge vindt het belangrijk om de rust in de gang te bewaren en dat er geen rommel op de grond gegooid wordt.
A
Symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 32 - Quizvraag

Veel mensen bezoeken de bibliotheek om boeken te lenen en om tijdschriften te lezen.
A
Symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 33 - Quizvraag

Veel treinen rijden niet doordat wissels bevriezen en als gevolg van bladeren op de rails.
A
Symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 34 - Quizvraag

Fiets ik naar school, zag ik daar toch twee herten oversteken.
A
Symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 35 - Quizvraag

Ik ga naar de sportschool om fit te blijven en omdat ik wil afvallen.
A
Symmetrie
B
Geen symmetrie

Slide 36 - Quizvraag

4. Foutieve beknopte bijzin
- Verborgen onderwerp vergelijken met het onderwerp in de hoofdzin

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Wachtend op het perron, bleek de trein al vertrokken.
A
goed
B
foutief

Slide 39 - Quizvraag

Etend van een koekje, ging Koekiemonster zijn vuilnisbak in.
A
goed
B
foutief

Slide 40 - Quizvraag

5. Zinnen onjuist begrenzen
- Geen bijzinnen als zelfstandige zin 
- Geen zinnen onterecht samenvoegen

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Video

Wat is de juiste zin?
A
Lizzy nam een banaan mee. Waarna ze de banaan vergat.
B
Lizzy nam een banaan mee, waarna ze de banaan vergat.

Slide 43 - Quizvraag

En dan ... toetsen.

Slide 44 - Tekstslide

Peter besloot vandaag niet bij zijn bejaarde vader op bezoek te gaan, omdat hij behoorlijk ziek was.

Slide 45 - Open vraag

Slide 46 - Tekstslide

Op mijn racefiets door het bosrijke landschap rijdend, stak vlak voor mij een wild zwijn met zes jongen het fietspad over.

Slide 47 - Open vraag

In dit winkelcentrum worden overdag vaak diefstallen gepleegd en 's nachts ingebroken.

Slide 48 - Open vraag

Omdat dit bedrijf .... internationale activiteiten wil ontwikkelen, gaat .... binnenkort op zoek naar enkele buitenlandse partners.

Slide 49 - Open vraag

Ik wil je graag voorstellen aan mijn nieuwe vriend, waarmee ik deze zomer een mooie wereldreis ga maken.

Slide 50 - Open vraag

Einde

Slide 51 - Tekstslide