Klas 1: Theorie thema 4/blok 1

Schone en veilige omgeving
blok 1: Schoonmaken
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Schone en veilige omgeving
blok 1: Schoonmaken

Slide 1 - Tekstslide

Doelen van dit blok
  1. Je kan benoemen waarom je schoonmaakt.
  2. Je kan de veiligheidssymbolen van schoonmaakproducten herkennen.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom maak je je kamer (soms) schoon?

Slide 3 - Open vraag

Waarom schoonmaken
Persoonlijke redenen
Je kunt je prettig voelen in een opgeruimd huis.
Hygiëne
Door schoonmaken verwijder je bacteriën, schimmels en
ongedierte. Die kunnen ziektes veroorzaken. Als je huisdieren
hebt, moet je vaker schoonmaken.
Veiligheid
Je maakt schoon en ruimte op om ongelukken te voorkomen. Zoals
door rondslingerende spullen op de trap.
Behoud van materialen
Een vuil voorwerp kan sneller gaan roesten of slijten

Slide 4 - Tekstslide

Huissstofmijt
*komen in elk huis voor in matrassen, dekbedden en kussens . Huisstofmijten komen ook voor in kleding, tapijt, stoffering van meubilair en speelgoed (voornamelijk knuffelbeesten).

*door regelmatig goed schoon te maken voorkom je dat de huisstofmijt zich heel snel voortplant

*voedt zich met name met huidschilfers

*allergie 
voor de ontlasting van de mijt.
(in één bed kunnen wel 1 miljoen huisstofmijten leven)

Slide 5 - Tekstslide

hoe maak je schoon
Openzetten van de ramen voor frisse lucht.
van hoog naar laag en van achteren naar voren te werken.

Volgorde schoonmaken:

Grof vuil verwijderen, zoals papierproppen
Droog stof verwijderen, met een stofdoek, of een vochtige doek
Stofzuigen
Natte werkzaamheden uitvoeren, zoals dweilen, een kast nat
afnemen en ramen lappen
Het gebruikte werkmateriaal schoonmaken en opbergen

Slide 6 - Tekstslide

Schoonmaakmiddelen bestanddelen
schuurpoeder, oplosmiddel, vulmiddel en kleuren geurstoffen.


belangrijkste stof= wasactieve stof.

Slide 7 - Tekstslide

Veiligheidssymbolen
Milieu

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Veilig werken
Bewaar schoonmaakmiddelen altijd in de verpakking waarin ze horen.

Berg ze zo op dat kleine kinderen er niet bij kunnen

Gooi restjes niet weg, maar breng ze zo nodig naar een plek waar
klein chemisch afval verzameld wordt.

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Je leest blok 1 en maakt de vragen van blok 1.

Klaar? 
Kijk in de samenwerkingsruimte naar de extra opdrachten bij thema 4.

Slide 11 - Tekstslide

QUIZ
Zijn de doelen van de les behaald?

Slide 12 - Tekstslide

Als een stof schadelijk is wat voor symbool staat er dan op het product
A
Doodshoofdjes
B
reageerbuisjes
C
een skelet
D
een uitroepteken

Slide 13 - Quizvraag

Als een schoonmaakmiddel bijtend is wat voor symbool staat er dan op het product?
A
reageerbuisjes
B
tandjes
C
een handschoen
D
een maatbeker

Slide 14 - Quizvraag

Als eens schoonmaakmiddel schadelijk is voor het milieu wat voor symbool staat er dan op het product?
A
Allemaal afgestorven planten
B
een grafsteen bij een boom
C
boom en dood visje
D
een ton met een gele sticker

Slide 15 - Quizvraag

Hoeveel huisstofmijten zitten er gemiddeld in een bed?
A
half miljoen/miljoen
B
duizend
C
10
D
honderduizend

Slide 16 - Quizvraag

Iemand die allergisch is voor huisstofmijt reageert op:
A
De adem van de mijt
B
De ontlasting van de mijt
C
Het stof wat de mijt achter laat op de dekens
D
De eitjes die de mijt legt

Slide 17 - Quizvraag

Hoe zorg je ervoor dat je niet (teveel) mijten krijgt?
A
Bed elke week buiten zetten
B
Snachts de lampen aan laten staan
C
Beddegoed wassen, ventileren en stofzuigen
D
Spiegels ophangen in je slaapkamer

Slide 18 - Quizvraag

Als je schoonmaakt begin je altijd
A
Onderaan
B
bovenaan

Slide 19 - Quizvraag

Waar begin je mee met schoonmaken
A
vuil verzamelen
B
dweilen
C
afstoffen

Slide 20 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste stofje in schoonmaakmiddel
A
vulmiddel
B
schuurmiddel
C
wasactieve stof
D
bleek

Slide 21 - Quizvraag

Wat heb je geleerd..........

Slide 22 - Tekstslide