§4.4 Energie en transport

§4.4 Transport en energie                                                
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 10 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§4.4 Transport en energie                                                

Slide 1 - Tekstslide

Overleg eens met elkaar. Wat is energie?
Wat leer je vandaag?
Aan het einde van deze les:

... weet je dat het verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor meer Co2 in de lucht
... begrijp je hoe een stijging van de Co2 deeltjes in de lucht zorgt voor klimaatverandering
... kun je voorbeelden noemen van manieren waarop je duurzamer en klimaat neutraler kunt leven. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  • Terugblik
  • Kernenergie
  • Klimaatneutraal
  • Aan de slag
  • Einde

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een gevolg van klimaatverandering is....
A
Het opwarmen van de aarde
B
Dat het aantal CO2 deeltjes op aarde minder wordt
C
Door het smelten van landijs, stijgt de zeespiegel
D
Meer risico op overstromingen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is energie?
A
Energie heb je nodig om iets te laten werken. Je verkrijgt het door hernieuwbare brandstoffen te verbranden.
B
Energie heb je nodig om iets te laten werken. je verkrijgt het door fossiele brandstoffen te verbranden.
C
Energie heb je nodig om iets te laten werken. Je verkrijgt dit door fossiele brandstoffen samen te persen

Slide 5 - Quizvraag

Eerst overleggen de leerlingen kort met elkaar. Waar hebben we het over als het gaat om energie? Welke energiebronnen zijn er zoal?

Welke beschrijving is juist?
In het klimaatakkoord van Parijs stonden...
A
Afspraken over hoeveel CO2 elk land uit mag stoten
B
Afspraken over het klimaat. Er moet minder CO2 worden uitgestoten. Per land worden regels bedacht.
C
Internationale regels waaraan landen zich moeten houden om de CO2 uitstoot te verminderen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door CO2 in de lucht is er het broeikaseffect.
Wat is het broeikaseffect?
A
Het afgeven van warmtestraling vanaf de zon naar de aarde.
B
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de ruimte naar de aarde.
C
Het tegenhouden van warmtestraling vanaf de aarde naar de ruimte.
D
Het afgeven van warmtestraling vanaf de maan naar de aarde.

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het versterkte broeikaseffect?
A
Het vasthouden van de warmte door broeikasgassen
B
Afname van broeikasgassen rondom de aarde
C
De massale ontbossing waardoor CO2 niet meer wordt opgenomen
D
Toename van hoge concentraties broeikasgassen in de atmosfeer

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voorbeelden van duurzame energiebronnen?
A
Zonnepanelen en waterkracht
B
Zonnepanelen en verbranden fossiele brandstoffen
C
Fossiele brandstoffen en wind-en waterkracht

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met elkaar lezen 4.4
Doelen:
Je weet dat het gebruik van fossiele brandstoffen klimaatopwarming veroorzaakt.
Je begrijpt dat het gebruik van duurzame energiebronnen de klimaatopwarming afremt.
Je kunt praktische oplossingen aandragen voor de vermindering van de CO₂-uitstoot.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom moet er eerst bezuinigd worden op energiegebruik, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?
A: Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken als we willen.

B: Door te bezuinigen sparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.

C: Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.

D: We gebruiken nu meer energie dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waarom moet er eerst bezuinigd worden op energiegebruik, voordat we kunnen beginnen met de energietransitie?
A
Dat hoeft niet, groene energie kunnen we zoveel gebruiken als we willen.
B
Door te bezuinigen sparen we geld wat we kunnen investeren in groene energie.
C
Onze huidige fabrieken, lampen en verwarmingen werken niet goed op groene energie.
D
We gebruiken nu meer energie dan we ooit duurzaam kunnen opwekken.

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Er is niet altijd genoeg zon en wind. De vorige vraag ging over bezuinigen op energiegebruik. Waarom is er dan nog steeds niet genoeg zon en wind?
A: Als de wind gaat liggen en er komen wolken voor de zon, zou de stroom uit kunnen vallen.

B: Door teveel van de zon en wind te gebruiken is er straks misschien te weinig zonlicht over.

C: Er zijn nu nog te weinig zonnepanelen en windmolens. Die moeten we eerst nog maken.

D: Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Er is niet altijd genoeg zon en wind. De vorige vraag ging over bezuinigen op energiegebruik. Waarom is er dan nog steeds niet genoeg zon en wind?
A
Als de wind gaat liggen en er komen wolken voor de zon, zou de stroom uit kunnen vallen.
B
Door teveel van de zon en wind te gebruiken is er straks misschien te weinig zonlicht over.
C
Er zijn nu nog te weinig zonnepanelen en windmolens. Die moeten we eerst nog maken.
D
Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waterstof maken we van water en.. elektriciteit. Is waterstof dan wel duurzaam?
A: Als de wind gaat liggen en er komen wolken voor de zon, zou de stroom uit kunnen vallen.

B: Door teveel van de zon en wind te gebruiken is er straks misschien te weinig zonlicht over.

C: Er zijn nu nog te weinig zonnepanelen en windmolens. Die moeten we eerst nog maken.

D: Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Waterstof maken we van water en.. elektriciteit. Is waterstof dan wel duurzaam?
A
Ja, omdat bij het gebruik van waterstof alleen waterdamp vrijkomt.
B
Soms, het hangt er vanaf hoe we de elektriciteit die we hiervoor gebruiken opwekken.
C
Nee, als we dit doen kan het zijn dat al het water op raakt.
D
Nee, want ook bij waterstof worden er gassen uitgestoten.

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Biomassa levert gas op. Als we dit gas verbranden, komt toch CO2 vrij. Waarom noemen we dit dan toch 'groen gas'?
A: De CO2 die bij groen gas vrijkomt, is eerder al door planten uit de lucht gehaald.

B: De naam groen gras slaat op de kleur van plantenafval, verder is dit gas niet duurzaam.

C: Omdat bij gas van biomassa alleen maar waterstofgas vrijkomt.

D: Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Biomassa levert gas op. Als we dit gas verbranden, komt toch CO2 vrij. Waarom noemen we dit dan toch 'groen gas'?
A
De CO2 die bij groen gas vrijkomt, is eerder al door planten uit de lucht gehaald.
B
De naam groen gras slaat op de kleur van plantenafval, verder is dit gas niet duurzaam.
C
Omdat bij gas van biomassa alleen maar waterstofgas vrijkomt.
D
We noemen dit groen gas omdat het ervoor zorgt dat we minder afval hebben.

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

We moeten juist minder olie, gas en kolen uit de grond halen. Geothermie komt ook uit de grond. Is dat dan wel een goede oplossing?
A: Ja, want bij geothermie halen we alleen warm water naar boven en verbranden we niks.

B: Ja, want geothermie zit minder diep in de aarde dan olie, gas en kolen.

C: Soms, het hangt er vanaf of we de warmte ook weer terug onder de grond stoppen.

D: Zelfs als de zon fel schijnt en het waait heel hard, hebben we nog niet genoeg energie.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 24 - Video

Deze slide heeft geen instructies


We moeten juist minder olie, gas en kolen uit de grond halen. Geothermie komt ook uit de grond. Is dat dan wel een goede oplossing?
A
Ja, want bij geothermie halen we alleen warm water naar boven en verbranden we niks.
B
Ja, want geothermie zit minder diep in de aarde dan olie, gas en kolen.
C
Soms, het hangt er vanaf of we de warmte ook weer terug onder de grond stoppen.
D
Nee, geothermie is fossiel en daarom niet duurzaam.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

duurzame energiebron – Een energiebron die niet opraakt.
isolatie – Afscherming van fysieke invloeden, zoals warmte, geluid en elektrische stroom.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

fossiele energiebronnen – Energiebronnen die ontstaan zijn uit planten en dieren, zoals aardolie, aardgas en steenkool.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

klimaatneutraal – Geen negatief effect hebbend op het klimaat.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klimaatakkoord
klimaatakkoord – Een afspraak tussen landen om klimaatverandering tegen te gaan.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat ga je doen?
Maak van §4.4 opdrachten 1 t/m 6
timer
20:00

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat leren we vandaag?
Aan het einde van deze les:

... weet je dat het verbranden van fossiele brandstoffen zorgt voor meer Co2 in de lucht
... begrijp je hoe een stijging van de Co2 deeltjes in de lucht zorgt voor klimaatverandering
... kun je voorbeelden noemen van manieren waarop je duurzamer en klimaat neutraler kunt leven. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

klimaatverandering – Verandering van het klimaat op de aarde als gevolg van natuurlijke oorzaken of door activiteiten van de mens.
koolstofdioxide – Een belangrijk gas dat warmte kan vasthouden en dat van nature in de atmosfeer voorkomt (CO₂).

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zorgt het verbranden van fossiele brandstoffen voor klimaatverandering?
- Koolstofdioxide (CO2)
- Bij de verbranding van koolstoffen komt koolstofdioxide in de lucht terecht
- De koolstof verdwijnt dus eigenlijk niet, maar zit op een andere plek

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de koolstofkringloop?
- Verplaatsing van koolstof door 
de lucht, bodem, levende natuur
en water

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zorgen we voor een vermindering van de CO2-uitstoot?
- Klimaatakkoord van Parijs (regels en wetten voor minder CO2-uitstoot)
- Duurzame energiebronnen (Welke ken je?)
- Doel: klimaatneutraal worden

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kernenergie
  1. Wat is het voordeel van kernenergie?

  2. Waarom zijn mensen bang voor kernenergie?

  3. Wat is de mening van de spreker in dit filmpje over kernenergie?

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 41 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 42 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kernenergie
  1. Wat is het voordeel van kernenergie?

  2. Waarom zijn mensen bang voor kernenergie?

  3. Wat is de mening van de spreker in dit filmpje over kernenergie?

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies