2.4 populaties

Thema 2 ecologie
2.4 populaties
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 2 ecologie
2.4 populaties

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we deze les doen
- Herhalen 2.3 kringlopen
- Uitleg 2.4 populaties
- Aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

Welke kringloop is dit?
A
De stikstofkringloop
B
De koolstofkringloop
C
De zuurstofkringloop
D
De kringloop van het leven

Slide 3 - Quizvraag

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop dan aan verbranding? Meerdere antwoorden mogelijk.


A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
alle organismen

Slide 4 - Quizvraag

wat neemt de plant op van de stikstofkringloop?
A
nitriet
B
water
C
glucose
D
nitraat

Slide 5 - Quizvraag

In de stikstofkringloop vindt in de grond een omzetting plaats van afval (dode resten van organismen) in (stikstof)mineralen. Welke organismen zorgen voor deze omzetting?
A
Planten
B
Dieren
C
Bacteriën en schimmels
D
Zowel planten, dieren, schimmels als bacteriën

Slide 6 - Quizvraag

Leerdoel
Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren. 

Je moet de niveaus van de ecologie kunnen beschrijven. 

Je kunt aangeven hoe de grootte van een populatie wordt beïnvloed door biotische en abiotische factoren. 

Slide 7 - Tekstslide

Biotische en abiotische factoren
Alle organismen worden beïnvloed door het milieu (= leefomgeving)

Biotische factoren = invloeden uit de levende natuur
Abiotische factoren = Invloeden uit de levenloze natuur

Alle abiotische factoren samen worden biotoop genoemd

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Niveaus van de ecologie
1. individu -> 1 organisme (vb. roodborstje)
2. populatie -> groep individuen van dezelfde soort in bepaald gebied die zich onderling voortplanten (vb. veel roodborstjes)
3. levensgemeenschap -> alle populaties in een gebied samen die elkaar onderling beïnvloeden (rups->roodborstje->vos)
4. ecosysteem -> gebied waarin biotische en abiotische factoren een eenheid vormen (vb. bos, sloot, duingebied)

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Populatiegrootte
Hangt af van invloeden vanuit de omgeving

Biologisch evenwicht: toestand waarin de grootte van elke populatie in een ecosysteem schommelt om een bepaalde waarde

Slide 12 - Tekstslide

Optimum
kromme
Elk organisme kan maar een bepaalde schommeling in temperatuur verdragen

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
2.4   Populaties
Opdracht 25 t/m 33

Klaar? Leren voor het tentamen
Biologiepagina.nl

Slide 14 - Tekstslide