Betoog

Welkom!
Meld je aan bij LessonUp
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Meld je aan bij LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Herhalen betoog
Bespreken huiswerk
Uitleg: Feitelijke en waarderende argumenten
Samen oefenen
Aan de slag!
Reflectie: Wat heb je geleerd?

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je van een betoog?

Slide 3 - Woordweb

Betoog

Tekstdoel = overtuigen of activeren
Hoofdgedachte = het standpunt van de schrijver
Tekststructuur = argumentatiestructuur

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Sleepvraag

Bespreken huiswerk


We bespreken opdracht 1 (p. 122)

Slide 6 - Tekstslide

1. Formuleer het standpunt van de auteur

Slide 7 - Woordweb

2. Welk argument voor het standpunt geeft de auteur in alinea 2?

Slide 8 - Woordweb

3. Argumentatieschema op basis van...
A
Autoriteit
B
Eigenschappen
C
Oorzaak en gevolg
D
Voorbeelden

Slide 9 - Quizvraag

4. Welk argument geeft de schrijver in alinea 3 (mag korter en in eigen woorden)

Slide 10 - Woordweb

5. Is dit een feitelijk of waarderend argument?
A
Feitelijk
B
Waarderend

Slide 11 - Quizvraag

6. Wat is het argument in alinea 4 (mag korter en in eigen woorden)

Slide 12 - Woordweb

Argumentatieschema tekst 1
Standpunt: universiteiten moeten de 5 vwo-eis niet als selectiecriterium gebruiken.
Argument 1: dit leidt tot ongelijkheid tussen leerlingen die doubleren en leerlingen die dat niet doen.
Argument 2: ook als een kandidaat na afwijzing nog een keer wil proberen wordt hij/zij afgewezen op basis van cijfers uit de vijfde.
Argument 3: leerlingen kiezen er door deze eis voor om klas 5 over te doen, ook als ze wel bevorderd zijn.

Slide 13 - Tekstslide

Standpunt en argumenten
Argumenten ondersteunen het standpunt

Feitelijke argumenten = gebaseerd op een feit
Waarderende argumenten = gebaseerd op een mening (iets is (on)gepast, goed of slecht, mooi of lelijk)

Slide 14 - Tekstslide

Er worden verschillende standpunten en argumenten gegeven. Geef van elk argument steeds aan of het een waarderend of feitelijk argument is

Slide 15 - Tekstslide

Wiskunde is het mooiste vak ter wereld, want er is niets mooier dan het oplossen van een wiskundesom
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 16 - Quizvraag

Er moet meer tijd worden besteed aan vaderlandse geschiedenis, want de bevolking moet trots zijn op ons land
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 17 - Quizvraag

Er zijn weer dode eenden gevonden. Er zal toch echt minder afval in de sloot gegooid moeten worden
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 18 - Quizvraag

Omdat ik altijd geld kan overmaken met mijn telefoon, is 'ie echt onmisbaar.
A
Feitelijk argument
B
Waarderend argument

Slide 19 - Quizvraag

Tegenargumenten en weerlegging

Tegenargument = je ontkracht een standpunt
Weerlegging = je weerlegt een argument

Slide 20 - Tekstslide

Feitelijk 
argument
Waarderend
argument
Standpunt
Tegen
argument
Weer
legging
Die cabaretier is echt heel goed.
Geen wonder dat zijn voorstellingen altijd uitverkocht zijn
Voor zijn show in Carré zijn nog kaarten beschikbaar hoor.

Slide 21 - Sleepvraag

Feitelijk 
argument
Waarderend
argument
Standpunt
Tegen
argument
Weer
legging
Honden uit het asiel zijn een beetje vies.
Je kunt dus beter geen hond uit het asiel halen
Je geeft honden wel een beter leven als je ze uit het asiel haalt.

Slide 22 - Sleepvraag

Feitelijk 
argument
Waarderend
argument
Standpunt
Tegen
argument
Weer
legging
Omdat we afhankelijk zijn van Russisch aardgas,
moeten we wel probere Rusland te vriend te houden
We zijn echt niet afhankelijk van Russisch aardgas. Er zijn veel meer gasbronnen.

Slide 23 - Sleepvraag

Huiswerk donderdag
Neem een tekst mee (bijvoorbeeld uit de krant) waarvan jij denkt dat het om een beschouwing, betoog of een uiteenzetting gaat (minimaal 400 woorden). 

Slide 24 - Tekstslide