Week 6 - 8 februari 2024 2

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De opbouw van de tekst 
titel
inleiding
alinea
bron
plaatje

Slide 2 - Sleepvraag

korte tekst
lange tekst
scantekst
gatentekst

Slide 3 - Sleepvraag

Wat betekent:

Absatz
A
zin
B
alinea
C
regel
D
tekstdeel

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent:

Zeile
A
zin
B
alinea
C
regel
D
tekstdeel

Slide 5 - Quizvraag

Wat betekent:

Satz
A
zin
B
alinea
C
regel
D
tekstdeel

Slide 6 - Quizvraag

Wat betekent:

Sätze
A
zinnen
B
alinea
C
regel
D
tekstdeel

Slide 7 - Quizvraag

de schrijver
de regel
het doel
de titel
Der Verfasser

das Ziel

die Zeile
die Überschrift

Slide 8 - Sleepvraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Ich habe statt das Auto, doch ein Fahrrad gekauft.
doch = ...
A
gevolg/conclusie
B
reden/verklaring
C
tegenstelling
D
uitbreiding/opsomming

Slide 12 - Quizvraag

Ich gehe ins Kino, denn ich finde das toll!
denn = .......
A
reden/verklaring
B
tegenstelling
C
vergelijking
D
voorbeeld geven

Slide 13 - Quizvraag

Ich habe Englisch, und sogar Deutsch!!!
sogar = .........
A
gevolg/conclusie
B
vergelijking
C
versterking
D
tegenstelling

Slide 14 - Quizvraag

In Utrecht ist viel zu tun, es gibt zum Beispiel viele verschiedene Museen.
zum Beispiel = ....
A
voorbeeld geven
B
vergelijking
C
reden/verklaring
D
uitbreiding/opsomming

Slide 15 - Quizvraag

Es ist verboten zu rauchen im Krankenhaus, auch auf dem Schulhof darf nicht mehr geraucht werden.
auch= ....
A
conclusie
B
hoeveelheid
C
voorbeeld
D
uitbreiding/opsomming

Slide 16 - Quizvraag

Es gibt Leute die viel verdienen, aber manche verdienen wenig
aber =
A
dus
B
maar
C
meestal
D
toen

Slide 17 - Quizvraag

Bisher hat mein Bruder immer gearbeitet.
Bisher =
A
eerst
B
vooral
C
voordat
D
tot nu toe

Slide 18 - Quizvraag

Während die Freunde Spass hatten, hatte der Jungen den Unfall.
Während=
A
al
B
hoewel
C
tijdens
D
tegenwoordig

Slide 19 - Quizvraag

Ich habe ...... immer viel verdient.
welk signaalwoord ontbreekt?
A
auch
B
also
C
obwohl
D
schon

Slide 20 - Quizvraag

Ich habe keine Schulden, .... kann ich ein Haus kaufen
welk signaalwoord ontbreekt?
A
doch
B
deshalb
C
denn
D
gerade

Slide 21 - Quizvraag

also
damit
deshalb
auch
dagegen
sogar
ook
zelfs
zodat
daarom
dus
daarentegen

Slide 22 - Sleepvraag