Les 1

Periode 4
Toets over  Evaluatie + differentiatie 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Periode 4
Toets over  Evaluatie + differentiatie 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is differentiëren?

Slide 2 - Woordweb

Geef een voorbeeld van een differentiatie

Slide 3 - Open vraag

Differentiëren 
Differentiëren is een noodzakelijke didactische vaardigheid van een lesgever om tegemoet te komen aan de verschillen die tussen deelnemers bestaan.

Kortom: Iedereen is verschillend en iedereen wil graag leren.

Slide 4 - Tekstslide

Differentiëren
Differentiëren kan op de volgende 2 manieren:
1. Organisatorische differentiatie
2. Inhoudelijke differentiatie

Slide 5 - Tekstslide

Organisatorische differentiatie
Door de organisatie aan te passen

Bijvoorbeeld:
Kast hoger maken
Mat verder weg leggen
Andere groepsindeling maken
Meer / minder rondje lopen

Slide 6 - Tekstslide

Organisatorische differentiatie
Herhaling:

Basis: De deelnemers gaan met voetbal een wreeftrap overspelen naar de andere persoon over 17 meter

Uitbreiding:


Slide 7 - Tekstslide

Wat is de herhaling van:

Basis: De deelnemers gaan met voetbal een wreeftrap overspelen naar de andere persoon over 17 meter

Slide 8 - Open vraag

Organisatorische differentiatie
Herhaling: De deelnemers gaan met voetbal een wreeftrap overspelen naar de andere persoon over 10 meter

Basis: De deelnemers gaan met voetbal een wreeftrap overspelen naar de andere persoon over 17 meter

Uitbreiding:


Slide 9 - Tekstslide

Wat is de Uitbreiding van:

Basis: De deelnemers gaan met voetbal een wreeftrap overspelen naar de andere persoon over 17 meter

Slide 10 - Open vraag

Organisatorische differentiatie
Herhaling: De deelnemers gaan met voetbal een wreeftrap overspelen naar de andere persoon over 15 meter

Basis: De deelnemers gaan met voetbal een wreeftrap overspelen naar de andere persoon over 17 meter

Uitbreiding: De deelnemers gaan met voetbal een wreeftrap overspelen naar de andere persoon over 17 meter over een laag doeltje (2m) 


Slide 11 - Tekstslide

Opdracht
Vul het document met opdrachten aan: Herhaling en Uitbreiding

20 min

Klaar opsturen naar Puck, met de namen van je 2-tal op het document

Slide 12 - Tekstslide

Inhoudelijke differentiatie
Je past de bewegingsvormen aan.

Bijvoorbeeld:
Overspelen met 1 hand op de rug (handbal)
Salto gehoekt ipv gehurkt
Borstcrawl met een draai (koprol) keerpunt

Slide 13 - Tekstslide

Inhoudelijke differentiatie
Herhaling:

Basis: De deelnemers gaan met voetbal een wreeftrap overspelen naar de andere persoon over 12 meter

Uitbreiding:


Slide 14 - Tekstslide

Wat is de herhaling van:

Basis: De deelnemers gaan met voetbal een wreeftrap overspelen naar de andere persoon over 12 meter

Slide 15 - Open vraag

Inhoudelijke differentiatie
Herhaling: De deelnemers gaan met voetbal binnenkant voet overspelen naar de andere persoon over 17 meter

Basis: De deelnemers gaan met voetbal een wreeftrap overspelen naar de andere persoon over 17 meter

Uitbreiding:


Slide 16 - Tekstslide

Wat is de uitbreiding van:

Basis: De deelnemers gaan met voetbal een wreeftrap overspelen naar de andere persoon over 12 meter

Slide 17 - Open vraag

Inhoudelijke differentiatie
Herhaling: De deelnemers gaan met voetbal binnenkant voet overspelen naar de andere persoon over 12 meter

Basis: De deelnemers gaan met voetbal een wreeftrap overspelen naar de andere persoon over 17 meter

Uitbreiding: De deelnemers gaan met voetbal binnenkant voet overspelen naar de andere persoon over 17 meter met het andere been


Slide 18 - Tekstslide

Opdracht
Vul het document met opdrachten aan: Herhaling en Uitbreiding

20 min

Klaar opsturen naar Puck, met de namen van je 2-tal op het document

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 7
Maak opdracht 7 

Van hoofdstuk 5 Bewegingsvormen

Slide 20 - Tekstslide

Waarom moet je differentiëren als sportleider?

Slide 21 - Open vraag

Welke 2 vormen van Differentiëren zijn er?

Slide 22 - Open vraag

Waar staan de letters B, H & U voor?

Slide 23 - Open vraag

De kast hoger maken bij een zweefhurksprong is een voorbeeld van....
A
Inhoudelijke differentiatie
B
Organisatorische differentiatie

Slide 24 - Quizvraag

Tot volgende week!
Goed gewerkt
Volgende week gaan wij hiermee verder + Evalueren

Slide 25 - Tekstslide