H8 Symmetrie

 Symmetrie
VMBO-T klas 1
1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

 Symmetrie
VMBO-T klas 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Lijnsymmetrie
In de volgende dia`s wordt uitgelegd wat lijnsymmetrie is. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lijnsymmetrie
Een figuur is lijnsymmetrisch of spiegelsymmetrisch als deze uit twee helften bestaat, die elkaars spiegelbeeld zijn.

De vouwlijn noemen we de symmetrieas.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spiegelbeeld
Spiegelbeeld: de linkerkant en de rechterkant van de vlinder zijn elkaars spiegelbeeld. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Linker- en rechterhelft hetzelfde!
Of: Beide helften zijn elkaars spiegelbeeld.
Linker- en rechterhelft hetzelfde!
Of: Beide helften zijn elkaars spiegelbeeld.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De vlinder is lijnsymmetrisch

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een afbeelding kan ook méér dan één symmetrieas hebben

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zoek de 6 symmetrie-assen:

Teken symmetrieassen altijd met behulp van een liniaal. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen h
heeft dit figuur?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen
heeft dit figuur?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

8.2 Symmetrie in vlakke figuren

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelijkbenige driehoek
Twee zijden zijn even lang

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelijkzijdige driehoek
Alle zijden zijn even lang

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beide driehoeken zijn
symmetrisch

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen heeft de gelijkbenige driehoek?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen heeft de gelijkzijdige driehoek?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent dit voor de hoeken?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent dit voor de hoeken?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gelijkzijdige driehoek
3 gelijke zijden

3 gelijke hoeken

3 symmetrie-assen






Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel gelijke zijden heeft een gelijkbenige driehoek?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrieassen heeft een gelijkzijdige driehoek?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke driehoek zijn alledrie de hoeken even groot?

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur ?
A
1
B
3
C
4
D
6

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoeveel symmetrie-assen
heeft het figuur?
A
2
B
4
C
8
D
oneindig

Slide 26 - Quizvraag

Benadruk dat optie B en C niet tot het goede antwoord leiden. Daarom moet je gewoon de onhandige originele volgorde gebruiken.
Wat voor symmetrie heeft dit figuur?
A
Lijnsymmetrie
B
Draaisymmetrie
C
Punt symmetrie
D
Asymmetrisch

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur?
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe heet dit figuur?

A
gelijkbenige parallellogram
B
gelijkbenige trapezium
C
ruit
D
vlieger

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


hoeveel symmetrie-assen heeft dit figuur?
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke figuren hebben symmetrie assen?
A
3 en 5
B
1,2 en 4
C
2, 4 en 5
D
1, 3 en 4

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel symmetrie assen heeft een
Vlieger?
A
0
B
1
C
2
D
4

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

 Spiegelen

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zie je eruit als je jouw gezicht spiegelt... 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rode lijn is de spiegelas.
Als driehoek GHI gespiegeld wordt in de rode lijn, waar ligt spiegelbeeld van punt I dan?

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De rode lijn is de spiegelas. Vierhoek A'B'C'D' is het spiegelbeeld van vierhoek ABCD. Welk spiegelpunt is verkeerd getekend?
TIP: gebruik je geodriehoek bij het proefwerk!

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Spiegel driehoek PQR in de spiegelas. Noem het spiegelbeeld P'Q'R'
(je mag zelf weten hoe groot de driehoek is)
load je antwoord hier op

Slide 37 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

 Draaisymmetrie

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draaisymmetrie
Een figuur is draaisymmetrisch als je het rondom een draaipunt kunt draaien en het weer precies op zichzelf past.


Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draaisymmetrie

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draaisymmetrie

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Draaisymmetrie
Kleinste draaihoek berekenen: 

360 : aantal hoeken

dus
360 : 5 = 72º

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bloem is na 6 stapjes helemaal rond:
De kleinste draaihoek is 360 : 6 = 60 graden.

Het molentje is in 4 stapjes helemaal rond.
De kleinste draaihoek is 360 : 4 = 90 graden.

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Figuur: spiegel of draai
Als het draai is over hoeveel graden?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

8.5 Schuifsymmetrie

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is schuifsymmetrie ?
A
Het figuur komt na spiegelen op zichzelf.
B
Na een stukje draaien past het figuur weer op zichzelf.
C
Het steeds herhalen van hetzelfde figuur na verschuiven.

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort Symmetrie
gebruik je in dit plaatje?
A
lijnsymmetrie
B
draaisymmetrie
C
schuifsymmetrie
D
puntsymmetrie

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies



 Wat is de overstaande hoek van hoek L3?

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



 Welke hoek(en) zijn even groot als hoek L3?

Slide 49 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies



Welke hoek is de overstaande hoek van hoek D3?

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Met welke hoek vormt
C4 een overstaande hoek?

Slide 51 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Met welke hoek(en) zijn even groot als
A3?

Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de overstaande hoek van hoek G6?

Slide 53 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Met welke hoek
vormt een overstaande hoek?
(S)4

Slide 54 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies