Herhalingsles Krachten 1-2 bkg

Herhalingsles Krachten 1-2 bkg
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1,2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhalingsles Krachten 1-2 bkg

Slide 1 - Tekstslide

Na de les kan je
1 Verschillende krachten opnoemen
2 krachten herkennen
3 Zwaartekracht berekenen
4 krachten tekenen 


Slide 2 - Tekstslide

SOORTEN KRACHTEN
Er zijn allerlei soorten krachten, zoals:
  • spierkracht
  • veerkracht
  • spankracht
  • zwaartekracht
  • magnetische kracht.
  • wrijvingskracht.

Slide 3 - Tekstslide

is hier zwaartekracht?
A
ja
B
nee

Slide 4 - Quizvraag

Spankracht ontstaat door ...
A
touwen
B
het trekken aan kabels, touwen en kettingen
C
touwen, kabels en kettingen
D
het trekken aan een touw

Slide 5 - Quizvraag

Krachten herkennen
Een kracht kan je herkennen aan 3 gevolgen
1 De snelheid van het voorwerp verandert
2 De richting van het voorwerp verandert
3 De vorm van het voorwerpverandert

Slide 6 - Tekstslide

Een kracht heeft verschillende gevolgen. Wat is het gevolg van een kracht op een wegrijdende auto?
A
Snelheid
B
Vervorming
C
Richting

Slide 7 - Quizvraag

Zwaartekracht berekenen
Zwaartekracht= Massa X 10
Zwaartekracht is in Newton (N)
Massa is in kilogram (kg)

Slide 8 - Tekstslide

Ik wil graag de zwaartekracht berekenen van 1L liter water. 1 liter water weegt 1 kg, Bereken de zwaartekracht van 1 liter water.
A
98 N
B
9,8 N
C
10 N
D
1 N

Slide 9 - Quizvraag

Een kracht tekenen 

Slide 10 - Tekstslide

Krachten tekenen

Slide 11 - Tekstslide

Een kracht tekenen we als een pijl. Elk onderdeel heeft hierbij een specifieke betekenis. Koppel het onderdeel van de pijl aan de betekenis. 
Aangrijpingspunt
Richting 
van de pijl
Lengte 
van de pijl
Hoe groot de kracht is
Plek vanaf waar de kracht werkt. Aangegeven met een dikke punt
Richting waarin de kracht werkt

Slide 12 - Sleepvraag

Maaike wil een kracht tekenen van 20 N met als krachtenschaal 1 cm ≙ 5 N.
Hoe lang wordt de pijl?
A
0,25 cm
B
4 cm
C
20 cm
D
100 cm

Slide 13 - Quizvraag

Je moet een kracht tekenen met een grootte van 600 N.
Welke krachtenschaal is het handigst?
A
1 cm = 0,2 N
B
1 cm = 2 N
C
1 cm = 20 N
D
1 cm = 200 N

Slide 14 - Quizvraag