H7 Geluid P3+4

Bewegen van Geluid
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bewegen van Geluid

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Snelheid van geluid
  • Snelheid van geluid hangt af van de tussenstof.
  • Hoe dichter de tussenstof, hoe sneller het geluid zicht verplaatst.
  • Snelheid van geluid in water = 1500 m/s 
  • Snelheid van geluid in lucht = 340 m/s

Slide 2 - Tekstslide

Bij onweer kun je uitrekenen hoe ver weg het onweer is. Je begint te tellen als je de bliksem ziet. Na bijvoorbeeld 3 seconden hoor je de donder. Het geluid heeft 3 seconden ‘gereisd’ om bij jou te komen. De snelheid van geluid in lucht is 340 meter per seconde.
In 3 seconden verplaatst het geluid zich 3 × 340 = 1020 meter.
Het onweer is ongeveer 1 kilometer bij je vandaan.
P4 Muziek instrumenten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen Muziek instrumenten
  • Je kunt voorbeelden geven van snaar-instrumenten.
  • Je kunt uitleggen met welke snaren je lage en hoge tonen krijgt.
  • Je kunt uitleggen waarom en hoe je een gitaar stemt.
  • Je kunt uitleggen wat de frequentie is.
  • Je kent de eenheid van frequentie en kunt deze afkorten.
  • Je kunt het verband geven tussen de frequentie en de toon.
  • Je kent het frequentie-bereik van mensen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Muziek instrumenten
Er zijn veel verschillende muziekinstrumenten. Bijvoorbeeld een gitaar, een drumstel en een fluit. Sommige instrumenten hebben snaren. Een harp, een contrabas en een piano hebben snaren. Een instrument met snaren noem je een snaarinstrument. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Toonhoogte van Snaren
De hoogte van een toon hangt af van drie dingen: 
  • Dikte van de snaar
  •  De lengte van de snaar
  • Hoe strak de snaar staat aangespannen.

Slide 6 - Tekstslide

Niet alle snaren zijn even lang. Bij de harp kun je dat goed zien. De lange snaren maken lage tonen. De korte snaren maken hoge tonen. Ook zijn niet alle snaren even dik. De dikke snaren maken lage tonen. De dunne snaren maken hoge tonen. Een bas heeft lange, dikke snaren. Daarom maakt een bas alleen lage tonen. De snaren van een viool zijn kort en dun. Dus een viool maakt hoge tonen.
Een muziek-instrument stemmen
Een stemvork geeft altijd dezelfde toon. Het meisje luistert naar de toon van de stemvork, en naar de toon van de gitaar. Op die manier hoort ze of de toon van de gitaar goed is. Als de toon te laag is, moet ze de snaar strakker maken. De toon wordt dan hoger. Als de toon te hoog is, moet ze de snaar losser maken. Bij de goede toon is de snaar precies strak genoeg. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Frequentie
De snelheid waarmee de snaar trilt, noem je de frequentie. De frequentie is het aantal trillingen per seconde. Hoe sneller de trilling, hoe groter de frequentie.
  • Bij 1 trilling per seconde zeg je: de frequentie is 1 hertz. 
  • Bij 10 trillingen per seconde zeg je: de frequentie is 10 hertz.
  • De afkorting van hertz is Hz. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het frequentiebereik van het menselijk gehoor
ligt tussen de 20 en 20.000 Hz

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onthouden Paragraaf 4
Een snaar-instrument is een muziek-instrument met snaren.
Een lage toon krijg je door: lange, dikke en losse snaren
Een hoge toon krijg je door: korte, dunne en strakke snaren.
Bij stemmen gebruik je een stemvork of een digitaal stem-apparaat.

Frequentie is het aantal trillingen per seconde.
Bij 1 trilling per seconde is de frequentie 1 hertz.
1 hertz kun je afkorten met 1 Hz.
Hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon.
Hoe lager de frequentie, hoe lager de toon.
Het frequentie-bereik van mensen met een normaal gehoor is 20 Hz tot 20 000 Hz.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
wat: maken opdracht 14 t/m 31

hoe: zelfstandig
Hoelang: zie timer
klaar: maken test jezelf online 7.3 + 7.4

timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies