1. Er komen nieuwe mensen naast de oude man wonen het blijken vluchtelingen te zijn
2.. hij begint zich te irriteren omdat de buren buitenlanders zijn
3.Toen hij thuis kwam, kwam hij er achter dat hij nieuwe buren met buitenlandse afkomst krijgt.
4. Hij heeft daar helemaal geen zin in, hij heeft namelijk een sterke mening over andere culturen.