Mens en Omgeving H2 deel 1

Mens en Omgeving
Hoofdstuk 2
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Mens en Omgeving
Hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Na dit hoofdstuk weet je meer over
Hoe je moet schoonmaken;
Hoe vaak je moet schoonmaken
Vuil
Planning
Etiketten
Milieu bewust werken
Ergonomisch werken

Slide 2 - Tekstslide

Professioneel schoonmaken

In een rommelig kom je niet tot rust komt en het is fijn als alles schoon en opgeruimd is.

Het is hygiënischer als alles opgeruimd is
Schoonmaken thuis is echter niet te vergelijken met professioneel schoonmaken.

Slide 3 - Tekstslide

Professioneel schoonmaken
Vereist een goede planning en reinheidseisen
Maak schoon op de juiste momenten.
Gebruik de juiste methodieken, materialen en middelen.

Slide 4 - Tekstslide

Schoonmaakplan
Planning
Efficiënt werken.
Wanneer je bij een cliënt gaat schoonmaken, bespreek dan met de cliënt de volgorde en wensen.

Slide 5 - Tekstslide

Schoonmaakplan
Wat je moet schoonmaken?
Wanneer je moet schoonmaken?
Hoe je moet schoonmaken?
Wie er moet schoonmaken?

Slide 6 - Tekstslide

Werkvolgorde
Stoffen: droog vuil van kasten of tafels verwijderen.
Stofzuigen: droog vuil van de grond verwijderen.
Dweilen: aangekleefd vuil van de vloer verwijderen.
Ramen zemen.

Slide 7 - Tekstslide

Werkvolgorde
Werk van schoon naar vuil
Werk van hoog naar laag
Werk van droog naar nat

Slide 8 - Tekstslide

Juiste materialen bij het schoonmaken
Emmers.
Doekjes.
Schrobber.
Trekker.
Zeem.
Dweil.
Toiletborstel.
Veger/bezem.
Stofzuiger.
Mop.

Slide 9 - Tekstslide

Schoonmaakmiddelen
Reinigingsmiddelen: Hiermee verwijder je zichtbaar vuil. Bijvoorbeeld met allesreiniger. Je kunt deze gebruiken voor alle oppervlakten en materialen.
Desinfecteermiddelen: Hiermee verwijder je het onzichtbare vuil. Desinfecteermiddelen doden micro-organismen. Desinfecteren heeft alleen zin als je eerst hebt schoongemaakt. Een voorbeeld is chloor.

Slide 10 - Tekstslide

Opdrachten 
Maken 2.01 t/m 2.18
Praktijkopdracht 2.1 blz 26 t/m 31
3 schoonmaakopdrachten
Stofzuigen, moppen, ramen zemen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Stofzuigen
Wat heb je nodig
Waar let je op!

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Let bij het gebruik van schoonmaakmiddelen op:
Lees het etiket.
Volg de gebruiksaanwijzing en de voorzorgsmaatregelen.
Doe altijd de dop op de fles. Ook tijdens het gebruik.
Plaats en bewaar schoonmaakmiddelen buiten het bereik van kinderen.
Zorg voor een juiste dosering. Gebruik niet te veel.

Slide 16 - Tekstslide

Hoofstuk 2 
Deel 2

Slide 17 - Tekstslide

Water
Hard water bevat meer kalk. 
De hoeveelheid kalk verschilt per regio. 
Bij verhitting wordt kalk hard. Daarom moeten in sommige regio’s koffiezetapparaten en kranen vaker ontkalkt worden.
Ontkalken is het verwijderen van kalkaanslag op bijvoorbeeld een verwarmingselement.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Het Milieu
Schoonmaakmiddelen zijn vaak slecht voor het milieu. 
Gebruik de juiste dosering.
Gebruik niet te veel (warm) water.
Vermijd oplosmiddelen en chloorbleekmiddel (chloor is erg schadelijk voor milieu).

Slide 20 - Tekstslide

Ergonomie
 Betekent verstandig met je lichaam omgaan, dus letten op een goede houding.
Het is onder andere belangrijk om ergonomisch te werken wanneer je
Aan het tillen bent.
Vloeren schoonmaakt.
Stoft of vocht afneemt.
Ramen schoonmaakt.

Slide 21 - Tekstslide

Ergonomie

Slide 22 - Tekstslide

Ergonomie
Werk in een tweetal
Maak een foto goede en slechte houding
Kies 1 handeling
Tillen, vegen, de was sorteren, strijken, ramen zemen, dweilen, stofzuigen

Slide 23 - Open vraag

Onderhoud

Koffiezetapparaat.
Vriesgedeelte van koelkast.
TV met randapparatuur
Computer met randapparatuur
Stereoapparatuur
Vloeren
Afzuigkap
Roosters luchtverversingsinstallatie
Afvoeren
Stofzuiger

Slide 24 - Tekstslide

Maken opdrachten
2.15 t/m  2.30
Opdracht hoe milieu vriendelijk ben jij
Praktijk klamvochtig afnemen

Slide 25 - Tekstslide