Systeembord

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Geef een voorbeeld van een sensor

Wat doet een sensor?
(Hint: Zet een impuls om in ...)

Als er meer dan 2 volt op het lampje staat, gaat het lampje branden.
Welke systeembord functies heb je nodig?

1. variabele spanning, lampje, comperator
2. variabele spanning, lampje, comperator, invertor
4. geluidssensor, lampje, geheugencel

Een geheugencel onthoudt.
De cel onthoudt dat:

1. er ooit op de reset een HOOG (binair=1) signaal is geweest
2. er een LAAG (binair=0) signaal op de set staat
3. er ooit op de set een HOOG (binair=1) signaal is geweest
4. er een HOOG (binair=1) signaal op de set staat

het decimale getal 11 schrijf je als binair getal:

1. 1010
2. 1001
3. 1011
4. 0011

Je wilt een teller tot 5 laten tellen.
Je hebt dan nodig:

1. een teller, pulsgenerator
2. een teller, pulsgegenerator en een EN-poort
3. een teller, pulsgenerator en een OF-poort
4. een teller, pulsgenerator en een invertor

Kies de juiste formulering:

1. een comperator maakt van een continu signaal een binair signaal
2. een comperator maakt van een binair signaal een continu signaal
3. een comperator maakt van een continu signaal een octaal signaal
4. een comperator maakt van een octaal signaal een continu signaal

De pulsgever geeft 10 pulsen per seconde. De teller begint bij 0. Als de teller op 8 staat, stopt de teller. Dan heeft de teller:

1. 0,8 s geteld
2. 2,5 s geteld
3. 160 s geteld
4. 12 s geteld

Hoe komt het dat het lampje niet aan is?

1. Omdat de comparator waarde een 0 geeft
2. Omdat de drukschakelaar ingedrukt is
3. Omdat de drukschakelaar niet ingedrukt is

Wanneer gaat het lampje aan?

1. Als je op de drukschakelaar drukt
2. Na 2 seconde
3. Na 4 seconde
4. Na 6 seconde

Wanneer reset de teller?

1. Als je op de drukschakelaar drukt
2. Na 6 seconde
3. Na 8 seconde
4. Na 10 seconde

Hoe gaat lampje uit?