3HV week 6 les 1

Nederlands week 6
  • welkom & absenten;
  • PW lezen is nog niet nagekeken :(
  • vragen m.b.t. het betoog? Kies deze week een stelling
  • spelling blok 4 (samengestelde woorden + samenstellingen)


DATA:
week 6: kies een stelling voor je betoog
di. 16-2 SO2 over taal (tijdens de les)

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Nederlands week 6
  • welkom & absenten;
  • PW lezen is nog niet nagekeken :(
  • vragen m.b.t. het betoog? Kies deze week een stelling
  • spelling blok 4 (samengestelde woorden + samenstellingen)


DATA:
week 6: kies een stelling voor je betoog
di. 16-2 SO2 over taal (tijdens de les)

Slide 1 - Tekstslide

- Uitleg Spelling H4, tussenletters en los of aaneenschrijven)

- Maken opdracht 2 -4


Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

Spelling:

- Je kunt langere samenstellingen correct spellen.

- Je weet wanneer je woorden los of aaneen schrijft.

- Je weet wanneer je een tussenletter in samenstellingen schrijft

Slide 3 - Tekstslide

Los of aaneenschrijven?

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Tussenletters in samenstellingen
Je schrijft een tussen-n als het eerste deel een zelfstandig naamwoord is, dat uitsluitend een meervoud heeft dat op een -n eindigt.


Uitzonderingen:
Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord:
  • beresterk, retegoed
Oude woorden waarvan je de betekenis van de losse delen niet meer herkent:
  • apekool,papegaai, ledemaat, bruidegom
Bij de woorden zon, maan en koningin, géén tussen-n, behalve in koninginnensoep:
  • zonnestelsel, maneschijn, koninginnedag

Slide 9 - Tekstslide

Tussenletters in samenstellingen
Geen tussen -n:
Het eerste deel heeft (ook) een meervoud op –s, bijvoorbeeld horloges, groentes/groenten:
  • horlogebandje, groentesoep
Het eerste deel is een zelfstandig naamwoord zonder meervoud, bijvoorbeeld rijst:
  • rijstepap, rijstevlaai
Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord:
  • spinnewiel (spinnen is hier een werkwoord)
  • rodekool (rode is bijvoeglijk naamwoord)

Slide 10 - Tekstslide

Tussenletters in samenstellingen
Je schrijft de tussen-s als je hem hoort.

Als je twijfelt omdat de s-klank al in een van de twee woorden zit, vervang je dat deel door een ander woord:
  • waarschuwing(s?)signaal ► waarschuwingsteken (hier hoor je de s) dus: waarschuwingssignaal

Slide 11 - Tekstslide

seconde + wijzer =
A
secondenwijzer
B
secondewijzer

Slide 12 - Quizvraag

rogge + brood =
A
roggenbrood
B
roggebrood

Slide 13 - Quizvraag

spin + web=
A
spinnenweb
B
spinneweb

Slide 14 - Quizvraag

dronken + lap =
A
dronkenlap
B
dronkelap

Slide 15 - Quizvraag

Voorbereiding SO2 taal
Volgende week wordt het SO over taal (blok 4 t.m. 6) afgenomen via exam.net. Dit SO is ingekort en moet binnen 30 minuten afgerond zijn.
Het is een openboektoets, maar dat betekent niet dat je onvoorbereid aan de SO begint.

Slide 16 - Tekstslide

Welke stijlfouten moet je kennen?
  • foutief pleonasme en foutieve tautologie (blok 4)
  • dubbele ontkenning en de contaminatie (blok 5)
  • verkeerde woorden en uitdrukkingen (blok 6)

Slide 17 - Tekstslide

Aanpak voorbereiding SO2
Zorg ervoor dat je weet welke stijlfouten je moet kunnen benoemen. Leer de theorie over deze stijlfouten uit je lesboek. Bestudeer de gemaakte opdrachten uit je schrift en bestudeer deze lessonup (inclusief het filmpje).


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

Slide 22 - Video