debatteren

Debatteren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Debatteren

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert bij debatteren je eigen mening te onderbouwen en goed onder woorden te brengen.
  • Je leert ook kritisch te luisteren en je te verplaatsen in de gedachten van anderen.
  • Je leert anderen te overtuigen.

Slide 2 - Tekstslide

Waar denk je aan bij het woord 'debatteren'? Schrijf dit in 3 steekwoorden op.

Slide 3 - Open vraag

Regels tijdens het debat:
1. Debatsleider leidt de discussie en bepaalt wie en wanneer je mag praten.
2. Je gaat staan wanneer je je argument noemt.
3. Je gebruikt geen scheldwoorden. 
4. Blijf bij de stelling. 
5. Je valt nooit een persoon aan maar de argumenten van de persoon. 
6. Je lacht een ander niet uit
7. De jury bepaalt -samen met de docent- wie er gewonnen heeft.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Waaruit bestaat de eerste fase van het debat? En de tweede? En de derde?

Slide 7 - Open vraag

Welke partij heeft volgens jullie gewonnen?
Voor de stelling
Tegen de stelling

Slide 8 - Poll

Wat is een goede stelling?

Slide 9 - Tekstslide

Een goede stelling:


  • bevat geen ontkenning
  • bevat geen argumenten
  • Je kunt er voor of tegen zijn
  • is kort en bondig
  • is interessant voor voor- en tegenstanders

Slide 10 - Tekstslide

Welke stelling is niet goed geformuleerd
A
Wietteelt moet gelegaliseerd worden
B
Gamen is slecht voor je
C
Ouders moeten zelf betalen voor schoolboeken
D
Alle Nederlanders moeten verplicht orgaandonor worden

Slide 11 - Quizvraag

Stellingen
In de volgende side staan vier stellingen.
Jullie gaan in de groepen argumenten bij de stellingen bedenken:
-Drie argumenten voor.
-Drie argumenten tegen.

Slide 12 - Tekstslide

Stellingen
-Het openbaar vervoer moet gratis worden.
-Er moet een suikertaks komen. Dat betekent dat producten. waarin veel suiker zit duurder wordt.
-Vliegtickets moeten veel duurder worden.
-Licht-alcoholische dranken moeten ook voor 16 plus toegestaan zijn.

Slide 13 - Tekstslide



Slide 14 - Open vraag

opdracht
1. maak tweetallen
2. stelling:
3. bedenk argumenten voor en/of tegen de stelling.
4. bedenk wat je gaat zeggen tijdens het debat.

Slide 15 - Tekstslide

timer
8:00

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk

Voor - en tegenargumenten stelling:


Slide 17 - Tekstslide

En dan nu het debat....
Ben je voor de stelling dan ga je aan de linkerkant staan
Ben je tegen de stelling dan ga je rechts staan
De docent is debatleider.
En ik heb 3 juryleden nodig

Slide 18 - Tekstslide

timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Tops

Slide 20 - Open vraag

Tips

Slide 21 - Open vraag