Dementie

Dementie 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
psychopathologieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Dementie 

Slide 1 - Tekstslide

Wat komt er in je op als je denkt aan dementie?

Slide 2 - Woordweb

Doelen
  • De student kan vertellen wat dementie is
  • De student herkent de vier vaak voorkomende vormen van dementie
  • De student weet welke fasen er zijn binnen dementie

Slide 3 - Tekstslide

Is dementie een ouderdomsziekte?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quizvraag

Vergeetachtigheid is hetzelfde als dementie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Dementie betekent letterlijk
A
Geestelijke aftakeling
B
Somatische afdeling
C
Fysieke aftakeling
D
Psychische afdeling

Slide 6 - Quizvraag

Wat is dementie
Dementie is een verzamelnaam voor een combinatie van stoornissen op het gebied van denkprocessen, stemming en gedrag.
De verwerking van informatie in de hersenen is verstoord
De veranderingen in de hersenen leiden ertoe dat bepaalde hersenfuncties gedeeltelijk of geheel zijn ontvallen
Letterlijk betekent dementie “geestelijke aftakeling”

Slide 7 - Tekstslide

Dementie
Alleen geheugenstoornissen maken iemand nog niet dement.
Er moet meer aan de hand zijn.
  • Het uitvoeren van allerlei dagelijkse vaardigheden is gestoord
  • Het tijdbesef is gestoord
  • De spraak is gestoord
  • Het karakter en gedrag kan veranderen en er kunnen stemmingswisselingen optreden 

We spreken pas van dementie, als deze problemen samen voorkomen en zo ernstig zijn dat ze het functioneren van een persoon in het dagelijks leven belemmeren. 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Tekstslide



  • Vergeet de hele situatie (bv. weet niet meer dat hij onlangs jarig is geweest).
  • Weinig tot geen nieuwe dingen meer worden opgenomen in het geheugen door afnemende leervermogen.
  • Lijkt alsof informatie uit het geheugen verdwenen is, waardoor herkenning onmogelijk is.
  • Vergeet wat eerder wel wist. Bijvoorbeeld namen kinderen, volgorde koffie zetten.
  • Verstoort het dagelijks leven. Er ontstaan moeilijkheden in alledaagse handelingen en situaties.





  • Heeft bijna iedereen wel last van.
  • Gaat om details (weet bijvoorbeeld niet wie je allemaal een hand gegeven hebt).
  • Kan nog nieuwe informatie opnemen, al gaat het soms moeilijker en langzamer dan vroeger.
  • Mensen kunnen niet op iets komen bijvoorbeeld een naam. Later schiet de naam binnen. Dit betekent dat het wel in het geheugen opgeslagen is.

Dementie
Vergeetachtigheid
Verschil dementie & vergeetachtigheid


Slide 11 - Tekstslide

Cijfers dementie
Men schat dat van alle mensen tussen de 65 en
69 jaar ruim 1% aan dementie lijdt. De kans
op dementie neemt toe met de leeftijd. 
Zo heeft meer dan 20% van de mensen boven de 80
jaar dementie en meer dan 40% van de mensen
boven de 90.


Slide 12 - Tekstslide

Hoe wordt de diagnose dementie gesteld?
  • Als een patiënt op het spreekuur komt met verschijnselen van dementie zal de huisarts hem enkele, zo op het eerste gezicht eenvoudige, vragen stellen.

  • Verder zal hij bloed en urine onderzoek doen en proberen mogelijke lichamelijke invloeden zoals hormoonstoornissen, vitaminetekorten, hersentumoren, verkeerd gebruik van medicijnen of een depressie uit te sluiten.

  • Gesprek met iemand uit de directe omgeving van de patiënt over welke geheugenstoornissen, taalproblemen en veranderingen er in het gedrag zijn.

  • De huisarts kan, om meer zekerheid over de diagnose te hebben, het eerst een tijd aankijken. Hij kijkt of de verschijnselen blijvend zijn en na verloop van enkele maanden erger worden. Als dit zo is, bevestigt dit hem in het vermoeden dat er waarschijnlijk sprake is van dementie.

  • Wanneer de huisarts de diagnose dementie heeft gesteld zal hij de patiënt vaak doorsturen naar een gespecialiseerde instelling. Hier kan de diagnose worden bevestigd en zal de oorzaak (bijvoorbeeld ziekte van Alzheimer of vasculaire dementie) worden vastgesteld.





Slide 13 - Tekstslide

Uit hoeveel fases bestaat dementie?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 14 - Quizvraag

Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
De verdwaalde ik
De verzonken ik
De bedreigde ik
De verborgen ik

Slide 15 - Sleepvraag

De fases van dementie

Slide 16 - Tekstslide

Fase 1 - De bedreigde ik
  • Mensen beginnen in toenemende mate dingen te vergeten.
  • Er kan onderscheid gemaakt worden tussen nu en vroeger.
  • Mensen zijn zich bewust van het feit dat ze dingen vergeten.
  • Mensen willen zich vasthouden aan dingen die ze wel willen. Er is behoefte aan structuur.
  • Mensen voelen zich snel bedreigd.
  • Mensen maken een soort rouwproces door en reageren daarop.
  • Ontkenning en excuses maken.
  • Ze trekken zich terug.
  • Ze zijn sneller geïrriteerd en/of verdrietig.
  • Mensen zijn het vertrouwen in zichzelf kwijt; ze worden onzeker.

Slide 17 - Tekstslide

Fase 2 - De verdwaalde ik
  • De dementerende is niet langer meer in staat het verschil te zien tussen nu en vroeger.
  • Nieuwe ervaringen roepen herinneringen van vroeger weer op; ook minder prettige.
  • De dementerende keert weer terug naar vroeger, bijvoorbeeld zorgen voor de kinderen.
  • Gevoelens van angst, verdriet en onzekerheid worden steeds sterker, omdat de dementerende minder invloed heeft op deze gevoelens.

Slide 18 - Tekstslide

Fase 3 - De verborgen ik
  • De dementerende wordt passiever.
  • Er vindt lichamelijke aftakeling plaats.
  • Lopen wordt schuifelen of lopen met hulp.
  • Gevoelens kunnen niet meer onder woorden worden gebracht.
  • Gevoelens liggen verborgen en moeten worden opgezocht.

Slide 19 - Tekstslide

Fase 4 - De verzonken ik
  • De dementerende kan bijna geen contact meer maken met de buitenwereld. Of initiatieven tot contact ontvangen.
  • Dementerende gaan de foetushouding aan.
  • De dementerende heeft voornamelijk sensitieve ervaringen.
  • Het niet prettig voelen (te koud, te warm, te druk, te stil) levert spanningen op voor de dementerende.


Slide 20 - Tekstslide

Jong dementerenden
In Nederland zijn er naar schatting 12.000 mensen met dementie jonger dan 65 jaar.
Verschil tussen dementie op jonge leeftijd en dementie op oudere leeftijd.
  • De veranderingen in de hersenen van mensen met dementie op jonge leeftijd zijn hetzelfde als bij oudere mensen met dementie. Het ziekteproces gaat meestal wel sneller en verschijnselen als afasie (problemen met de taal), apraxie (problemen met de motoriek) en agnosie (problemen met de herkenning) treden eerder en vaak in ernstiger mate op.

  • Het grootste verschil zit hem echter in de levensfase dat mensen ziek worden. Jong dementerenden vervullen op dat moment nog een zeer actieve rol in de maatschappij: ze hebben een baan, zijn opvoeder, zijn actief bij verenigingen, rijden nog auto enzovoorts. Van al deze rollen moeten ze afscheid nemen. Doordat ze lichamelijk over het algemeen fit zijn, hebben ze de neiging zichzelf beter in te schatten dan ze in werkelijkheid zijn en geven ze de regie over hun leven niet gemakkelijk uit handen. Daarnaast beseffen jong dementerenden vaak beter dat ze ziek zijn. Gevoelens van machteloosheid en frustratie zijn daarom veel heftiger.

  • Net als bij dementie op oudere leeftijd is de ziekte van Alzheimer de belangrijkste oorzaak, maar ook  vasculaire dementie, frontotemporale dementie (ziekte van Pick) of Lewy body dementie komen vaak voor.




Slide 21 - Tekstslide

In de bedreigde ik fase wordt de zorgvrager voor het eerst geconfronteerd met dementie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Welke vormen van dementie kennen jullie?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

De ziekte van Alzheimer
  • 50% van alle mensen met dementie in Nederland heeft de ziekte van Alzheimer.
  • In de gehandicaptenzorg is dit zelfs 70%.
  • Binnen de groep mensen met het syndroom van Down is dit bijna 100%.

Ontstaan:
De precieze oorzaak voor het ontstaan van de ziekte van Alzheimer is niet bekend. Het is wel bekend dat hierbij een aantal erfelijke factoren spelen.



Bij de ziekte van Alzheimer is bekend dat de hersencellen in de hersenschors (het bovenbrein) afsterven als gevolg van eiwit ophopingen


Slide 27 - Tekstslide

De ziekte van Alzheimer
Alzheimer is een ongeneeslijke hersenziekte waarbij de cellen in sommige delen van de hersenen ophouden te functioneren en afsterven

Slide 28 - Tekstslide

De ziekte van Alzheimer
Vroege signalen van Alzheimer bij mensen zonder beperking:
  • het steeds stellen van dezelfde vragen;
  • hetzelfde verhaal woord voor woord herhalen;
  • eenvoudige taken, die men vroeger makkelijk aankon, niet meer kunnen uitvoeren, zoals koken, kaartspelen, dingen repareren, etc.;
  • problemen met betalen van rekeningen of bijhouden van de administratie (terwijl men dat vroeger wel kon);
  • in een bekende omgeving de weg kwijtraken, of gedesoriënteerd raken;
  • de persoonlijke hygiëne verwaarlozen, zoals aantrekken van schone kleren, douchen;
  • beslissingen die men vroeger zelf nam aan anderen overlaten.

Slide 29 - Tekstslide

De ziekte van Alzheimer
Hierdoor neemt een aantal functies af:
  • Cognitieve functies (geheugen en planning neemt af)

  • Gedragsregulatie (passiviteit en agressie neemt toe)

  • Gevoelsregulatie (er ontstaan depressies)

  • Waarneming (men kan wanen en hallucinaties krijgen)




Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

Behandeling van dementie
  • Genezen van dementie is niet mogelijk. Er zijn wel medicijnen die dementie minder snel 'remmen'
  • Andere medicatie tegen slapeloosheid, angst, depressie, en gedragsstoornissen (let op bijwerkingen)
  • Psychosociale begeleiding: overblijvende mogelijkheden, omgeving rondom patiënt veranderen en leefbaar maken 

Slide 32 - Tekstslide

Dementie is geneesbaar.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Welke vormen van dementie zijn er?
A
Ziekte ven Alzheimer, Lewy body dementie
B
Ziekte van Parkinson en alleen vasculaire dementie.
C
Ziekte van Alzheimer , vasculaire dementie, frontotermonale dementie, Lewy body dementie en nog veel meer.
D
Ik heb echt geen enkel idee

Slide 34 - Quizvraag

Wat zijn de symptomen van dementie?

Slide 35 - Open vraag

Wat is de bekendste vorm van dementie?
A
Ziekte van Parkinson
B
Lewy body dementie
C
Ziekte van Alzheimer
D
Vasculaire dementie

Slide 36 - Quizvraag

Wat zijn de behandelingen van dementie?

Slide 37 - Open vraag

Vertel wat je hebt geleerd vandaag en wat je van de les vond!

Slide 38 - Woordweb