NN6 1TH Woordenschat H3

Welkom 1A!
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom 1A!

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  1. Stil lezen
  2. Kahoot
  3. Herhalen
  4. Samen opdrachten maken
  5. Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Ik weet hoe ik woordbetekenissen kan raden
door voorbeelden te zoeken.

Slide 3 - Tekstslide

Woordenschat H1 en H2
Welke manieren ken je ook alweer om een betekenis van een woord te achterhalen.

Slide 4 - Tekstslide

Woordenschat H3: voorbeeld zoeken
Ken je de betekenis van een woord niet? 
Kijk in de tekst of er voorbeelden gegeven worden, 
waardoor je de betekenis kunt raden.

Sandra is gek op budosporten zoals judo en karate.

Slide 5 - Tekstslide

"Sandra is gek op budosporten zoals
judo en karate."
Welke voorbeelden worden er genoemd?

Slide 6 - Open vraag

"Sandra is gek op budosporten zoals
judo en karate."
Waarvan zijn judo en karate voorbeelden?

Slide 7 - Open vraag

"Sandra is gek op budosporten zoals
judo en karate."
Waaraan (aan welk woord of teken) kun je zien dat er voorbeelden genoemd worden?

Slide 8 - Open vraag

Voorbeelden zoeken
Als je op zoek gaat naar voorbeelden, 
kun je op verschillende dingen letten:
- signaalwoorden: zoals, bijvoorbeeld, denk aan, neem nou
- haakjes: voorbeelden staan vaak tussen haakjes (...)
- dubbele punt: na een dubbele punt staan vaak voorbeelden

Slide 9 - Tekstslide

"Monique eet geen dierlijke producten
(melk, vlees, eieren)."
Welke voorbeelden worden er genoemd?

Slide 10 - Open vraag

"Monique eet geen dierlijke producten
(melk, vlees, eieren)."
Waarvan zijn melk, vlees en eieren voorbeelden?

Slide 11 - Open vraag

"Monique eet geen dierlijke producten
(melk, vlees, eieren)."
Waaraan (aan welk woord of teken) kun je zien dat er voorbeelden genoemd worden?

Slide 12 - Open vraag

Weet je nu hoe je aan de hand van voorbeelden de betekenis van een moeilijk woord kunt raden?
A
Ja, zeker
B
Ik denk het wel
C
Bijna
D
Nee, ik wil eerst oefenen

Slide 13 - Quizvraag

Huiswerk maandag 20 dec
-H3 - woordenschat - Opdracht 1-6
- Schrijf 7 woordjes uit opdracht 2 op een blaadje, zoek de betekenis hiervan op en leer ze uit je hoofd.

Bovenstaande opdrachten zijn huiswerk voor aanstaande vrijdag!

Slide 14 - Tekstslide