Uitleg eindopdracht + vocabulaire 1

Bonjour V21 - lundi 7 juin
Comment ça va aujourd'hui?
bien? 👍🏼
moyen? 👋🏻
pas bien?👎🏻
ipad -> som 
prenez vos cahiers et vos stylos,
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bonjour V21 - lundi 7 juin
Comment ça va aujourd'hui?
bien? 👍🏼
moyen? 👋🏻
pas bien?👎🏻
ipad -> som 
prenez vos cahiers et vos stylos,

Slide 1 - Tekstslide

qu'est-ce qu'on va faire?
  1. planning
  2. toetsen in de toetsweek: eindopdracht + vocabulairetoets
  3. uitleg eindopdracht
  4. start eindopdracht
  5. oefenen vocabulaire chapitre 1

Slide 2 - Tekstslide

planning
  • semaine 23 -> werken aan eindopdracht + vocabulaire 1&2
  • semaine 24 -> werken aan eindopdracht + vocabulaire 3&5
  • semaine 25 -> inleveren eindopdracht + vocabulaire 6&7 + oefentoets




Slide 3 - Tekstslide

kijk goed in som (check het nu, kun je het vinden?)
 Eindopdracht - inleveren op maandag 21 juni
helft van de tijd in de klas kun je hier aan werken 
tip: maak een planning! Bijvoorbeeld 3 onderwerpen per week.

Vocabulaire
helft van de tijd in de klas kun je hier aan werken
tip: maak een planning. Bijvoorbeeld 2 chapitres per week en veel herhalen. Overhoor elkaar. Maak flash cards. Quizlet.




Slide 4 - Tekstslide

eindopdracht

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

oefenen vocabulaire chapitre 1
leg jouw ipad plat op de tafel
houd het antwoord voor jezelf

Slide 7 - Tekstslide

vertaal
de zon

Slide 8 - Open vraag

vertaal
mais

Slide 9 - Open vraag

wat is de juiste vertaling van
l'ambiance
A
de zon
B
de tijd
C
de sfeer
D
het buitenland

Slide 10 - Quizvraag

vertaal
rencontrer

Slide 11 - Open vraag

vertaal
doorbrengen

Slide 12 - Open vraag

wat is de juiste vertaling van
avoir besoin de
A
nodig hebben
B
nodig vinden
C
hij heeft het nodig
D
hij vindt het nodig

Slide 13 - Quizvraag

vertaal
environ

Slide 14 - Open vraag

vertaal
beginnen

Slide 15 - Open vraag

wat is de juiste vertaling van
le printemps
A
de avond
B
de herfst
C
het seizoen
D
de lente

Slide 16 - Quizvraag

vertaal
faire une randonnée

Slide 17 - Open vraag

vertaal
moeilijk

Slide 18 - Open vraag

wat zijn de 7 dagen van de week?

Slide 19 - Woordweb