Presente y pasado

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansBeroepsopleiding

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

En español hay ... formas del pasado.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het hele werkwoord en persoon van: DIJO
A
IK dicir
B
JIJ dicir
C
IK decir
D
JIJ decir

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het hele werkwoord en persoon van: PUDIMOS
A
WIJ poder
B
JULLIE poder
C
WIJ pudir
D
JULLIE pudir

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het hele werkwoord en persoon van: ESTUVE
A
HIJ / ZIJ estuver
B
IK estuver
C
HIJ / ZIJ estar
D
IK estar

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het hele werkwoord en persoon van: quisieron
A
JULLIE quizás
B
ZIJ meervoud quizás
C
JULLIE querer
D
ZIJ meervoud querer

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het hele werkwoord en persoon van: supisteis
A
JULLIE suponer
B
WIJ suponer
C
JULLIE saber
D
WIJ saber

Slide 8 - Quizvraag

AYER ... los ejercicios de vocabulrio.
A
hizo
B
hice
C
hizó
D
hicé

Slide 9 - Quizvraag

Mis sobrinos ... escuchando música.
A
estuvieron
B
estuvisteis
C
estuvimos
D
estaron

Slide 10 - Quizvraag

¿Quién ... mi móvil en la mesa?
A
puse
B
ponió
C
poniste
D
puso

Slide 11 - Quizvraag

Rosa ... que el accidente ... anoche.
A
dijo / fue
B
dije / fue
C
dijo / fui
D
dije / fui

Slide 12 - Quizvraag

Jorge ... enfadado todo el día.
A
estuvimos
B
esta
C
estuve
D
estuvo

Slide 13 - Quizvraag

El año pasado, en Navidad nosotros ... a París.
A
fuisteis
B
fuimos
C
fueron
D
fuemos

Slide 14 - Quizvraag

A nosotros nos ... pronunciar la letra R.
A
cuesta
B
cuestan
C
costa
D
costar

Slide 15 - Quizvraag

A mi compañero le ... los pasados.
A
cuesta
B
cuestan
C
costa
D
costar

Slide 16 - Quizvraag

A ellos les ... escribir.
A
cuesta
B
cuestan
C
costa
D
costar

Slide 17 - Quizvraag

Estudio español ... 2 años
A
hace
B
desde
C
desde hace

Slide 18 - Quizvraag

Estudio español ... el 2020
A
hace
B
desde
C
desde hace

Slide 19 - Quizvraag

Estudié español ... 2 años.
A
hace
B
desde
C
desde hace

Slide 20 - Quizvraag

Mi primo nació ... cinco meses.
A
hace
B
desde
C
desde hace

Slide 21 - Quizvraag

Escalamos montañas ... este verano.
A
hace
B
desde
C
desde hace

Slide 22 - Quizvraag

Mi madre cambió los muebles ... unos días.
A
hace
B
desde
C
desde hace

Slide 23 - Quizvraag

Ellos escribieron unos textos ... una semana.
A
hace
B
desde
C
desde hace

Slide 24 - Quizvraag

Ellos escriben textos ... la semana.
A
hace
B
desde
C
desde hace

Slide 25 - Quizvraag

PRESENTE
Vervoeg het w.w.: querer (yo)
A
quero
B
quiero
C
quieré

Slide 26 - Quizvraag

PRESENTE
Vervoeg het w.w.: pedir (tú)
A
pides
B
pedis
C
pido
D
pedo

Slide 27 - Quizvraag

PRESENTE
Vervoeg het w.w.: volver (él)
A
volves
B
volve
C
vuelve
D
vuelves

Slide 28 - Quizvraag

PRESENTE
Vervoeg het w.w.: pensar (ellos)
A
piensas
B
pensan
C
pensas
D
piensan

Slide 29 - Quizvraag

PRESENTE
Vervoeg het w.w.: vestirse (yo)
A
visto
B
me visto
C
vesto
D
me vesto

Slide 30 - Quizvraag

PASADO
Vervoeg het w.w.: poner (yo)
A
puso
B
pusé
C
puse
D
pongo

Slide 31 - Quizvraag

PASADO
Vervoeg het w.w.: hacer (yú)
A
hiciste
B
hicisté
C
haciste
D
hacisté

Slide 32 - Quizvraag

PASADO
Vervoeg het w.w.: querer (ellos)
A
quesieron
B
querieron
C
quisisteis
D
quisieron

Slide 33 - Quizvraag

SER of IR?
Ellos fueron a mi casa anoche.
A
ser
B
ir

Slide 34 - Quizvraag

SER of IR?
La fiesta fue ayer.
A
ser
B
ir

Slide 35 - Quizvraag

SER of IR?
Mi abuelo fue taxista.
A
ser
B
ir

Slide 36 - Quizvraag

SER of IR?
Mis compañeros de trabajo fueron a Efteling.
A
ser
B
ir

Slide 37 - Quizvraag

Wat betekent: demás?
A
ten slotte
B
meer
C
bovendien
D
dus

Slide 38 - Quizvraag

Wat betekent: por eso?
A
daarom
B
voor
C
omdat
D
dus

Slide 39 - Quizvraag

Wat is het hele w.w.?
TUV-

Slide 40 - Open vraag

Wat is het hele w.w.?
PUD-

Slide 41 - Open vraag

Wat is het hele w.w.?
DIJ-

Slide 42 - Open vraag

Wat is het hele w.w.?
QUIS-

Slide 43 - Open vraag

Wat is het hele w.w.?
VIN-

Slide 44 - Open vraag

Wat is het hele w.w.?
PUS-

Slide 45 - Open vraag