6.1 Consumentengedrag (2 lessen)

6.1 Consumentengedrag
  • Ik kan uitleggen dat de vraag naar een product afhangt van de betalingsbereidheid van de
      consument.
  • Ik kan rekenen met een vraagfunctie.
  • Ik kan een vraaglijn tekenen in een grafiek. 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.1 Consumentengedrag
  • Ik kan uitleggen dat de vraag naar een product afhangt van de betalingsbereidheid van de
      consument.
  • Ik kan rekenen met een vraagfunctie.
  • Ik kan een vraaglijn tekenen in een grafiek. 

Slide 1 - Tekstslide

Je favoriete game kan besteld worden in pre-order. Dat kost 25% meer, maar je bent zeker van je exemplaar. Anders loop je het risico om nog 1 jaar te moeten wachten. Ga je er op in?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Biologische producten zijn vaak wat duurder dan niet-biologische producten. Ben jij bereid om de meerprijs te betalen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Iemand biedt op marktplaats de telefoon aan die jij wil hebben. De telefoon is nieuw en zit nog in de verpakking. De verkoper vraagt dezelfde prijs als in de winkel. Koop je hem?
😒🙁😐🙂😃

Slide 4 - Poll

Je favoriete artiest treedt op op Vestrock. Je was helaas te laat met het kopen van een ticket. Iemand biedt aan zijn ticket over te kopen voor het dubbele van de prijs. Doe je dit?
😒🙁😐🙂😃

Slide 5 - Poll

6.1 Consumentengedrag
Vraag
De vraag is de hoeveelheid die een consument van een product of dienst wil kopen.

De vraag hangt af van de betalingsbereidheid van de consument:
  • als de prijs stijgt, daalt de vraag
  • als de prijs daalt, stijgt de vraag

Slide 6 - Tekstslide

6.1 Consumentengedrag
Vraaglijn
De vraaglijn geeft de betalingsbereidheid weer.
  • y-as = oorzaak = veranderende prijs (p)
  • x-as = gevolg = gevraagde hoeveelheid (q)

De vraagfunctie is : qv = ap + b

Slide 7 - Tekstslide

6.1 Consumentengedrag
Vraagfunctie - voorbeeld





Voorbeeld
De vraag van spelcomputers is qv = –0,2p + 75
Wat is de gevraagde hoeveelheid qv als de prijs € 200 is?, en wat als de prijs € 100 is?
  • bij een prijs van is € 200 de gevraagde hoeveelheid qv = –0,2 × € 200 + 75 = 35
  • bij een prijs van is € 100 de gevraagde hoeveelheid qv = –0,2 × € 100 + 75 = 55

Slide 8 - Tekstslide

6.1 Consumentengedrag
Tekenen vraaglijn - stappenplan
Vraagfunctie is  qv = –0,3p + 60)
  1. Bereken de gevraagde hoeveelheid als p = 0
    qv = -0,3 x 0 + 60
    ⇒ qv = 60 
  2. Bereken de prijs als qv = 0
    0 = -0,3p + 60
    ⇒ 0,3p = 60
    ⇒ p = 60 ÷ 0,3
    ⇒ p = 200
  3. Teken de berekende punten in de grafiek en trek daartussen een rechte lijn



Slide 9 - Tekstslide

6.1 Consumentengedrag
Oefeningen
  • Maken opgave 7 blz. 166
  • Klaar: ga verder met 1 t/m 6
timer
8:00

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

6.1 Consumentengedrag
  • Ik kan uitleggen dat de vraag naar een product afhangt van de betalingsbereidheid van de
      consument.
  • Ik kan rekenen met een vraagfunctie.
  • Ik kan een vraaglijn tekenen in een grafiek. 

Slide 12 - Tekstslide

De betalingsbereidheid van de consument is de prijs die...
A
hij moet betalen voor een product
B
hij maximaal wil betalen voor het product
C
de marktprijs van het product
D
het verschil tussen de gewenste prijs en marktprijs

Slide 13 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de vraag naar een product als de prijs ervan stijgt?
A
die daalt
B
die blijft gelijk
C
die stijgt

Slide 14 - Quizvraag

6.1 Consumentengedrag
Verschuiving van de vraag
De vraagfactoren bepalen de vraag:
1. de prijs (verschuiving op de vraaglijn)
2. andere factoren (verschuiving van de vraaglijn)
     - de behoeften van de vragers
     - de hoogte van het inkomen van de vragers
     - de prijs van andere producten

Slide 15 - Tekstslide

Goederen
De vraagfactor 'prijs van andere producten' kan betrekking hebben op:

  • Substitutiegoederen
       Coca Cola vs Pepsi Cola

  • Complementaire goederen 
       Printers en Inkt
      

Slide 16 - Tekstslide

6.1 Consumentengedrag
Vraagfactoren - voorbeeld 1
Stel: er is een verschuiving op de vraaglijn naar links.

Wat is hier de oorzaak van?
  • prijsstijging

Wat is hier het gevolg van?
  • de vraag daalt

Slide 17 - Tekstslide

6.1 Consumentengedrag
Vraagfactoren - voorbeeld 1
Stel: er is een verschuiving op de vraaglijn naar rechts.

Wat is hier de oorzaak van?
  • prijsdaling

Wat is hier het gevolg van?
  • de vraag stijgt

Slide 18 - Tekstslide

6.1 Consumentengedrag
Vraagfactoren - voorbeeld 3
Stel: er is een verschuiving van de vraaglijn naar rechts.

Wat kunnen hier de oorzaken van zijn?
  • stijging behoeften
  • stijging inkomen
  • prijsstijging substitutiegoed
  • prijsdaling complementair goed

Wat is hier het gevolg van?
  • de vraag stijgt

Slide 19 - Tekstslide

6.1 Consumentengedrag
Vraagfactoren - voorbeeld 4
Stel: er is een verschuiving van de vraaglijn naar links.

Wat kunnen hier de oorzaken van zijn?
  • daling behoeften
  • daling inkomen
  • prijsdaling substitutiegoed
  • prijsstijging complementair goed

Wat is hier het gevolg van?
  • de vraag daalt

Slide 20 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de vraaglijn van elektrische fietsen als het nationaal inkomen daalt?
A
verschuift naar links
B
verschuift naar rechts
C
niets

Slide 21 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de vraaglijn van rijst als de prijs van pasta stijgt?
A
verschuift naar links
B
verschuift naar rechts
C
niets

Slide 22 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de vraaglijn van elektrische auto's als de prijs van elektriciteit stijgt?
A
verschuift naar links
B
verschuift naar rechts
C
niets

Slide 23 - Quizvraag

Wat gebeurt er met de vraaglijn van chromebooks als de prijs ervan daalt?
A
verschuift naar links
B
verschuift naar rechts
C
niets

Slide 24 - Quizvraag

6.1 Consumentengedrag
Oefeningen
  • Maken opgave 11 blz. 169
  • Klaar? Ga verder met 8 t/m 10 + 12
timer
8:00

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Huiswerk voor de volgende keer

Paragraaf 6.1
Opgaven 7 - 12

Slide 27 - Tekstslide