STE A1 Proeftest extra - nieuw

STE Languages - Training A1
Extra proeftest!
1 / 64
volgende
Slide 1: Tekstslide
ANT2+Beroepsopleiding

In deze les zitten 64 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

STE Languages - Training A1
Extra proeftest!

Slide 1 - Tekstslide

Extra proeftest:
- Oefening 1: Vragen en antwoorden combineren
- Oefening 2: Antwoord geven op vragen
- Oefening 3: Grammatica - meerkeuze vragen
- Oefening 4: Grammatica - open vragen
- Oefening 5: Vertellen over de vakantie
-Oefening 6: Meer spreken
- Oefening 7: Muziek luisteren

Slide 2 - Tekstslide


Vragen en antwoorden combineren
Oefening 1

Slide 3 - Tekstslide

Woon je al lang in Nederland?
Wanneer is Louise jarig?
Uit welk land kom jij?
Waar woon je nu?
Hoe ziet de docent eruit?
Doe je iets naast je studie?
Ik woon in Helmond.
Ik kom uit Mexico.
Ja, ik heb een bijbaantje.
Hij heeft kort, blond haar.
Haar verjaardag is op 5 juni.
Nee, pas drie maanden.

Slide 4 - Sleepvraag

Welke maat hebt u?
Hebt u de broek in een kleinere maat?
Wat vind je van deze blouse?
Ga je samenwonen?
Op welke verdieping woon je?
Heb je zaterdag les?
Nee, dit is de kleinste maat.
Nee, alleen op woensdag.
Ja, met mijn vriendin.
Ik heb maat 40.
Ik woon op de begane grond.
Hij staat je goed, echt waar.

Slide 5 - Sleepvraag

Wat eet je liever, spaghetti of pizza?
Hoe groot is jouw kamer?
Heb je blond haar?
Betaal je veel huur?
Woon je ver van het centrum?
Welke trui is duurder?
Deze kost 10 en die 20 euro.
Ja, ongeveer 1000 euro.
Ik eet het liefst pasta.
Nee, het is best dichtbij.
Ongeveer 30 m2.
Ja, en ik heb ook blauwe ogen

Slide 6 - Sleepvraag

Is de slaapkamer boven de keuken?
Heeft jouw huis een tuin?
Wat betekent "Citroën"?
Wat is er aan de hand?
Hebt u ook koorts?
Hoe heet jouw huisarts?
Nee, mijn temperatuur is oké
Ik heb keelpijn.
Nee, we hebben een balkon.
Dat is dokter Janssen.
Nee, het is bij de woonkamer.
Dat is een merk auto.

Slide 7 - Sleepvraag


Antwoord geven op vragen
Oefening 2

Slide 8 - Tekstslide

Wat ga je dit weekend doen?
(zwemmen)

Slide 9 - Open vraag

Wat heb je in de vakantie gedaan?
(naar Duitsland gaan)

Slide 10 - Open vraag

Wat is jouw lievelingseten?
(pasta carbonara)

Slide 11 - Open vraag

Wat doe je voor werk?
(docent, STE)

Slide 12 - Open vraag

Wat heb je gisteravond gekeken op Netflix? (een Franse film)

Slide 13 - Open vraag

Waar is de nieuwe bioscoop?
(tegenover de Rabobank)

Slide 14 - Open vraag

Pardon, waar is het centrum?
(eerst linksaf, daarna rechtsaf)

Slide 15 - Open vraag

Meneer, kunt u mij vertellen waar het gemeentehuis is? (op het Stadhuisplein)

Slide 16 - Open vraag


   Grammatica
   (meerkeuze)
Oefening 3

Slide 17 - Tekstslide

Ik heb een uur op jou ..........
Wij zijn naar Parijs ............
A
gegaan, gewacht
B
gewacht, gegaan
C
gebleven, gegaan
D
gewacht, gebleven

Slide 18 - Quizvraag

Wij hebben over het weer ......
Jij hebt tv ........
A
gepraat, gewerkt
B
gekeken, gewerkt
C
gepraat, gekeken
D
gekeken, gepraat

Slide 19 - Quizvraag

Gisteren ben ik naar Den Haag ......
Mijn vrienden zijn ....... in de stad.
A
uitgegaan, verhuisd
B
verhuisd, weggegaan
C
weggegaan, verhuisd
D
verhuisd, uitgegaan

Slide 20 - Quizvraag

Maak het rijtje af:
Graag, ........, ...............
A
beter, het best
B
liever, het liefst
C
eerder, het eerst
D
meer, het meest

Slide 21 - Quizvraag

Maak het rijtje af:
Veel, ........, ...............
A
beter, het best
B
liever, het liefst
C
eerder, het eerst
D
meer, het meest

Slide 22 - Quizvraag

Maak het rijtje af:
Weinig, ........, ...............
A
beter, het best
B
minder, het minst
C
wijzer, het wijst
D
mooi, het mooist

Slide 23 - Quizvraag

Vervang het onderstreepte zinsdeel:

Ik koop de jurk.
A
haar
B
hem
C
het
D
ze

Slide 24 - Quizvraag

Vervang het onderstreepte zinsdeel:
Ik zie de mensen.
A
hem
B
haar
C
het
D
ze

Slide 25 - Quizvraag

Vervang het onderstreepte zinsdeel:
Rik en Bart bakken het vlees.
A
wij, hem
B
hij, haar
C
zij, het
D
ze, ze

Slide 26 - Quizvraag

Vul de scheidbare werkwoorden in die ontbreken.
Wij ......... om drie uur .......
Je moet daar ........
De docent gaat de deur ......
Wij ....... de boodschappen ....
dichtdoen
komen .... aan
hebben ..... meegenomen
uitstappen

Slide 27 - Sleepvraag

Jij ............ in Eindhoven.
Ik .............. naar de radio.
A
werkte, luisterde
B
werkten, luisterden
C
luisterde, werkte
D
luisterden, werkten

Slide 28 - Quizvraag

Mijn vader .......... de rekening.
Ik .......... dure gerechten.
A
betaalde, bestelden
B
betaalden, bestelde
C
betaalde, bestelde
D
betaalden, bestelden

Slide 29 - Quizvraag

Jullie ............. een goed excuus.
Jouw vriendin ........... ziek.
A
had, was
B
hadden, was
C
had, waren
D
hadden, waren

Slide 30 - Quizvraag

Maak de juiste combinaties.
Wij wassen ....... elke dag.
Ik verveel ...... ontzettend!
Jij maakt .... veel zorgen.
Zij heeft haar boeken bij .......
je
me
ons
zich
jullie

Slide 31 - Sleepvraag


   Grammatica
  (open vragen)
Oefening 4

Slide 32 - Tekstslide

Maak de perfectum:
Ik heb de klantenservice (opbellen).

Slide 33 - Open vraag

Maak de perfectum:
Wij zijn in Parijs (zijn).

Slide 34 - Open vraag

Maak de perfectum:
Heb jij mijn tas (vinden)?

Slide 35 - Open vraag

Vul het ontbrekende woord in:
leuk - ......... - het leukst

Slide 36 - Open vraag

Vul het ontbrekende woord in:
groot - groter - ......

Slide 37 - Open vraag

Vul het ontbrekende woord in:
........ - duurder - het duurst

Slide 38 - Open vraag

Vervang het onderstreepte zinsdeel:
Ik wil de groenten.

Slide 39 - Open vraag

Vervang het onderstreepte zinsdeel:
Jij stuurt de sollicitatiebrief.

Slide 40 - Open vraag

Vervang het onderstreepte zinsdeel:
Onze docent is leuk.

Slide 41 - Open vraag

Schrijf de hele zin:
Wij de straat. (oversteken)

Slide 42 - Open vraag

Schrijf de hele zin:
Ik heb het formulier. (invullen)

Slide 43 - Open vraag

Schrijf de hele zin:
Jij moet de rommel. (weggooien)

Slide 44 - Open vraag

Zet in de imperfectum:
Het regent hard.

Slide 45 - Open vraag

Zet in de imperfectum:
Jij woont in Best.

Slide 46 - Open vraag

Zet in de imperfectum:
Ik heb geen geld.

Slide 47 - Open vraag

Vul het juiste reflexief pronomen in:
Hij beseft ..... dat hij te laat is.

Slide 48 - Open vraag

Vul het juiste reflexief pronomen in:
U vergist .... helemaal.

Slide 49 - Open vraag

Vul het juiste reflexief pronomen in:
Wij praten veel met .......

Slide 50 - Open vraag


Vertellen over de vakantie.
Oefening 5

Slide 51 - Tekstslide

Op vakantie naar Frankrijk
Wanneer: in de zomer
Hoe lang: twee weken
Met wie: jouw familie
Hoe: met de auto
Waar: op een camping
Weer: heel warm
Activiteiten: fietsen, wijn drinken, kastelen bezoeken

Slide 52 - Tekstslide

Op vakantie naar Mexico
Wanneer: vorige maand
Hoe lang: 10 dagen
Met wie: jouw man/vrouw
Hoe: met het vliegtuig
Waar: in een vijfsterrenhotel
Weer: warm, maar veel regen
Activiteiten: zonnen, tempels bezoeken

Slide 53 - Tekstslide

Op vakantie naar Maleisië
Wanneer: in december
Hoe lang: drie weken
Met wie: alleen
Waar: backpacken, in hostels
Weer: heel warm en vochtig
Activiteiten: uitgaan, andere mensen ontmoeten, de natuur ontdekken

Slide 54 - Tekstslide


Meer spreken
Oefening 6

Slide 55 - Tekstslide

Wat zeg je als...?
1. ... je vrienden gaan trouwen.
2. ... je buurman een examen heeft.
3. ... de zus van je vriend is overleden.
4. ... je collega een baby heeft gekregen.
5. ... ouders op bezoek komen in NL.
6. ... jouw baas jarig is.

Slide 56 - Tekstslide

Geef antwoord op de vragen.
1. Wat heb je meegenomen in je tas?
2. Waar heb je afgesproken?
3. Wie heb je uitgenodigd op je feest?
4. Welke baan had je in jouw land?
5. Welke talen heb je geleerd?
6. Hoe was jouw schooltijd?
7. Heb je hier al vaak gefietst?
8. Wanneer zijn de klachten begonnen?
9. Wat heb jij vanavond gegeten?

Slide 57 - Tekstslide

DE WEG WIJZEN

Slide 58 - Tekstslide


   Muziek luisteren
Oefening 7

Slide 59 - Tekstslide

Luister het liedje. Maak de zinnen af.
Ik weet niet of je zit te wachten....
Ik voel het als ik jou zie zitten....
Ik heb je lief mijn hele leven....
Jouw mooie ogen doen me smelten...
Ik heb je lief....
..... het is veel meer dan houden van.
.... vier jaargetijden lang.
.... als ik je alleen maar ruik.
 .... op een vriendelijk woord van mij.
.... het zet me zo in vuur en vlam.

Slide 60 - Sleepvraag

Luister het liedje. Vul de woorden in.
Als de oorlog komt en ik dan moet .........
Als er een ......... komt, waar ik niet aan voldoen kan.
En als ik iets moet zijn, wat ik ........ geweest ben.
En als ik moet ......
Ik houd een .......... voor je vrij.
regel
huilen
nooit
kamer
schuilen

Slide 61 - Sleepvraag

Luister het liedje. Wie zingt wat?
Ik zit hier in een kamer.
Ik zie alleen de beelden...
Ik kan het niet ontkennen.
Want ik voel teveel voor jou.
Want ik ben allang jouw vrouw.

Slide 62 - Sleepvraag

Als je mijn gedachten eens kon zien
Dan stond ik niet alleen ......................... 
Ik heb eigenlijk nooit echt gedacht
Dat dit al het ...........................  was

Zeg me, is het wederzijds
Als ik ....................... ben om alleen te zijn
Hield ik misschien te snel van jou
Ik dacht dat het ............................. zou

Luister het liedje. Vul de tekst aan.
bang
einde
misschien
tijdens
werken

Slide 63 - Sleepvraag

Luister het liedje. Zet in de juiste volgorde.
Papa, waarom slaapt die man op straat?
Want dan blijf je nog wat langer zo lief.
Mijn kleine presidentje gaat de wereld....
Papa, wie is eigenlijk de baas....?
Nee, nu nog even niet.

Slide 64 - Sleepvraag