Nask12 herhaling + tekenen schaduw, lenzen, beeld

H2 Licht
2.1 Starten
2.2 Lichtbronnen en kleur (wk19)
2.3 Weerkaatsen van licht (wk20)
2.4 Beelden maken met lenzen (wk21)
2.5 Het oog (wk22)
Oefentoets (wk23) (taaldorp)
Bespreken oefentoets (wk24) (maar 1 les die week)

Dinsdag 17 juni PTA H2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H2 Licht
2.1 Starten
2.2 Lichtbronnen en kleur (wk19)
2.3 Weerkaatsen van licht (wk20)
2.4 Beelden maken met lenzen (wk21)
2.5 Het oog (wk22)
Oefentoets (wk23) (taaldorp)
Bespreken oefentoets (wk24) (maar 1 les die week)

Dinsdag 17 juni PTA H2

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we vandaag doen!
  1. Lichtbundels, Schaduw tekenen en +/- lenzen
  2. Instructie beelden maken (uitleg filmpje)
  3. verwerkingsopdrachten tekenen
  4. Terugblik; 7 vragen (H2.2 + 2.3)

Slide 2 - Tekstslide

Lichtbundels
Hoe heet de bovenste bundel?
  • Divergerende lichtbundel

  • Evenwijdige lichtbundel

  • Convergerende lichtbundel

Slide 3 - Tekstslide

schaduw tekenen


vraag :
Teken de schaduw van de parasol

Denk aan evenwijdige lichtbundel!

Slide 4 - Tekstslide

Lichtbreking bij positieve lenzen
Met een positieve lens kun je een evenwijdige lichtbundel zonlicht in één punt concentreren, het brandpunt.

  • Er is een convergente lichtbundel ontstaan.
Zo breekt een positieve lens evenwijdig licht.

Slide 5 - Tekstslide

Lichtbreking bij negatieve lenzen
Na de lens bewegen de lichtstralen bij elkaar vandaan. 
Dat betekent dat het licht steeds zwakker wordt. 
  • Er is een divergente lichtbundel ontstaan.

Een negatieve lens heeft
geen brandpunt waar de 
stralen bij elkaar komen. Er is wel een punt vóór de 
lens waar de lichtstralen vandaan lijken te komen
Dit punt noem je ook het brandpunt. 

Zo breekt een negatieve
 lens evenwijdig licht.

Slide 6 - Tekstslide

Een beeld op een scherm vormen

Bij camera’s en beamers wordt het beeld gevormd 
door lichtstralen die op een scherm vallen. 
Zo’n beeld noem je een reëel beeld.

Een virtueel beeld kun je niet zichtbaar maken op een scherm, een reëel beeld wel.
Beamer

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Scherpstellen
Met een optische bank kun je
onderzoeken hoe dat scherpstellen
in zijn werk gaat.


De afstand tussen het voorwerp en
de lens noem je de voorwerpsafstand.

De afstand tussen de lens en het 
scherpe beeld noem je de beeldafstand
Een optische bank.

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak extra verwerkingsopdrachten tekenen
Opdracht 2 (schaduw)
Opdracht 5 + 6 (lenzen)
Opdracht 7 (Beeld tekenen)

Slide 10 - Tekstslide

Volgende les: H2.5 Het oog






Nu nog een quiz (7 vragen)?

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de spiegelwet?
A
"letters die je in een spiegelbeeld ziet zijn omgekeerd"
B
"Hoek van inval is gelijk aan hoek van terugkaatsing"
C
"bolle spiegels zijn groter dan holle spiegels"
D
"een spiegel is altijd vlak"

Slide 12 - Quizvraag

welke tekening geeft de spiegelwet juist weer?
A
.
B
.
C
.
D
.

Slide 13 - Quizvraag

Welke apparaten maken gebruik van ultraviolette straling?
A
afstandsbedieningen en alarminstallaties
B
afstandsbedieningen en blacklights in discotheken
C
zonnebanken en apparaten voor de behandeling van sportblessures
D
zonnebanken en blacklights in discotheken

Slide 14 - Quizvraag

Erik komt met een blauw shirt naar school. In het lokaal wordt een proefje gedaan met gekleurd licht. Er is alleen een lamp aan die zuiver geel licht uitstraalt. Welke kleur lijkt het shirt nu te hebben?

A
Geel
B
Blauw
C
Zwart
D
Groen

Slide 15 - Quizvraag

Welke bewering over infraroodstraling (ir) en ultraviolette straling (uv) is goed?
A
Een koud voorwerp zendt veel uv-straling uit.
B
Een warm voorwerp zendt veel ir-straling uit.
C
Je huid verbrandt door te veel ir-straling.
D
Uv-straling wordt door de ozonlaag voor een groot deel tegengehouden.

Slide 16 - Quizvraag

De letterlijke betekenis van infrarood is:
A
lichtrood.
B
naast het rood.
C
voor het rood.
D
voorbij het rood.

Slide 17 - Quizvraag

Waarom word je bruiner of verbrand je sneller in de sneeuw?

Slide 18 - Open vraag

Volgende les: H2.5 Het oog

Slide 19 - Tekstslide

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 20 - Woordweb

Afsluiting: we weten.................
  1. Je kunt het verschil beschrijven tussen positieve lenzen en negatieve lenzen.
  2. Je kunt uitleggen hoe een positieve lens een evenwijdige bundel zonlicht breekt.
  3. Je kunt toelichten wat wordt bedoeld met ‘brandpunt’ en ‘brandpuntsafstand’.
  4. Je kunt uitleggen hoe een negatieve lens een evenwijdige bundel zonlicht breekt.
  5. Je kunt het verschil uitleggen tussen een reëel beeld en een virtueel beeld.
  6. Je kunt het beeld construeren dat een positieve lens van een voorwerp vormt.
  7. Je kunt de voorwerpsafstand en de beeldafstand opmeten in een tekening.

Slide 21 - Tekstslide