les 2 huishoudens, financien, begroting, prinsjesdag

Door inflatie kan ik met een gelijkblijvend loon...
A
meer besteden
B
minder besteden
C
net zoveel besteden
1 / 11
volgende
Slide 1: Quizvraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Door inflatie kan ik met een gelijkblijvend loon...
A
meer besteden
B
minder besteden
C
net zoveel besteden

Slide 1 - Quizvraag

Door inflatie stijgt de koopkracht van geld
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Betalen met een pinpas is een voorbeeld van giraal/ chartaal geld?

Slide 3 - Open vraag

Als de prijzen gelijk blijven, maar je budget vergroot, welke kant gaat de budgetlijn dan op?
A
Naar links
B
Naar rechts
C
Blijft gelijk
D
Kan je zo niet zeggen

Slide 4 - Quizvraag

Geld uitgeven is makkelijk. Niet te veel geld uitgeven lastiger. Wat is jouw bespaartip?

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Link

Slide 7 - Link

Slide 8 - Video

Een huishouden neemt zelfstandig economische beslissingen.
Gezinnen categoriseren hun uitgaven als volgt;
1. Huishoudelijke (dagelijkse) uitgaven
(boodschappen, cadeautjes, op stap, kleine uitgaven)
2. De vaste lasten
(terugkerende uitgaven;  zoals huur, gwl, abonnementen, contributie)
3. De reserveringen
(nieuwe koelkast, auto, kortom zaken die vervangen moeten worden) 
4. Geld over? --> Sparen (niet uitgeven van inkomen, vrij besteedbaar)

Slide 9 - Tekstslide

Een *sluitende begroting maken
IN: Salaris, Alimentatie, Uitkeringen/ Toeslagen, Belastingteruggave (eventueel rente/huur/pacht/winstinkomsten)
UIT: Woonlasten, boodschappen, onverwachte uitgaves, kleding, netflix/ spotify e.d., krantabonnement, smartphone, verzekeringen, benzine, uitgaan, sporten, sparen, reserveringen
*sluitende begroting= geen tekort of overschot

Slide 10 - Tekstslide

Maken 1.13 t/m 1.17 
Let op: omrekenen van week naar maand=
x 52 en dan delen door 12

of van maand naar week=
x 12 en dan delen door 52 


Slide 11 - Tekstslide