zelftest 3.3

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

De islam is....

1. Monotheistisch
2. Polytheistisch

Welke godsdienst is ouder?

1. christendom
2. islam

Hoe noemen we de
vijf leefregels van de islam?

1. De Vijf Pilaren van de islam
2. De Vijf Zuilen van de islam
3. De Vijf Hoekstenen van de islam
4. De Vijf Regels van de islam

Waar is de Islam ontstaan?

1. Arabië
2. China
3. Spanje
4. Turkije

De belangrijkste bron van de Islam.

1. Koran
2. Google
3. Tafsir

Mohammed is de grondlegger van de Islam

1. Ja
2. Nee

Welke uitspraak over de islam is juist?

1. De islam is gesticht door de Turk Mohammed
2. Aanhangers van de islam noem je Turken of Arabieren.
3. Het gebedshuis van de islam noem je een moskee.
4. De verspreiding van de islam begon in de tweede eeuw na Christus.

Welke grote godsdienst ontstond in de middeleeuwen?

1. Het Hindoeïsme
2. Het jodendom
3. Het christendom
4. De islam

Welke grote godsdienst ontstond in de middeleeuwen?

1. Het Hindoeïsme
2. Het jodendom
3. Het christendom
4. De islam

Welke zin laat continuïteit zien?
1. De Kaaba was een heidens heiligdom dat in 630 een islamitisch heiligdom
2. De heidense beelden werden in 630 door moslims kapot geslagen
3. In 630 lieten de moslims het gebouw staan
4. De Kaaba werd voor en na 630 voor godsdienst gebruikt

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat betekent ´Hadj´ in de islam?

1. De pelgrimstocht naar Mekka
2. Het geven van aalmoezen aan de armen
3. De gemeenschap van moslims
4. Het nieuwe jaar voor de moslims

Welk begrip past bij de bron?

1. jihad
2. taliban
3. theocratie
4. geen van de genoemde begrippen past bij de bron.

Hoe heet dit gebouw?

1. Moskee
2. Kaäba
3. Mekka
4. Kerk

Vanuit welke stad moest Mohammed in 622 vluchten?

1. Medina
2. Mekka
3. Jeruzalem

De islamitische jaartelling begon in het jaar 622. Het moment dat...

1. ...Mohammed zijn openbaring kreeg
2. ...de stad Mekka door de islamieten overgenomen werd
3. ...Mohammed van Mekka naar Medina vluchtte
4. ...Toen Jeruzalem overgenomen werd

De Byzantijnse Kerk van het Oost-Romeinse Rijk had als hoofdstad

1. Jeruzalem
2. Antiochië
3. Constantinopel
4. Alexandrië

3: Tijd van monniken en ridders
2: De verspreiding van welke
godsdienst zie je op de kaart
hiernaast?

1. Jodendom
2. Christendom
3. Islam
4. Boeddhisme

Vijf gebeurtenissen uit het leven van Mohammed:
1. Mohammed en zijn volgelingen keren terug naar Mekka.
2. Mohammed gaat zichzelf zien als profeet van Allah.
3. Mohammed heeft de Arabische stammen verenigd onder zijn nieuwe geloof.
4. Mohammed komt als handelaar in aanraking met het jodendom en christendom.
5. Mohammed en zijn volgelingen vluchten uit Mekka.

Zet de gebeurtenissen in de goede volgorde

1. 4-2-5-1-3
2. 3-4-1-2-5
3. 5-1-2-4-3
4. 4-1-5-2-3

Wat is geen verklaring voor de snelle uitbreiding van het gebied waar moslims het voor het zeggen hadden?

1. Het principe van jihad rechtvaardigde de oorlogen: Allah wilde het. Hierdoor vochten soldaten fanatieker en met minder angst voor de dood.
2. Wie moslim werd, kreeg recht op een goede baan en recht om minder belasting te betalen. Hierdoor werden de islamitische legers vaak met open armen binnengehaald.
3. De twee belangrijkste machthebbers in de regio, de Perzen en de Byzantijnen, hadden elkaar verzwakt in een serie oorlogen.
4. Verslagen volken werden relatief goed behandeld en niet gedwongen tot de islam over te gaan. Hierdoor ontstonden er in overwonnen gebieden weinig opstanden tegen de nieuwe heersers.

Wat is de belangrijkste boodschap die de schilder, Carl von Steuben, met dit schilderij heeft willen geven?

1. De smekende vrouw in het midden symboliseert de lafheid en gemeenheid van de moslims: ze maken zelfs ongewapende vrouwen dood.
2. De smekende vrouw in het midden symboliseert de lafheid en gemeenheid van de Franken onder leiding van Karel Martel: ze maken zelfs ongewapende vrouwen dood.
3. Uit het feit dat je maar weinig verschil ziet tussen de beide vechtende groepen, blijkt dat het volgens de schilder eigenlijk vooral toeval is dat de Franken de veldslag wonnen.
4. Door de Franken een christelijk kruis te laten beschermen, maakt de schilder duidelijk dat de Slag bij Poitiers volgens hem vooral draaide om godsdienst.

Wat kunnen wij uit deze afbeelding opmaken?

1. Dat er continuïteit is tussen de wetenschappelijke interesse die Arabieren in de vroege Middeleeuwen hadden en de wetenschappelijke interesse die zij in de vijftiende eeuw hadden.
2. Dat er weinig continuïteit is tussen de manier waarop Arabieren in de vroege Middeleeuwen aan wetenschap deden en de manier waarop ze dat in de vijftiende eeuw deden.
3. Dat Arabieren in de vijftiende eeuw, anders dan zeshonderd jaar eerder, wél interesse hadden in wetenschap.
4. Dat wetenschap in de islamitische wereld in de vijftiende eeuw op een veel lager peil stond dan in West-Europa.

I De manier waarop er werd omgegaan met ‘volken van het boek’ bewijst dat er in de islamitische wereld tot op zekere hoogte sprake was van godsdienstvrijheid.
II De manier waarop er werd omgegaan met ‘volken van het boek’ bewijst dat er in de islamitische wereld sprake was van volledige gelijkheid tussen groepen met verschillende godsdienstige achtergronden.

1. beide zijn juist
2. I is juist, II is onjuist
3. I is onjuist, II is juist
4. beide zijn onjuist

Dat de islamitische legers in de vroege Middeleeuwen nooit tot in West-Europa zijn doorgedrongen, komt doordat zij op twee plaatsen werden tegengehouden. Welke twee?

1. Córdoba en Poitiers.
2. Damascus en Constantinopel.
3. Poitiers en Constantinopel.
4. Córdoba en Constantinopel.

In de islamitische wereld bloeiden wetenschap en kunst. Wat is geen verklaring voor dit gegeven?

1. Sommige islamitische leiders, zoals de kalief van Bagdad, stimuleerden wetenschap actief, bijvoorbeeld door geld beschikbaar te stellen en door wetenschappers uit te nodigen.
2. Grootschalige diefstal van kunst en ontvoering van wetenschappers.
3. Kennis van veroverde én van omringende volken werd bijeengebracht en vergeleken.
4. Arabische wetenschappers vertaalden werk uit de klassieke Oudheid, waardoor ze de kennis die deze werken bevatten, konden blijven gebruiken.