Herhalingsles h2B
1 / 14
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Waar staat VOC voor?
A
Verenigde Oost-Indonesische Compagnie
B
Verenigde Oostvaart Compagnie
C
Verenigde Oorlogs Compagnie
D
Verenigde Oost-Indische Compagnie
Slide 2 - Quizvraag
Wat is een stapelmarkt?
Slide 3 - Open vraag
Wat was het meest belangrijke product van de Oostzeehandel voor de Republiek?
A
Specerijen
B
Hout
C
Suiker
D
Graan
Slide 4 - Quizvraag
Welke van de volgende oorzaken heeft in de zestiende eeuw een rol gespeeld in de groei van Amsterdam als handelsstad?
A
Amsterdam importeerde graan uit het Oostzeegebied om de groeiende bevolking van voedsel te voorzien.
B
Amsterdam speelde een belangrijke rol in de Opstand en werd daarvoor beloond met gunstige belastingmaatregelen.
C
Na de val van Parijs in 1585 vluchtten veel rijke, protestantse en Joodse kooplieden uit het zuiden naar Amsterdam.
D
Steeds meer mensen trokken van de stad naar het platteland om daar in de landbouw te werken.
Slide 5 - Quizvraag
Waarom werd de VOC opgericht?
Slide 6 - Open vraag
Westen
Oosten
VOC
WIC
Suriname
Handelsfactorij
Slide 7 - Sleepvraag
Wie mocht zijn/haar geloof in het openbaar uitoefenen?
A
Katholieken
B
Protestanten
Slide 8 - Quizvraag
Leg in je eigen woorden uit wat tolerantie is
Slide 9 - Open vraag
Welk begrip hoort bij Spinoza?
A
Rationalisme
B
Microscoop
C
Gouverneur-generaal
D
Schilder
Slide 10 - Quizvraag
De Republiek stond tijdens de Gouden Eeuw bekend om zijn vrijheid in denken.
Was de Wetenschappelijke Revolutie een bedoeld of onbedoeld gevolg van de vrijheid in denken?
Was de Wetenschappelijke Revolutie een bedoeld of onbedoeld gevolg van de vrijheid in denken?
A
Bedoeld gevolg
B
Onbedoeld gevolg
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Bij welk genre hoort dit schilderij? Noem minimaal 2 kenmerken waaraan je dit kunt zien.
Slide 13 - Open vraag
Waarom was het voor de loonarbeiders moelijker om rond te komen in de winter?
