BS 3 Dieren

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

NOS, 13-1-2022

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Terugblik
Eukaryoot / Prokaryoot
Indeling in steeds kleine groepen
Soort
Variatie / Evolutie

Slide 4 - Tekstslide

mavo/havo: blz. 189
havo: blz. 183
vwo: blz. 188

Slide 5 - Tekstslide

Doelen van deze les
- Je kunt bij dieren verschillende vormen van symmetrie beschrijven.
- Je kunt bij dieren verschillende typen skelet beschrijven.
- Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van zes stammen dieren.

Slide 6 - Tekstslide

Symmetrisch
Symmetrisch betekent hetzelfde. Je spreekt van symmetrie bij een organisme als twee helften van het organisme in een bepaalde zin elkaars spiegelbeeld zijn. 

Even simpel gezegd, als je een organisme op een bepaald punt kunt doorsnijden en je dan 2 ongeveer gelijke helften hebt, is een organisme symmetrisch. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Tweezijdig symmetrisch


Iets is tweezijdig symmetrisch als je twee ongeveer gelijke helften hebt. 

Slide 9 - Tekstslide

Tweezijdig symmetrisch

Slide 10 - Tekstslide

Veelzijdig symmetrisch

Als je een organisme op meerdere manieren door kunt snijden en gelijk zijn, is een organisme veelzijdig symmetrisch. 

Slide 11 - Tekstslide

Veelzijdig symmetrisch

Slide 12 - Tekstslide

Niet-symmetrisch
Als je organismen niet kunt doorsnijden en gelijke zijden kunt krijgen zijn ze niet-symmetrisch

Slide 13 - Tekstslide

Skelet
Als we dieren willen indelen kijken we ook naar hun skelet (of afwezigheid van een skelet). 

We kijken naar:
- Inwendig skelet
- Uitwendig skelet
- Geen skelet 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Uitwendig skelet
Ezelsbruggetje: Stel je voor dat je op het dier trapt.... kraakt hij? Dan heeft hij een uitwendig skelet ;-)

Slide 17 - Tekstslide

Geen skelet

Slide 18 - Tekstslide

Inwendig skelet

Slide 19 - Tekstslide

Dieren zonder skelet

Slide 20 - Tekstslide

Symmetrie en het skelet kan handig worden gebruikt om dieren te ordenen. (blz. 192)

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Tweezijdig symmetrisch
veelzijdig symmetrisch
niet symmetrisch

Slide 23 - Sleepvraag

Inwendig skelet
Uitwendig skelet
Geen skelet

Slide 24 - Sleepvraag

Als we kijken naar de symmetrie zijn er de volgende mogelijkheden.
A
wel of niet symmetrisch
B
eenzijdig of tweezijdig symmetrisch
C
tweezijdig of veelzijdig symmetrisch
D
tweezijdig, veelzijdig of niet symmetrisch

Slide 25 - Quizvraag

Welke symmetrie heeft dit dier?
A
Niet symmetrisch
B
Tweezijdig symmetrisch
C
Veelzijdig symmetrisch

Slide 26 - Quizvraag

Heeft een vlieg een inwendig of een uitwendig skelet?
A
Inwendig skelet
B
Uitwendig skelet

Slide 27 - Quizvraag


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 28 - Quizvraag


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 29 - Quizvraag


A
inwendig skelet
B
uitwendig skelet
C
geen skelet

Slide 30 - Quizvraag

Wat voor skelet heeft dit dier?
A
Geen
B
Uitwendig
C
Inwendig

Slide 31 - Quizvraag

Enkele stammen van het dierenrijk
Bestudeer afbeelding 6 op blz. 192

Slide 32 - Tekstslide

Sponsdieren zijn ....
A
Niet-symmetrisch
B
Veelzijdig symmetrisch
C
Tweezijdig symmetrisch

Slide 33 - Quizvraag

Krabben horen bij de stam ...
A
Gewervelden
B
Weekdieren
C
Stekelhuidigen
D
Geleedpotigen

Slide 34 - Quizvraag

Soorten binnen welke stam vangen hun prooien met tentakels?
A
Sponsdieren
B
Neteldieren
C
Gewervelden
D
Geleedpotigen

Slide 35 - Quizvraag

Deze soort leeft op de bodem van de zee en heeft een inwendig skelet van kalk.
A
Weekdieren
B
Neteldieren
C
Sponsdieren
D
Stekelhuidigen

Slide 36 - Quizvraag

Aan de slag (huiswerk)
Maak opdracht 1 t/m 8  
Gebruik daarbij de tekst vanaf blz. 189
Je mag op laag volume overleggen met je buurman/vrouw

Slide 37 - Tekstslide