Paragraaf 2.1 & 2.2

Blok 2
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Blok 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat moet je weten?
  • Welke botten er in het skelet zitten;
  • De functies van het skelet;
  • Hoe een bot is samengesteld;
  • De drie type gewrichten; 
  • De bouw van de gewrichten;
  • Wat spieren zijn;
  • Wat antagonisten zijn.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Skelet
- Baby 305 botten
- Volwassene: 206 botten

- Leer het skelet!

- Grootste bot: dijbeen
- Kleinste bot: stijgbeugel (oor)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet bot nr 3?dit het tweede nr aan de rechterkant
A
Bovenarm
B
Opperarmbeen
C
Dijbeen
D
Opperarmbot

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wervelkolom
- 7 halswervels
- 12 borstwervels
- 5 lendenwervels

-Dubbele-S-vorm
Tussen de wervels: kraakbeenschijven
Kraakbeen => beweging


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zitten de wervels aan elkaar vast?
A
Naadverbinding
B
Gewrichten
C
Kraakbeen
D
Vergroeid

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van het been
dijbeen
voetwortelbeen
scheenbeen
middenvoetsbeen
knieschijf
kuitbeen
1
2
3
4
5
6

Slide 8 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Functies van het skelet
  1. Stevigheid geven
    Zonder botten zou je lichaam in elkaar zakken.
  2. Vorm geven
    Afhankelijk van de bouw van je skelet. 
  3. Bescherming
    Beschermen kwetsbare organen.
  4. Beweging
    Botten met spieren 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de taken van het skelet?
A
Stevigheid en vorm
B
Stevigheid, vorm en bescherming
C
Stevigheid, vorm, bescherming en beweging
D
Stevigheid, vorm, bescherming, beweging en stilstaan

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zijn botten van gemaakt?
Beenweefsel
Grootste deel van het bot bestaat uit been.
Bevat veel kalk = hard

Kraakbeenweefsel
Kraakbeen = buigzaam
Lijmstof in kraakbeen, waardoor het
beweegelijk is.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het juiste verschil tussen kraakbeenweefsel en beenweefsel?
A
In beenweefsel zit veel kalk en in kraakbeenweefsel zit veel lijmstof
B
In beenweefsel zit weinig kalk en in kraakbeenweefsel zit weinig lijmstof
C
In beenweefsel zit veel kalk en in kraakbeenweefsel zit weinig lijmstof
D
In beenweefsel zit weinig kalk en in kraakbeenweefsel zit veel lijmstof

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kraakbeen in oren
Kraakbeen in neus

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kraakbeen tussen borstbeen en begin ribben
Kraakbeen tussen wervels

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Baby is soepel door veel lijmstof in de botten
Bejaarde breekt snel wat doordat lijmstof minder wordt

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem 3 plaatsen waar kraakbeen zit

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kogelgewricht
1
Scharniergewricht
2
Rolgewricht
3
Met je ledematen en wervelkolom kun je verschillende bewegingen maken. Verschillende soorten gewrichten zorgen daarvoor

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welk type gewricht zie je in de afbeelding?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Kogelgewricht
Het schoudergewricht is een kogelgewricht. Het is de verbinding tussen het opperarmbeen en het schouderblad. 

In een kogelgewricht zijn bewegingen mogelijk in verschillende richtingen en er is een draaiende beweging mogelijk.

In je schoudergewricht kan je arm naar voren en achteren en opzij. Je kunt ook een rondje draaien met je opperarmbeen. 

De kogel van je bovenarm draait in de kom van je 
schouderblad.

Ook je heupgewricht is een kogelgewricht.


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scharnier gewricht
Een scharniergewricht zit bijvoorbeeld tussen 2 vingerkootjes. 
Beweging is maar in 1 vlak mogelijk.
Bijvoorbeeld:
- omhoog en omlaag
- buigen en strekken (heen en terug)

Andere voorbeelden van scharniergewrichten zijn bijv. het kniegewricht en gewrichten tussen 2 teenkootjes.


In je ellebooggewricht kun je je arm buigen en strekken.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rolgewricht
Twee botten draaien om elkaar heen. 
Spaakbeen en ellepijp kunnen om elkaar heen draaien. Dat is handig want daardoor kun je je hand draaien en kun je makkelijk wat pakken met je handen


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Dit is een ..1.. gewricht.

Hierin is een .. 2 ..beweging mogelijk
A
1. Kogel 2. Draaiende
B
1. Scharnier 2. Heen en weer
C
1. Rol 2. Draaiende
D
1. Draai-rol 2. Heen en weer

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Werken aan paragraaf 2.2
timer
30:00

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 2.1: Spieren

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie er eet wel eens vlees?
A
Ik wel
B
Ik niet
C
Ik soms

Slide 27 - Quizvraag

Als je vlees eet, eet je vooral spierweefsel van dieren. Jouw eigen 'vlees' bestaat ook uit spieren.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rugspier
1
Buikspier
2
Voorste Dijspier
3
Achterste Dijspier
4
Kuitspier
5
Achillespees
6
Een paar spieren oefenen...

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.
A
1: spieren 2: spieren
B
1: pezen 2: pezen
C
1: pezen 2: spieren
D
1: spieren 2: pezen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Als een spier samentrekt:
hoe lang kun jij dit?
De plank is een statische oefening, wat inhoudt dat je je lichaam een tijdje in een bepaalde houding moet houden zonder te bewegen.
A
Wordt de spier korter en dunner.
B
Wordt de spier langer en dikker.
C
Wordt de spier korter en dikker.
D
Wordt de spier langer en dunner.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
  • Maken paragraaf 2.1:
    3 t/m 5.
  • Maken paragraaf 2.2:
    6 t/m 11.
     

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vragen bij het filmpje
Schrijf de volgende vragen in je schrift en beantwoord ze tijdens het kijken van het filmpje.
  1. Noem vier voorbeelden van spieren die je automatisch gebruikt zonder erbij na te denken.
  2. Waarmee zitten spieren vast aan botten?
  3. Waaruit zijn spieren opgebouwd? 
  4. Waardoor worden spieren dikker als je ze traint? 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 39 - Video

Deze slide heeft geen instructies