6.1 De kerk valt uiteen

Ontdekkers en hervormers
6.1  De kerk valt uiteen

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Ontdekkers en hervormers
6.1  De kerk valt uiteen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • welke kritiek er was op de katholieke kerk
  • hoe machthebbers omgingen met deze kritiek
  • welke strijd ontstond tussen katholieken en protestanten
  • wat veranderde in de Europese cultuur

Slide 2 - Tekstslide

Katholieke kerk (1)
  • Christelijke kerk

  • Staat onder leiding van de Paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-Katholieke Kerk)

  • Hiërarchisch: er is een duidelijke leider en indeling van macht

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in het Latijn

Slide 3 - Tekstslide

Katholieke kerk (2)
  • Er staan beelden in de kerk

  • Deze beelden (van bijvoorbeeld heiligen) worden soms ook vereerd

  • Ook relieken (overblijfselen van heiligen) worden vereerd

  • Er zijn magische handelingen en rituelen, zoals: wijn/bloed en brood/lichaam

Slide 4 - Tekstslide

Reformatie (1)
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 5 - Tekstslide

Reformatie (2)
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan

Slide 6 - Tekstslide

Waarom heeft Luther succes?
  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten. 
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 7 - Tekstslide

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk

  • Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.

  • Vervolging van protestanten (ketters)

Slide 8 - Tekstslide

Protestantse kerk
  • Christelijke kerk

  • Er is geen duidelijke leider

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken (is afleiding)

  • Sobere handelingen

Slide 9 - Tekstslide

Hoewel er grote en kleine verschillen zijn...
...horen beide kerken bij de christelijke godsdienst

Slide 10 - Tekstslide

Waar richtte de protestanten zich tegen?
A
De christelijke kerk
B
De katholieke kerk
C
Hervormers
D
Ontdekkers

Slide 11 - Quizvraag

Wat paste volgens Luther niet bij het christelijke geloof?
A
Aflaten
B
Verering van heiligen
C
Bijbel in Latijn
D
Magische handelingen

Slide 12 - Quizvraag

Renaissance
  • Betekent: wedergeboorte van de Griekse en Romeinse kunst en cultuur

     (beeldhouwers, schilders,         

      architecten en schrijvers deden de 

      Grieken en Romeinen na)


  • Periode tussen ongeveer 1450-1600

  • Ontstaan in Italië

Slide 13 - Tekstslide

Humanisme

Omstreeks 1500 bestudeerden geleerden de klassieke filosofie, literatuur en kunst. Zij werden humanisten genoemd.

Humanisten vonden de ontwikkeling van de mens belangrijk.
Door zelf de teksten van Griekse en Romeinse schrijvers te lezen en door zelf na te denken, konden mensen zich ontwikkelen.

Slide 14 - Tekstslide

Waarom in Italië? (1)
  • Veel overblijfselen uit de Romeinse tijd

  • Door handel: meer geld en contacten met andere culturen (Afrika, Midden-Oosten, Azië)

  • Genieten van luxe spullen

Slide 15 - Tekstslide

Waarom in Italië? (2)
  • Rijke Italianen willen kunst (van zichzelf)

  • Kunstenaars krijgen daarom veel geld

  • Kunst wordt daardoor steeds beter

Slide 16 - Tekstslide

Ander mens- en wereldbeeld
  • Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)
  • Mensen gaan meer leven voor het leven nu, en niet voor het leven na de dood

    Ze ontdekten dat schrijvers in de

    oudheid ook zo'n mentaliteit 

    hadden.

  • God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder

Slide 17 - Tekstslide

Kenmerken van de Renaissance-kunst (1)
  • wedergeboorte van de Griekse- en Romeinse kunst/cultuur

  • realistisch

  • veel details

  • perspectief (weergeven van diepte)

Slide 18 - Tekstslide

Kenmerken van de Renaissance-kunst (2)

  • thema’s: Griekse/Romeinse mythen/sagen, maar ook Bijbelse verhalen

  • naakt

  • observeren, dan pas schilderen

Slide 19 - Tekstslide

Het orgineel:
rond 120 na Chr.
De kopie:
rond 1580 na Chr.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Anatomie
Kennis van het menselijk lichaam

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Wat betekent Renaissance letterlijk?

Slide 26 - Open vraag

Wat moest volgens de Renaissance-mens opnieuw geboren worden?
A
De tijd van steden en staten
B
De klassieke oudheid
C
De tijd van jagers en boeren
D
De middeleeuwen

Slide 27 - Quizvraag

Waarom ontstond de renaissance in Italië?

Slide 28 - Open vraag

Past dit schilderij
bij de renaissance?
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:
  • welke kritiek er was op de katholieke kerk
  • hoe machthebbers omgingen met deze kritiek
  • welke strijd ontstond tussen katholieken en protestanten
  • wat veranderde in de Europese cultuur

Slide 30 - Tekstslide