Poëzie

Dichter bij de dichter
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsSecundair onderwijs

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Dichter bij de dichter

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Wat zou de titel van het gedicht kunnen zijn?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Poëzie

Slide 12 - Woordweb

Wat doen we vandaag?
  • We verwoorden onze mening over poëzie.
  • We verwoorden onze leesbeleving.
  • We herhalen de kenmerken van poëzie.
  • We onderzoeken poëtische taal.
  • We benoemen het thema van een gedicht.
  • We onderzoeken en herkennen vormbegrippen en stijlfiguren.
  • We verkennen de websites van bekende schrijvers. 
  • We kiezen ons favoriet gedicht.
  • We dragen het gedicht expressief voor.

Slide 13 - Tekstslide

Poëzie is iets voor meisjes
akkoord
niet akkoord

Slide 14 - Poll

Poëzie is moeilijk.
akkoord
niet akkoord

Slide 15 - Poll

Voor mij moeten poëtische teksten rijmen.
akkoord
niet akkoord

Slide 16 - Poll

Poëzie kom je overal tegen.
akkoord
niet akkoord

Slide 17 - Poll

Poëzie is saai.
akkoord
niet akkoord

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Tekstslide

Welk gedicht vond je ...
  • het mooist om te lezen?
  • het meest ingewikkeld?
  • het saaist?
  • het meest bijzonder/speciaal?
  • het grappigst?

Slide 20 - Tekstslide

Je mening geven over literatuur
  • Vermijd nietszeggende woorden als goed, gewoon en slecht.
  • Je kunt de betekenis van je beoordelingswoord versterken of verzwakken: razend, bijzonder, ongelofelijk.
  • Gebruik argumenten.

Slide 21 - Tekstslide

Voordragen
In duo's breng je een gedicht.

- Wees creatief.
- Let op ritme en expressie.
- Verzorg je uitspraak.

Slide 22 - Tekstslide

Kenmerken van poëzie
  • Inhoud
  • Vorm 

Slide 23 - Tekstslide

Inhoud

  • Voor sommige gebeurtenissen en gevoelens vinden we geen woorden. Op die momenten helpt poëzie. 
  • Gedichten kunnen ons troosten of drukken onze vreugde uit omdat ze verwoorden wat we moeilijk kunnen uitdrukken.

Slide 24 - Tekstslide

Het thema van een gedicht is het antwoord op de vraag waarover het gedicht gaat (abstract woord).

Een aantal voorbeelden:

  • een gevoel - bv: liefde, eenzaamheid
  • een probleem - bv: onrecht, hongersnood
  • de taal en het dichten zelf - bv: hoe een gedicht zijn lezer kan raken

Slide 25 - Tekstslide

  • Een gedicht bestaat uit verzen.
  • Een aantal verzen vormen een strofe.
  • Er is ruimte tussen de strofes: witregels.
  • Een vers is soms 1 woord.
  • Een dichter mag schrijven zoals hij wil: dichterlijke vrijheid.

Vorm

Slide 26 - Tekstslide

Technieken
Gedichten rijmen vaak op het eind ( = eindrijm). We geven dan elk vers een letter volgens de volgorde van het alfabet. Hieronder zie je de drie bekendste rijmschema’s:

Slide 27 - Tekstslide

Stijlfiguren
Er zijn ook enkele speciale stijlfiguren, die hetzelfde principe gebruiken:
  • beginrijm of alliteratie - bv. De kleppende klipper, de gaggelende gans
  • binnenrijm - bv. De bomen die tot de hemel lijken te komen
  • assonantie - bv. Zien jullie niet dat ik jullie zo lief heb

Slide 28 - Tekstslide

Aantal verzen?
Aantal strofen?
Chinees is geen Turks
en Japans geen Javaans,
Hebreeuws is geen Urks,
Jordanees is geen Spaans,

maar of je lacht in Manilla
in het Zwitsers of Frans,
in een krot of een villa
de lach heeft een kans
om het oog van de mensen
te doen stralen op slag,

want verder dan de taal
reikt de klank van de lach.
Talen
Toon Hermans

Slide 29 - Tekstslide

Welke bewering is juist?

Het gedicht bevat ...
3 verzen
3 strofen
13 strofen

Slide 30 - Poll

Rijmschema
Hij zei tot alle and're spinnen:
Vreemd, ik weet niet wat ik heb,
Maar ik krijg zo'n drang van binnen
Tot het weven van een web.
Sebastiaan
Annie M.G. Schmidt

Slide 31 - Tekstslide

Welk rijmschema heb je herkend?
A
gepaard rijm (AABB)
B
gekruist rijm (ABAB)
C
omarmend rijm (ABBA)
D
geen vast rijmschema

Slide 32 - Quizvraag

Rijmschema
We tutten ons tuintje op
en kammen het gras,
make-uppen de randjes
langs het terras:
overal plantjes met lippenstiftkleuren,
overal bloemen met bloemetjesgeuren.
Daarna het heggenhaar
weg met de heggenschaar –
zo wordt ons tuintje een prachtig gezicht
dat plat naar de zomer
te glimlachen ligt.
Tuintje
Edward van de Vendel

Slide 33 - Tekstslide

Welk rijmschema heb je herkend?
A
gepaard rijm (AABB)
B
gekruist rijm (ABAB)
C
omarmend rijm (ABBA)
D
geen vast rijmschema

Slide 34 - Quizvraag

Rijmschema
Ik droeg nog kleine kleeren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.

...



De wolken
Martinus Nijhoff

Slide 35 - Tekstslide

Welk rijmschema heb je herkend?
A
gepaard rijm (AABB)
B
gekruist rijm (ABAB)
C
omarmend rijm (ABBA)
D
geen vast rijmschema

Slide 36 - Quizvraag

Alliteratie - assonantie - binnenrijm?
Ik droeg nog kleine kleeren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.

...



De wolken
Martinus Nijhoff

Slide 37 - Tekstslide

Kies het juiste antwoord:
A
alliteratie
B
assonantie
C
binnenrijm
D
geen van deze

Slide 38 - Quizvraag

Alliteratie - assonantie - binnenrijm?
Ik droeg nog kleine kleeren, en ik lag
Lang-uit met moeder in de warme hei,
De wolken schoven boven ons voorbij
En moeder vroeg wat 'k in de wolken zag.

...



De wolken
Martinus Nijhoff

Slide 39 - Tekstslide

Kies het juiste antwoord:
A
alliteratie
B
assonantie
C
binnenrijm
D
geen van deze

Slide 40 - Quizvraag

Alliteratie - assonantie - binnenrijm?
Ik schrijf ze op
met potlood en met pen,
de liever nog dan liefste
woorden die ik ken
Ik schrijf ze op
Met balpen en met stift
Woorden in mijn schrift
Ik schrijf het op
In rood en geel en blauw
Dat ik nog houer hou dan hou
Van de allerjouste jou



Ik schrijf ze op
Koos Meinderts

Slide 41 - Tekstslide

Kies het juiste antwoord:
A
alliteratie
B
assonantie
C
binnenrijm
D
geen van deze

Slide 42 - Quizvraag

Gedichten over taal 

Slide 43 - Tekstslide

Op verkenning
Joke Van Leeuwen
Edward van de Vendel
Hans Andreus
Maud Vanhauwaert
Lotte Dodion
Carmien Michels
Toon Tellegen
Bart Moeyaert
Bette Westera
Hans & Monique Hagen



Slide 44 - Tekstslide

Zoek samen met je partner een gedicht dat je leuk vindt.
Bespreek:
  •  de vorm
  • het thema
  • het rijmschema
  • de stijlfiguren
  • de beeldspraak
Geef je mening over het gedicht. Gebruik beoordelingswoorden.                            Google Classroom

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

Slide 50 - Tekstslide