Workshop Circulaire Economie

Workshop Circulaire Economie
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Workshop Circulaire Economie

Slide 1 - Tekstslide

We beginnen bij het begin. Wat is een circulaire economie eigenlijk?
A
Een economie waarin we alles recyclen
B
Een economie waarin we producten steeds langer en grondstoffen steeds opnieuw gebruiken.
C
Een economie waarin we helemaal geen afval meer hebben

Slide 2 - Quizvraag

Het juiste antwoord is B
En om dat te bereiken worden producten zo lang mogelijk gebruikt, gerepareerd als ze kapot zijn of weer doorgegeven via bijvoorbeeld een online marktplaats. Als producten echt aan het einde van hun levensduur zijn, worden ze uit elkaar gehaald en worden de grondstoffen opnieuw gebruikt voor nieuwe producten. En als er nieuwe grondstoffen nodig zijn, komen deze in een circulaire economie van natuurlijke, hernieuwbare bronnen als bv. hout, bamboe en olifantsgras.

Slide 3 - Tekstslide

Een circulaire economie is meer dan recyclen alleen. Er zijn 6 verschillende mogelijkheden om het gebruik van grondstoffen te verminderen. Deze 6 mogelijkheden beginnen in het engels allemaal met een r. We noemen dit model dan ook de R-ladder. Recyclen noemden we al. Verder heb je nog reduce (producten efficiënter maken), re-use (hergebruik), repair & remanufacturing (reparatie en hergebruik van onderdelen) en recover (grondstoffen uit gebruikte materialen halen)

Slide 4 - Tekstslide

Maar wat is nou de eerste stap op deze R-ladder?
A
Refuse & Rethink
B
Reboot
C
Reshuffle & rethink

Slide 5 - Quizvraag

Het juiste antwoord is A
Refuse & rethink. Dit is de fase voordat een product gemaakt is. Want een circulaire economie begint met nadenken of we een product echt wel nodig hebben. En als dat zo is, kunnen we het product dan intensiever gebruiken dan voorheen? Want met producten die niet gemaakt worden, besparen we de meeste grondstoffen en energie.

Slide 6 - Tekstslide

Welke term verwijst naar het hergebruik van producten of materialen zonder dat er kwaliteitsverlies optreedt?
A
Upcycling
B
Downcycling
C
Recycling

Slide 7 - Quizvraag

Het juiste antwoord is A
Upcycling is een proces waarbij afgedankte of ongewenste materialen worden omgezet in nieuwe producten van hogere kwaliteit of waarde. In tegenstelling tot traditioneel recyclen, waarbij materialen worden afgebroken tot hun ruwe vorm om nieuwe producten te maken, houdt upcycling in dat items op een creatieve manier worden hergebruikt in hun huidige staat of met minimale aanpassing. Het doel van upcycling is om afval te verminderen, hulpbronnen te behouden en de milieu-impact van consumptie te minimaliseren. Het omvat vaak het gebruik van creativiteit en innovatieve technieken om oude of afgedankte materialen nieuw leven in te blazen, waardoor ze iets functioneels, moois of beide worden.

Slide 8 - Tekstslide

Kun je voorbeelden noemen van upcycling en de tegenhanger downcycling?

Slide 9 - Open vraag

Welke van de volgende benaderingen past het beste bij een circulaire economie?
A
Wegwerpeconomie
B
Levenscyclusdenken
C
Lineaire economie

Slide 10 - Quizvraag

Het juiste antwoord is B
Levenscyclusdenken in het kader van de circulaire economie is een benadering waarbij de volledige levensduur van een product wordt beschouwd, vanaf de ontwikkeling van grondstoffen, via productie en distributie, tot gebruik, hergebruik en uiteindelijk recycling of verwerking aan het einde van de levensduur.

Slide 11 - Tekstslide

Nederlanders kopen jaarlijks gemiddeld 20 kledingstukken en 6 paar schoenen. Het kost naar schatting zo’n 8000 liter water om 1 spijkerbroek te maken. De textielindustrie gebruikt enorm veel grondstoffen en stoot meer broeikasgassen uit dan de internationale lucht- en zeevaart bij elkaar.

Slide 12 - Tekstslide

Maar hoeveel jassen, broeken en truien heeft de gemiddelde Nederlander volgens onderzoek van het CBS?
A
23
B
50
C
71

Slide 13 - Quizvraag

Het juiste antwoord is B
Een gemiddelde Nederlander heeft 50 jassen, broeken en truien volgens het CBS. Wist je dat Nederland jaarlijks 975 kiloton CO2 kan besparen wanneer iedereen 3 kledingstukken per jaar minder koopt (Bron: Rijksoverheid.nl).
Of kijk eens naar merken die duurzame kleding maken, zoals Loop.a life of de circulaire spijkerbroeken van MUD Jeans, die je zelfs kunt leasen. Daarnaast is hergebruik in de textielindustrie belangrijk. Maar niet alle kleding is nog een keer te dragen.

Slide 14 - Tekstslide

Welke rol speelt de circulaire economie in de strijd tegen klimaatverandering?
A
Het verergert klimaatverandering door het gebruik van meer energie
B
Het draagt bij aan klimaatverandering door het gebruik van meer grondstoffen
C
Het kan klimaatverandering helpen verminderen door het verminderen van afval, energieverbruik en grondstoffenwinning

Slide 15 - Quizvraag

Het juiste antwoord is C
Het kan klimaatverandering helpen verminderen door:
- Vermindering van grondstofgebruik
- Vermindering van afval dus minder stort en verbranding
- Energie-efficiëntie
- Beperking van emissies, zoals bv. CO2
- Bevorderen van duurzame consumptie

Slide 16 - Tekstslide

Hoe kunnen bedrijven bijdragen aan de overgang naar een circulaire economie?
A
Door het gebruik van single-use plastics te vergroten
B
Door producten te ontwerpen die gemakkelijk kunnen worden gerepareerd en gerecycled
C
Door het verminderen van hun investeringen in duurzame energiebronnen

Slide 17 - Quizvraag

Het juiste antwoord is B
Door producten te ontwerpen die gemakkelijk kunnen worden gerepareerd en gerecycled.

Slide 18 - Tekstslide

Wie kent Fairfone?

Slide 19 - Open vraag

Wat is een voorbeeld van een circulair businessmodel?
A
Een bedrijf dat wegwerpproducten produceert
B
Een bedrijf dat producten least aan klanten en ze na gebruik weer inneemt voor refurbishing of recycling
C
Een bedrijf dat alleen producten verkoopt zonder aandacht te besteden aan het einde van hun levensduur

Slide 20 - Quizvraag

Het juiste antwoord is B
Een bedrijf dat producten least aan klanten en ze na gebruik weer inneemt voor refurbishing of recycling.

Slide 21 - Tekstslide

Hoe kan de overheid de overgang naar een circulaire economie bevorderen?
A
Door subsidies te verstrekken aan bedrijven die lineaire productiemethoden gebruiken
B
Door regelgeving op te stellen die duurzaamheid en recycling aanmoedigt
C
Door belastingen te verhogen op gerecyclede materialen

Slide 22 - Quizvraag

Het juiste antwoord is B
Door regelgeving op te stellen die duurzaamheid en recycling aanmoedigt.

Slide 23 - Tekstslide

Wat zijn enkele uitdagingen bij het implementeren van een circulaire economie?
A
Gebrek aan beschikbare grondstoffen
B
Technologische beperkingen voor recycling
C
Verandering in consumentengedrag en bedrijfsculturen

Slide 24 - Quizvraag

Verandering in consumentengedrag en bedrijfsculturen. Dit heeft te maken met:

 
- Gewoontes en mentaliteit
- Informatie en bewustwording
- Kosten en investeringen
- Comfort en gemak
- Bedrijfscultuur en beloning
- Beschikbaarheid van circulaire opties

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide