Disk muziek 14 woorden en taak 1

Donderdag 4 juni programma
0900 - 0945 uur Woordenschat
Je leert nieuwe woorden bij thema 14 Muziek
0945 - 1015 uur Disk taak 2 
Je leert je mening geven over muziek
1015 - 1030 uur Pauze
1030 - 11.00 uur Grammatica
Je leert over de vergrotende en overtreffende trap
11.00 - 11.30 uur Schrijven
Je leert een verhaal schrijven met woorden uit thema 14 Muziek
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Donderdag 4 juni programma
0900 - 0945 uur Woordenschat
Je leert nieuwe woorden bij thema 14 Muziek
0945 - 1015 uur Disk taak 2 
Je leert je mening geven over muziek
1015 - 1030 uur Pauze
1030 - 11.00 uur Grammatica
Je leert over de vergrotende en overtreffende trap
11.00 - 11.30 uur Schrijven
Je leert een verhaal schrijven met woorden uit thema 14 Muziek

Slide 1 - Tekstslide

Nieuwe woorden

Slide 2 - Tekstslide

de fan
Iemand die een beroemde persoon of groep heel
goed vindt

Slide 3 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
de fan

Slide 4 - Open vraag

de fiets

Slide 5 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
de fiets

Slide 6 - Open vraag

de groep
een aantal mensen, dieren of dingen bij elkaar

Slide 7 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
de groep

Slide 8 - Open vraag

half
een half ding is de helft van dat ding

Slide 9 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
half

Slide 10 - Open vraag

horen
ander woord voor 'luisteren'


Slide 11 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
horen

Slide 12 - Open vraag

Disk taak 2
Vertel aan de anderen in je groep over je favoriete muziek.

Vertel ook welke muziek je helemaal niet mooi vindt. Wat is het stomste nummer dat je kent?
Waarom vind je dat nummer zo stom?

Slide 13 - Tekstslide

Disk taak 2
Maak samen een top 7 en een flop 7. 

Maak samen een top 7 van jullie favoriete nummers.
Maak ook een flop 7. Dat is een lijst van nummers die jullie helemaal niet mooi vinden.

Slide 14 - Tekstslide

Mijn flop nummer

Slide 15 - Open vraag

Mijn top nummer

Slide 16 - Open vraag

Pauze
Pauze 

Slide 17 - Tekstslide

Grammatica - Vergrotende en overtreffende trap
Dik - dikker - dikst
Kort - korter - kortst
lang - langer - langst
slim - slimmer - slimst

Slide 18 - Tekstslide

Schrijven
  • kies 3-5 woorden uit de woordenlijst;
  • maak met deze woorden een verhaal.

Slide 19 - Tekstslide

Donderdag 4 juni programma
1230 - 1315 uur Woordenschat
Je leert nieuwe woorden bij thema 14 Muziek
13.15 - 1345 uur Disk taak 2 
Je leert je mening geven over muziek
1345 - 1400 uur Pauze
1400 - 1430 uur Grammatica
Je leert over de vergrotende en overtreffende trap
1430 - 1500uur Schrijven
Je leert een verhaal schrijven met woorden uit thema 14 Muziek

Slide 20 - Tekstslide

de discotheek
een plaats waar je kunt dansen op popmuziek

Slide 21 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
de discotheek

Slide 22 - Open vraag

duidelijk
Makkelijk te begrijpen.

Slide 23 - Tekstslide

enkele
een paar, niet allemaal

Slide 24 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
duidelijk

Slide 25 - Open vraag

Maak een zin met het woord:
enkele

Slide 26 - Open vraag

enthousiast
als je ergens veel zin in hebt of iets heel leuk vindt

Slide 27 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
enthousiast

Slide 28 - Open vraag

de favoriet
het leukst van alles of iedereen

Slide 29 - Tekstslide

Maak een zin met het woord:
de favoriet

Slide 30 - Open vraag

Disk taak 2
Vertel aan de anderen in je groep over je favoriete muziek.

Vertel ook welke muziek je helemaal niet mooi vindt. Wat is het stomste nummer dat je kent?
Waarom vind je dat nummer zo stom?

Slide 31 - Tekstslide

Disk taak 2
Maak samen een top 8 en een flop 8. 

Maak samen een top 8 van jullie favoriete nummers.
Maak ook een flop 8. Dat is een lijst van nummers die jullie helemaal niet mooi vinden.

Slide 32 - Tekstslide

Mijn top nummer

Slide 33 - Open vraag

Mijn flop nummer

Slide 34 - Open vraag

Pauze
Pauze 

Slide 35 - Tekstslide

Grammatica - Vergrotende en overtreffende trap
goed – beter - best
veel – meer - meest
weinig - minder - minst
graag – liever – liefst

Slide 36 - Tekstslide

Schrijven
  • kies 5 woorden uit de woordenlijst;
  • maak met deze woorden een verhaal.

Slide 37 - Tekstslide