In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Rekenen
H3 de bank en jouw geld
Slide 1 - Tekstslide
Account gereed maken
1. Ga naar lessonUp en log in met je microsoft 365 account. Dus niet met een e-mail en wachtwoord.
2. Vul de klascode in
DG2A = mrpja
DG2B = cpsbq
Slide 2 - Tekstslide
Wat weet je nog van §4.1 waarom verzeker je dat?
Slide 3 - Woordweb
Wat weet je nog van §4.2 wat is er thuis verzekerd?
Slide 4 - Woordweb
Wat weet je nog van §4.3 rij schade vrij!
Slide 5 - Woordweb
Wat weet je nog van §4.4 zorg voor een zorgverzekering
Slide 6 - Woordweb
Rekenen
Theorie
Slide 7 - Tekstslide
Lesdoelen
Je leert in deze paragraaf:
• de formules die bij H3 horen • hoe je met die formules kan rekenen
Slide 8 - Tekstslide
Rekenafspraken
Altijd een berekening noteren
Het eindantwoord onderstrepen
De eenheid bij het antwoord vermelden
Geldbedragen afronden op 2 decimalen
Percentages afronden op 1 decimaal
Slide 9 - Tekstslide
Formules
Verzekeringskosten =
(premie + poliskosten) + assurantiebelasting
Slide 10 - Tekstslide
Je hebt je bril verzekerd. De premie daarvoor is € 11. De assurantiebelasting is 21%.
Bereken de verzekeringskosten.
Slide 11 - Open vraag
Elmer en Sacha gaan samen met hun twee kinderen 15 dagen op vakantie. Elmer sluit voor het hele gezin een reisverzekering af. De premie is € 1,45 per persoon per dag.
Bereken de totale premie voor Elmer en zijn gezin.
Slide 12 - Open vraag
Elmer en Sacha gaan samen met hun twee kinderen 15 dagen op vakantie. Elmer sluit voor het hele gezin een reisverzekering af. De premie is € 1,45 per persoon per dag.
Bereken de totale verzekeringskosten, inclusief € 8 poliskosten en 21% assurantiebelasting.
Slide 13 - Open vraag
Formule
Premie opstal- of inboedelverzekering =
verzekerd bedrag ÷ € 1.000 × premietarief
Slide 14 - Tekstslide
Bereken voor de volgende persoon de jaarpremie als zij bij Veilig Thuis een inboedelverzekering afsluiten.
Francis woont in regio C. Ze verzekert haar inboedel voor € 84.000, met een eigen risico van € 250
Slide 15 - Open vraag
Formule
Schadevergoeding bij onderverzekering =
verzekerd bedrag ÷ werkelijke schade × schade
Slide 16 - Tekstslide
Je sluit een inboedelverzekering af voor € 30.000. In werkelijkheid is je inboedel € 40.000 waard.
Bereken de schadevergoeding als je € 3.750 schade aan je inboedel hebt.
Slide 17 - Open vraag
Formule
Geïndexeerd bedrag = bedrag in basisjaar ÷ 100 × indexcijfer
Slide 18 - Tekstslide
In 2015 is de herbouwwaarde van je huis € 275.000. Sinds dat jaar is het indexcijfer voor de herbouwwaarde van huizen gestegen van 100 naar 136. Bereken wat nu de herbouwwaarde van je huis is.
Slide 19 - Open vraag
Wat is altijd het indexcijfer in het basisjaar?
A
100
B
0
C
1
D
10
Slide 20 - Quizvraag
Het indexcijfer voor de herbouwwaarde van bedrijfspanden is in de afgelopen jaren gedaald naar 96. Je hebt jouw bedrijfspand in het basisjaar verzekerd voor € 450.000.
Bereken wat nu de herbouwwaarde van het bedrijfspand is.
Slide 21 - Open vraag
Aan het werk!
Maak de opdrachten van de rekenparagraaf
+
Nakijken paragraaf 4.1 t/m 4.4. Zorg dat je antwoorden goed in je schrift staan.