Schrijven betoog - Stelling

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Welke bevat een stelling?
A
betoog
B
beschouwing

Slide 11 - Quizvraag

Een algemene stelling wordt nader uitgelegd.
A
toelichting
B
nuancering
C
oorzaak
D
theorie

Slide 12 - Quizvraag

Welke stelling is goed verwoord?
A
Roken op het schoolplein moet niet verboden worden.
B
Moet roken op het schoolplein verboden worden?
C
Dat is absoluut geen goed idee.
D
Roken op het schoolplein moet mogelijk blijven.

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een goede stelling voor een betoog?
A
Duidelijk en overtuigend geformuleerd
B
Geen standpunt innemen
C
Te lange zinnen gebruiken
D
Vage en onduidelijke formulering

Slide 14 - Quizvraag

Wat moet een stelling bevatten?
A
Vragen in plaats van stellingen
B
Een samenvatting van het onderwerp
C
Een duidelijk standpunt of mening
D
Feiten zonder mening

Slide 15 - Quizvraag

Welke stijl is het beste voor een stelling?
A
Informeel en grappig
B
Direct en eenvoudig
C
Vaag en onduidelijk
D
Complex en moeilijk

Slide 16 - Quizvraag

Hoe verwoord je een goede stelling?

Slide 17 - Open vraag

Welke tekstdoelen zijn er?

Slide 18 - Open vraag

Wat betekent 'demissionair'?

Slide 19 - Open vraag