1. We zitten niet aan andermans spullen, mits je toestemming hebt gevraagd.
2. We laten iedereen in elkaars waarde, behandel elkaar gelijk.
3. Iedereen mag fouten maken, daar lachen wij niet om.
4. Iedereen mag zichzelf zijn.
5. We lossen geen dingen op met geweld, we praten met elkaar ( of je loopt naar de (mini) mentor toe).