Paragraaf 6.3: Kringlopen en opdracht voedselweb

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je laptop erbij (lesson up app)
  • Schrift en pen voor aantekeningen
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Let op de volgende punten:
  • Pak je laptop erbij (lesson up app)
  • Schrift en pen voor aantekeningen
  • Mobiel in de tas!

Mooi! Dan gaan we beginnen!

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling paragraaf 6.2: Piramiden
  • Uitleg paragraaf 6.3: kringlopen
  • Opdracht Voedselweb maken

Slide 2 - Tekstslide

Kan je nu ...
- omschrijven wat de piramiden van aantallen en van biomassa weergeeft?
- beschrijven op welke manier energie uit de voedselketen verdwijnt?

Slide 3 - Tekstslide

Welke piramide heeft niet altijd een piramidevorm?
A
Piramide van aantallen
B
Piramide van biomassa
C
Beide piramides
D
Geen van beide piramides

Slide 4 - Quizvraag

In een voedselpiramide van biomassa is er energieverlies door ....
A
verbranding en voeding
B
fotosynthese en voeding
C
verbranding en onverteerbare stoffen
D
Fotosynthese en onverteerbare stoffen

Slide 5 - Quizvraag

De 'piramide' hiernaast is een piramide van...
A
Aantallen
B
Biomassa / energie
C
Dat kan je niet zeggen
D
Zowel aantallen als biomassa

Slide 6 - Quizvraag

Paragraaf 6.3: Kringlopen

Slide 7 - Tekstslide

Leerdoelen:
1. Ik kan de koolstofkringloop beschrijven.
2. Ik kan de stikstofkringloop beschrijven.

Dieren moeten overleven in de natuur. Ze zoeken voedsel in hun omgeving en moeten voorkomen dat ze zelf worden opgegeten. Om te overleven hebben dieren planten nodig.

Slide 8 - Tekstslide

Wat is een kringloop?

Slide 9 - Tekstslide

koolstof kringloop

Slide 10 - Tekstslide

De koolstofkringloop
Met de koolstofkringloop, wordt bedoeld, hoe koolstofatomen niet verloren gaan maar steeds worden omgezet in andere stoffen.

van koolstofdioxide naar glucose naar andere weer terug naar koolstofdioxide.

Slide 11 - Tekstslide

Koolstof
kringloop

Alle organismen scheiden koolstofdioxide uit.
Deze worden opgenomen door planten

Slide 12 - Tekstslide

Voor welk proces hebben planten koolstofdioxide nodig?

Slide 13 - Open vraag

Planten worden ook wel .... genoemd

Slide 14 - Open vraag

Koolstofkringloop

Slide 15 - Tekstslide

Koolstof teveel?
Koolstof kan dus worden opgeslagen in andere stoffen.
Dit doet de plant!

Bij vertering en bij verbranding komt de koolstofdioxide weer vrij

Slide 16 - Tekstslide

Koolstofkringloop

Slide 17 - Tekstslide

Koolstofkringloop

Slide 18 - Tekstslide

Koolstofkringloop

Slide 19 - Tekstslide

Er zou dus een evenwicht moeten zijn
Tussen verbranding (koolstofdioxide uitstoot) en fotosynthese (Koolstofdioxide opname)

Slide 20 - Tekstslide

Verstoorde
koolstofkringloop

Slide 21 - Woordweb

Verstoorde koolstofkringloop
Verbranden van fossiele brandstoffen waardoor er veel koolstof vrij komt in de vorm van koolstofdioxide (CO2). Meer dan planten kunnen opnemen en kunnen omzetten in ...
Hoe heet dit proces ook al weer? 
De koolstofkringloop is dan verstoord.

Slide 22 - Tekstslide

Kringloop van water

Slide 23 - Tekstslide

Stikstof kringloop

Slide 24 - Tekstslide

Mensen verbreken de kringloop

Slide 25 - Tekstslide

Welke organismen maken deel uit van de koolstofkringloop?
A
Bamboeplanten
B
Bacteriën en schimmels
C
Bacteriën, schimmels en pandabeer
D
Alle organismen

Slide 26 - Quizvraag

Welke stof hoort niet thuis in de koolstofkringloop?
A
Water (H2O)
B
Koolstofdioxide (CO2)
C
Glucose (C6H12O6)
D
Calciumcarbonaat (CaCO3)

Slide 27 - Quizvraag

Door welke verstoring in de koolstofkringloop, krijgen we een versterkt broeikaseffect?
A
versnelling van snelle koolstofkringloop
B
versnelling van langzame koolstofkringloop
C
meer sterfte (vorming organische afval)
D
verwering van sedimenten

Slide 28 - Quizvraag

Kringloop van koolstof.
Welke organismen zorgen in de koolstofkringloop voor de vorming van glucose?

A
De producten
B
De consumenten
C
De reducenten

Slide 29 - Quizvraag

Welke stof maakt geen deel uit van de koolstofkringloop?
A
CO2
B
glucose
C
water
D
eiwitten

Slide 30 - Quizvraag

Welke rol heeft het tropisch regenwoud in de koolstofkringloop voornamelijk?
A
Uitstoot van koolstof
B
Opslag van koolstof

Slide 31 - Quizvraag

Aan de basis van de koolstofkringloop staan
A
de reducenten
B
de producenten
C
de consumenten
D
de concurrenten

Slide 32 - Quizvraag

In de koolstofkringloop wordt door veel organismen stoffen verbrand. Welke organismen in de koolstofkringloop doen aan verbranding?


A
planten
B
dieren
C
schimmels
D
alle organismen

Slide 33 - Quizvraag

Welke koolstofkringloop is gesloten? En welke niet?
A
2-3-1 is een gesloten kringloop
B
2-3-1 is GEEN gesloten kringloop
C
2-3-4 is een gesloten kringloop
D
2-3-1 is GEEN gesloten kringloop

Slide 34 - Quizvraag

Wat geven dieren in de koolstofkringloop door aan bacteriën en schimmels?
A
Afgevallen blaadjes
B
Verbranding
C
Dode resten en uitwerpselen
D
Fotosynthese

Slide 35 - Quizvraag

Aan de slag
Opdracht basisstof  3 maken
ONLINE
Let op volgende les moet het af zijn

Slide 36 - Tekstslide

Opdracht Voedselweb maken
Goed uitgevoerd: Bonuspunten op de toets

Slide 37 - Tekstslide

Voedselweb

Slide 38 - Tekstslide

Bij deze opdracht wordt er per tweetal een voedselweb (poster) gemaakt van een natuurgebied binnen Nederland.
Tijdens de Corona crisis zijn we veel meer in eigen land gaan recreëren en zijn we op zoek gegaan naar de mooie stukjes natuur die Nederland te bieden heeft.
Bij de Nederlandse natuurgebieden moet je dan denken aan bijvoorbeeld: de Weerribben, de Hoge Veluwe, het Grevelingenmeer, Alde Feanen, het Geuldal, de Groote Peel, de Wadden, Oostvaardersplassen, enz.
Maar hoe is de natuur opgebouwd, welke organismen leven daar en wat is hun onderlinge relatie?
In deze opdracht ga je dat onderzoeken en in kaart brengen.



Bij deze opdracht wordt er per tweetal een voedselweb (poster) gemaakt van een natuurgebied binnen Nederland.

Slide 39 - Tekstslide

Bij deze opdracht wordt er per tweetal een voedselweb (poster) gemaakt van een natuurgebied binnen Nederland.
Tijdens de Corona crisis zijn we veel meer in eigen land gaan recreëren en zijn we op zoek gegaan naar de mooie stukjes natuur die Nederland te bieden heeft.
Bij de Nederlandse natuurgebieden moet je dan denken aan bijvoorbeeld: de Weerribben, de Hoge Veluwe, het Grevelingenmeer, Alde Feanen, het Geuldal, de Groote Peel, de Wadden, Oostvaardersplassen, enz.
Maar hoe is de natuur opgebouwd, welke organismen leven daar en wat is hun onderlinge relatie?
In deze opdracht ga je dat onderzoeken en in kaart brengen.


Bij de Nederlandse natuurgebieden moet je dan denken aan bijvoorbeeld: de Weerribben, de Hoge Veluwe, het Grevelingenmeer, Alde Feanen, het Geuldal, de Groote Peel, de Wadden, Oostvaardersplassen, enz.

Maar hoe is de natuur opgebouwd, welke organismen leven daar en wat is hun onderlinge relatie?
In deze opdracht ga je dat onderzoeken en in kaart brengen.

Slide 40 - Tekstslide

Bij deze opdracht wordt er per tweetal een voedselweb (poster) gemaakt van een natuurgebied binnen Nederland.
Tijdens de Corona crisis zijn we veel meer in eigen land gaan recreëren en zijn we op zoek gegaan naar de mooie stukjes natuur die Nederland te bieden heeft.
Bij de Nederlandse natuurgebieden moet je dan denken aan bijvoorbeeld: de Weerribben, de Hoge Veluwe, het Grevelingenmeer, Alde Feanen, het Geuldal, de Groote Peel, de Wadden, Oostvaardersplassen, enz.
Maar hoe is de natuur opgebouwd, welke organismen leven daar en wat is hun onderlinge relatie?
In deze opdracht ga je dat onderzoeken en in kaart brengen.


Hoe is de natuur in deze natuurgebieden opgebouwd? Welke organismen leven daar en wat is hun onderlinge relatie?
In deze opdracht ga je dat onderzoeken en in kaart brengen.

Slide 41 - Tekstslide

Werkwijze (1)
• Bepaal als tweetal over welk natuurgebied in Nederland jullie een voedselweb gaan maken.
• Vraag aan je docent of dat akkoord is. (om te voorkomen dat iedereen het zelfde stukje natuur kiest)
• Zoek informatie op over de flora en fauna in dat natuurgebied.
• Maak een kladversie van een voedselweb met minimaal tien organismen





Slide 42 - Tekstslide

Werkwijze (2)
• Werk het voedselweb mooi uit in de vorm van een poster.
• Maak van de achtergrond een sfeer die past bij jullie gebied.
De dieren en planten zoveel mogelijk als plaatje of tekening .
Vergeet geen titel boven je poster te plakken.
• Zorg ervoor dat de volgende begrippen in je poster terugkomen op een manier waarop duidelijk gemaakt wordt wat het woord inhoud:
voedselweb - producenten – consumenten – reducenten – afvaleters - fotosynthese

Slide 43 - Tekstslide

Inleverdatum: woensdag 14 mei

Slide 44 - Tekstslide