Les: Echt of verzonnen?

• Lezen
• Basisschool
• Groep 6

Studievaardigheden

• Leg je iPad in je vak. 
  
• Ga op je vaste plek zitten. 
• Pak een opdrachtenblad.
  
• Pak een potlood en gum uit je vak.
  
• Schrijf je naam op het blad.
  
• Ga klaar zitten voor de instructie.
  

Lesdoel 

Je leert wat het verschil is tussen fictie en non-fictie en hoe je boeken zoekt in de bibliotheek. 

Heb je wel eens gehoord van fictie en non-fictie?

1. ja
2. nee

Fictie 

• In de bibliotheek staan heel veel boeken. 
• In een deel van die boeken staan verhalen die zijn verzonnen of mooier zijn gemaakt, zodat je ze voor je plezier kunt lezen.
• Zulke boeken noemen we fictie. 

Non-fictie 

• In andere boeken staan feiten: deze zijn bedoeld om informatie te geven over een onderwerp.
• Daarom noemen we die boeken informatief.
• Informatieve boeken worden ook wel non-fictie genoemd. 

Fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Aan de slag

                                       Klaaropdracht:

• Ga op je i-Pad naar de website van de bibliotheek.
• Zoek 3 titels van fictieve boeken over paarden.
• Zoek 3 titels van non-ficiteve boeken over paarden.

Waaraan zie je dat de boeken fictief of non-fictief zijn?

Bedankt voor je inzet in de les.

Als de bel gaat: 

• Schuif je stoel aan
  
• Lever je tekst in
  
• Ruim je spullen op
• Verlaat het lokaal rustig