Hfst 1 Wat een talent 1.1. Fictie

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom! 

Zoek je plekje en pak je spullen. Zorg dat je elke les met je spullen op tafel klaar zit. 

Zodra ik absentie ga bekijken en spullen zijn niet op tafel, denk ik dat je ze niet bij je hebt. 

Lesopbouw:

Absentie

herhaling vorige les

Hfst overzicht

Doel en uitleg deze les

Maken en bespreken opdrachten

Afsluiting

Algemeen: Nederlands

Schrijf je naam op aan de voorkant van je boek. 

Heeft je buurman/vrouw dat ook gedaan?

We werken in het boek en online. 

Je zorgt dat je elke les je boek, je opgeladen laptop, je etui (pen en potloden) bij je hebt.

Toetsen hoor je ongeveer 2 weken van te voren. 

Je mag deelnemen aan de toets als je alles in het boek gemaakt hebt. Dus al je huiswerk. Ben je een keer ziek of heb je je huiswerk niet gemaakt, dan laat je het z.s.m. zien zodat ik het kan aftekenen.   
 

Algemeen: Regels

 Neem je spullen mee: niet bij je --> 1 streepje bij 3 streepjes 

= sanctie   Deze sanctie wordt steeds groter. 

Bij huiswerk precies hetzelfde. 

Klassenplattegrond: Als cijfers slecht (1 - 6) zijn, bepaal ik waar je zit, tot je cijfer weer hoger is (6 -1 0)

Kennismakingsspel

Weet iemand nog iets van een ander? 

Iets wat overeenkomt met jouw interesses?

Hfst overzicht: Wat een talent!

Les 1: Fictie

Les 3: Lezen

Les 4: Schrijven en formuleren thema 1 en 2:  Daarna SO

Les 2: Gedicht

Les 5: Woorden

Les 6: Spreken, kijken en luisteren

Les 7: Grammatica

Les 8: Spelling

Les 9 Media en onderzoek:  Daarna Toets Thema 1

Hfst 1 Wat een talent 1.1. Fictie

Pak je laptop --> Lessonup

Wat is jouw Talent?!

Doel van de les: Fictie

Ik weet het verschil tussen fictie en non-fictie. 

Wat weet jij over 'boeken'?
Vul minimaal 3 antwoorden in.

Waar denk jij aan bij 'boeken'?
Vul minimaal 3 antwoorden in.

Werkvorm: Binnenkring/buitenkring

Vorm tweetallen

Ga tegenover elkaar staan. 

De ene vormt de binnenkring, de andere een buitenkring. 

Ik stel zo een aantal vragen en jullie geven hierop aan elkaar antwoord. Luister goed naar wat de ander zegt. 

Zodat je zijn/haar antwoord kan herhalen. 

Samen lezen: 

Regels: Als je een beurt krijgt, lees je hardop voor. Fouten maken mag, we zijn hier om te leren. 

Zorg dat je weet waar je bent, weet je het niet: 1 waarschuwing de volgende keer strafwerk (thuis de tekst overschrijven)

Samenwerken

Maken opdrachten op blz 8 en 9

opdracht 3 en 4

Stoplicht:
Rood = je werkt stil

oranje = je mag zachtjes vragen stellen aan de mensen om je heen

groen: je mag vragen stellen aan de leerkracht/samenwerken

Timer: de tijd die je voor de opdracht hebt. 

Bespreken opdrachten: 

3 en 4

Zelfstandig werken

Maken opdrachten op blz 10, 11 en 12

opdracht 5, 6 en 7

Klaar: lezen 

Stoplicht:
Rood = je werkt stil

oranje = je mag zachtjes vragen stellen aan de mensen om je heen

groen: je mag vragen stellen aan de leerkracht/samenwerken

Timer: de tijd die je voor de opdracht hebt. 

Afsluiting van de les

Begrippen:
Onderschat: Gedacht dat het minder is dan in werkelijkheid

1. Waar
2. niet waar

Begrippen:
Heb me erbij neergelegd: Ik heb geaccepteerd dat het zo is

1. Waar
2. niet waar

Doel van de les: Fictie

Ik weet het verschil tussen fictie en non-fictie. 

Bedankt voor jullie aandacht!

Begrippen:
er van overtuigt zijn: je weet het niet zeker.

1. Waar
2. niet waar

Begrippen:
Het ver gaan schoppen: Je gaat veel bereiken

1. Waar
2. niet waar

Gebruik het volgende begrip in een zin: 'origineel'

Maak opdracht 6 in je boek

Samen lezen opdracht 7: 

Regels: Als je een beurt krijgt, lees je hardop voor. Fouten maken mag, we zijn hier om te leren. 

Zorg dat je weet waar je bent, weet je het niet: 1 waarschuwing de volgende keer strafwerk (thuis de tekst overschrijven)

Zelfstandig werken

Maken opdrachten op blz 13, 14 en 15

opdracht 7 - 14 (--> betekent 7 tot en met 14)

Stoplicht:
Rood = je werkt stil

oranje = je mag zachtjes vragen stellen aan de mensen om je heen

groen: je mag vragen stellen aan de leerkracht/samenwerken

Timer: de tijd die je voor de opdracht hebt. 

Doel van de les: Fictie

Ik weet het verschil tussen fictie en non-fictie. 

Wat is fictie:

1. Fictie zijn verzonnen verhalen. Denk aan films en sprookjes
2. Fictie is niet verzonnen. Kranten, recepten enz

Wat is geen voorbeeld van non-fictie

1. sprookjes
2. het nieuws
3. een informatiefboek
4. een documentaire

Bedankt voor jullie aandacht!